Het is vandaag 6 januari en dus Driekoningen.
Een traditionele christelijke feestdag waarop herdacht wordt hoe drie wijzen uit het oosten het pasgeboren kind Jezus in Bethlehem kwamen begroeten.
Van welk oosten Caspar, Melchior en Balthasar precies kwamen blijft onduidelijk. Bethlehem ligt (voor ons) ook al vrij ver in het oosten, alhoewel we toch over het Nabije Oosten spreken.
Het kan Perzië (Iran) of Babylonië (Irak, Jordaniê,…) of Sheba (Ethiopië, Jemen) geweest zijn. Hun reis moet in elk geval doenbaar geweest zijn met kamelen.
En ze hadden rare geschenken mee voor een pasgeboren kind.
Geen kleedje, geen knuffel, geen speeltje, geen warm schapenvelletje, maar goud, wierook en mirre.
Maria en Jozef zullen daar toch niet zo blij mee geweest zijn, denk ik, gezien de barre omstandigheden waarin de kleine Jezus ter wereld was gekomen.
Wat kun je in zo’n situatie met goud, wierook en mirre doen?
Maar Jezus was niet zo maar een gewoon kind.
Het ging om de door de profeten voorspelde nieuwe koning der Joden, de Messias.
Vandaar die ongewone, symbolische en rijke dingen.
Raar hoe ze ons daar als kind zo weinig uitleg over gegeven hebben.
Goud kenden we. Dat was inderdaad een kostbaar cadeau.
En wierook kenden we ook van de hoogdagen en de processies in de kerk. Een spul dat een nogal dikke ambetant riekende walm verspreidde waar mijn zus altijd onpasselijk van werd.
Maar mirre? Nooit gezien.
En wierook wat is dat eigenlijk?
Het hoofdbestanddeel van wierook is eigenlijk een hars dat men bekomt na indrogen van het sap dat afgetapt wordt van de schrale Boswellia papyrifera- of de Boswellia sacra-bomen, die in Jemen, Oman en Somalië op dorre rotsige bodems groeien.
Dit kostbaar hars, dit olibanum, was het dat door Caspar aan Jezus als geschenk werd aangeboden. Niet de wierook die we uit de kerken kennen.
Het olibanumhars bevat vluchtige en geurige bestanddelen die bij verbranding vrijkomen of die door de verbranding en de hoge temperaturen omgezet worden (pyrolyse) in andere geurstoffen.
De wierook die in kerken en voor wierookstokjes gebruikt wordt, is een mengsel van olibanum of een goedkoper hars (dennenhars b.v.), en allerlei componenten die voor geurstoffen kunnen zorgen: berkenschors, gedroogde rozenblaadjes, patchouli,… en…mirre.
Er bestaan talloze wierooksamenstellingen, dure en minder dure.
In kerken wordt het wierookmengsel in een wierookvat op gloeiende houtskool verbrand. Een al dan niet aangenaam geurende walm stijgt dan samen met het gebed ten hemel…
Caspar bracht kostbaar olibanum mee. Melchior edel goud.
En Balthasar schonk precieuze mirre.
Mirre is net als olibanum een hars. Dit keer afkomstig van de mirreboom (Commiphora) die ook in Jemen, Oman en Somalië te vinden is.
Ook dit hars bevat een uitgebreid mengsel aan geurstoffen, waardoor het in parfums en wierook verwerkt werd (en nog wordt).
In de tijd van de geboorte van Jezus was mirre een erg kostbare stof. Ze was zelfs veel meer waard dan olibanum en goud. Balthasar had dus zijn kompanen overtroefd.
De olie die men door stoomdestillatie uit mirre won, werd in de oudheid gebruikt voor het balsemen van lijken. De straffe geur van die olie zal daar zeker goed zijn werk gedaan hebben...
Goud, wierook, mirre, Jezus, Maria, Jozef.
Het ezelken was dus goed geladen bij de vlucht naar Egypte…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten