zaterdag 4 augustus 2012

Gedaan met de losse flodder

Gisteren zijn op de Olympische Spelen 2012 de atletiekcompetities begonnen.
Ik weet niet of het u al opgevallen is, maar het historische startschot bij de loopnummers is aangepast.
Het startpistool heeft nog altijd wel min of meer de vorm van een pistool (handig voor de starter), maar het schiet geen losse flodders meer.
Het produceert een elektronisch schotgeluid dat kan aangepast worden naargelang de competitie.
Maar dat geluid komt niet meer uit het pistool zelf, maar uit één of meerdere luidsprekers!

image

Dit revolutionaire startsignaal produceert eigenlijk 3 effecten: het geluid dat voor elke atleet hoorbaar wordt via luidspreker(s), een lichtflits en een puls waarmee de tijdregistratie gestart wordt.
Het geheel maakt deel uit van een complex systeem van uiterst precieze tijdmeting, gerealiseerd door het bekende Zwitserse bedrijf Omega, dat al sinds 1932 voor de tijdmetingen op Olympische Spelen instaat.

In tijden waarin verschillen van honderdsten van een seconde kunnen beslissen over de winnaar en het toekennen van een medaille, hield het gebruik van een gewone startschot met de losse flodder immers een onaanvaardbare fout in.
Het geluid heeft een snelheid van gemiddeld 330m/s.
De atleet die bijvoorbeeld bij de 100m het verst van de starter verwijderd stond hoorde het schot uit het pistool dus een stuk later dan diegene die er dichtst bij stond. Veronderstel dat de verst afstaande atleet 10m van de starter afstond, dan hoorde hij het startschot 0,03s later dan wie er dichtst bij stond.
Dit is in de context van de huidige spelen absoluut niet te verwaarlozen. Bedenk bijvoorbeeld dat in het zwemmen deze week Nathan Adrian goud pakte op de 100m vrije slag omdat hij 0,01s (= één honderste van een seconde!) vóór James Magnussen eindigde.

Gedurende de voorbije tientallen jaren probeerde men dat probleem op te lossen door bij de loopnummers waar in banen gestart wordt, de startknal door te sturen naar een luidsprekertje achteraan op de startblokken.
Maar een echt goede oplossing bleek dit niet te zijn, aangezien men zag dat de atleten bleven focussen op het pistool van de starter zelf en niet op het geluid uit de luidsprekertjes achter hen.
Dit werd door Peter Hurzeler van Omega duidelijk vastgesteld aan de hand van de abnormaal lange reactietijd van de Amerikaanse kampioen Michaël Johnson op de Olympische Zomerspelen van Sydney 2000.
Men mat toen bij Johnson, die in de 9de baan en dus verst van de starter af stond, een reactietijd van 440 duizendsten = 44 honderdsten van een seconde, terwijl de normale reactietijden tussen de 13 en 14 honderdsten van een seconde liggen.

Het echte startschot is dus definitief verleden tijd.
De elektronische knal uit luidsprekers en een lichtflits uit de e-gun zijn in de plaats gekomen.
En zelfs als de atleten zich op de starter zouden blijven concentreren: weet dat de lichtsnelheid 300.000.000m/s bedraagt. Voor 10m heeft de lichtflits dus maar 0,000000003s nodig.
Daar gaan we niet over zeuren zeker?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten