zondag 18 januari 2009

Over preken, Draulans en Darwin

De preek in de O.L.V.-kerk van de Neder-Hoeselt deze morgen, heeft mij naar Darwin gedreven.
De diaken die ons tot behartenswaardige gevoelens en daden wou aanzetten, begon zijn homilie met een vergelijking van het koopgedrag van mannen en vrouwen in een kledingwinkel.
De meeste mannen doen dat niet graag. Ze kiezen en beslissen snel. Ze zijn als de dood voor "kunnen-wij-u-helpen-verkoopstertjes".
Ze willen rap naar huis met een nieuwe broek of een
nieuwe vest. En als ze een goede broek gevonden hebben, willen ze er liefst een stuk of twee, drie van kopen, dan zijn ze voor een tijdje gerust. Niet teveel, niet te lang en niet te dikwijls van al dat gedoe.
Vrouwen zijn anders. Ze passen wel vijfendertig rokjes. Ze dweilen wel vijf winkels af om dan uiteindelijk nog niet te beslissen en de volgende week het ritueel nog eens over te doen. Pas dan komt de trofee in de kast bij de andere veroveringen te hangen. En als ze tijdens hun zoektocht een mooi bloesje zien, dan kan dat zonder problemen ook wel mee.

De diaken was dus een man met ervaring. Hij wist hoe het ging. Het beeld was misschien iets te stereotiep, maar ik herkende mezelf volledig.
Van de rest van de preek heb ik niet veel onthouden, want ik moest teveel aan bioloog, journalist en TV-vedette Dirk Draulans denken die over zo'n verschil in gedrag en over nog andere interessante dingen, een zeer lezenswaardig boek geschreven heeft: "Het succes van slechte sex. Hoe de evolutietheorie van toepassing is op elk van ons".

Het eerste deel van die titel zal wel een beetje met verkoopsstrategie samenhangen denk ik, want een sexboek is het allerminst.
Het gaat over Darwins theorie en hoe die nu nog zijn effecten heeft op onze dagelijkse handel en wandel.
Hoe zit dat dan volgens de evolutietheorie eigenlijk met dat verschil in broek- en rokkoopgedrag?
Van in de oertijd toen de eerste mensjes op onze aardbol gingen rondlopen, zijn mannen zwervers en jagers die voor de kost moeten zorgen. Vrouwen zijn verzamelaars en behoeders van wat de mannen aanbrengen.
Zwervers en jagers gaan recht op hun doel af, verderaf van hun verblijfplaats. Ze trekken recht naar die plaatsen waar ze de prooi denken te vinden.
Verzamelaars zoeken systematisch de omgeving af om te vinden wat ze zoeken en als ze dan onderweg iets anders tegenkomen wat ook nuttig is, dan wordt dat ook meegenomen.
En dit oergedrag zit nog altijd in onze genen, in ons DNA, ingebakken en geprogrammeerd.
Mannen gaan recht op de broek af. En als de buit vijf broeken is, dan is dat beter dan één.
Vrouwen zoeken de omgeving van de winkelstraat grondig af om te verzamelen was het best is. En dat kan tijd vragen. En als ze bij die zoektocht een nuttige badhanddoek passeren, dan wordt die mee verzameld.
In de voorbije miljoenen jaren is dit oergedrag meegenomen en het wordt in een andere context nog even duidelijk ten toon gespreid.
Jagen en verzamelen zijn niet gemakkelijk verzoenbare gedragingen.
Mia gaat dus ook liever alleen haar soldenkoopjes doen. Als ik erbij zou zijn zou ik de rietepetieten krijgen en zij ook.

Mooi toch hoe dit verschil in gedrag duidelijk te verklaren valt.
De mens is dus geen losstaand schepsel, geen apart product van Intelligent Design, maar een evolutieproduct.
Geloof me maar, Darwin had het 150 jaar geleden bij het rechte eind, toen hij na lange en grondige waarneming en juiste conclusies, zijn
"On the origin of species by means of natural selection" publiceerde!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten