Het duurt van langsom langer om feiten, namen,… uit het geheugen naar boven te halen.
Inzicht in hoe het geheugen werkt, zou misschien kunnen helpen om er iets aan te doen.
Onlangs hebben wetenschappers van de University of Warwick en de Indiana University een interessant model gepubliceerd voor de wijze waarop we gegevens uit ons geheugen opdiepen.
Ze publiceerden hun werk maandag jongstleden in Psychological Review. Je kan de hele publicatie gratis lezen in dit pdf-bestand.
Volgens die onderzoekers is het ophalen van gegevens uit ons geheugen vergelijkbaar met de wijze waarop dieren (bijen, vogels,…) voedsel zoeken.
Ze zoeken dat in een bepaald foerageergebied, maar binnen dat gebied gaan ze van locatie naar locatie. En ze beslissen op het gepaste moment om naar een andere locatie binnen hun foerageergebied te verhuizen.
Als bijvoorbeeld een bloementuin het foerageergebied is voor bijen, zullen die beestjes een tijdlang op een bepaalde bloemstruik stuifmeel zoeken, om dan op een geschikt moment naar een andere bloemstruik over te schakelen. De meest efficiënte bijen zijn die welke het moment om naar een andere locatie te trekken het best kunnen bepalen.
Met ons geheugen doen we iets analoogs, zeggen de wetenschappers.
Veronderstel dat we dierennamen uit ons geheugen moeten halen.
Dierennamen is dan het foerageergebied in ons geheugen. En dat gebied kan bekeken worden als een lappendeken van verschillende dierengroepen: huisdieren, roofdieren, vissen, vogels,...
Wat we dan volgens de onderzoekers doen, is bij één van die lappen beginnen en de inhoud ervan bovenhalen. En zo springen we binnen het foerageergebied “dierennamen” van “geheugenlap” naar “geheugenlap”.
En wie zijn geheugen het best gebruikt is hij/zij die op het juiste moment naar een andere “geheugenlap” trekt. Dat moment is bijvoorbeeld te herkennen als je namen uit één dierengroep begint te herhalen.
Als je dierennamen moet opnoemen en je begint bij de “geheugenlap” huisdieren en je reeks wordt: “hond, kat, kanarie, hamster, kat”, dan is moment gekomen om bijvoorbeeld naar de “lap” roofdieren over te schakelen en je opdracht aan te vullen met: “leeuw, tijger, panter, luipaard,…”
Enzovoort.
We moeten dus beginnen met eerst een goed mentaal beeld te maken van het foerageergebied (wat zijn de verschillende diersoorten die ik ken bijvoorbeeld). En dan moeten we de geheugenlappendeken van dat gebied goed gebruiken. Als je niet te laat of te vroeg naar een andere lap (andere diersoort) overschakelt, zal je volgens de onderzoekers de beste prestaties leveren in het bovenhalen van wat binnen dat foerageergebied in je geheugen verborgen zit.
Dus niet van de hak op de tak springen of te lang blijven plakken, maar beredeneerd van lap tot lap hoppen.
Dat lijkt me een aannemelijke techniek voor sommige, maar niet voor alle geheugenproblemen.
Ik zal het proberen te onthouden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten