Een mogelijke wijze van oplossen:
Bij de eerste kruising hebben beide boten samen de breedte van de rivier gevaren.
Als ze de tegenoverliggende oever bereikt hebben, hebben beide boten samen tweemaal de breedte van de rivier gevaren.
Bij de tweede kruising hebben beide boten samen driemaal de breedte van de rivier gevaren.
Beide boten hebben even lang gevaren en met een constante snelheid.
Bij de tweede kruising hebben ze dus elk drie keer zover gevaren als bij de eerste kruising.
Aangezien de witte boot bij de eerste kruising 720 meter had gevaren, heeft hij bij de tweede kruising 3 x 720 meter = 2160 meter gevaren.
Uit de onderste tekening is duidelijk te zien dat de totale afstand die de tweede boot heeft afgelegd 400 meter meer is dan de breedte van het kanaal.
Het kanaal is dus 2160 m – 400 m = 1760 m breed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten