Die kampioen mag de eicel binnen en kan aan de vorming van het nageslacht beginnen.
Maar hoe komt het toch dat die zaadcellen, die bij de man zo braafjes stilzitten in de testikels, plots zo hard beginnen te koersen van zodra ze in de vagina losgelaten worden?
Wel dit (letterlijk) levensbelangrijk probleem is nu voor een groot stuk opgelost.
Onderzoekers van de University of California in San Francisco hebben vorige week in Cell uiteengezet hoe dat allemaal in mekaar zit.
En teken des tijds: ze hebben er zelfs een filmpje over op YouTube gezet!
Spijtig dat het Engels van prof. Kirichok en zijn collega Lishko niet zo gemakkelijk te verstaan is.
Maar uit hun verhaal blijkt dat het hier om pure (bio)chemie gaat.
Mooi didactisch materiaal zelfs voor een cursus over zuren en basen in een zesde jaar middelbaar.
Het artikel over het onderzoek is in het laatste nummer van Cell uitgebreid te lezen.
Maar ik zal proberen hier het belangrijkste op een rijtje te zetten.
Van zodra de spermacellen in de vagina terechtkomen, verlaagt hun inwendige zuurtegraad. Voor de scheikundigen: de pH stijgt.
Daardoor worden de spermacellen veel beweeglijker.
Ze bewegen vlot van de vagina, door de baarmoeder, naar de eileiders.
In de eileiders krijgen de zaadcellen een tweede pH-verhoging, waardoor hun beweeglijkheid verder toeneemt, zodat ze tot bij de te bevruchten eicel kunnen geraken.
Dat verloop van de pH was al geruime tijd bekend, maar waarom de pH zo verliep bleef een vraagteken.
De onderzoeksgroep van Kirichok en zijn collega Lishko vonden een antwoord. Ze ontdekten in de staart van de zaadcel een ionkanaal langs waar waterstofionen (H+) kunnen ontsnappen.
Daardoor vermindert de concentratie van H+-ionen in de cel en wordt de zaadcel extra beweeglijk.
Het opengaan van dat kanaal wordt gestimuleerd door
- lage concentratie aan H+-ionen in de vagina en eileiders
- lage concentratie aan zinkionen in de spermacellen.
In de zaadcellen is de concentratie aan zinkionen normaal hoog. Maar het slijmvlies in de vagina en de eileiders absorbeert zinkionen waardoor het H+-ionenkanaal opengaat.
- hoge concentratie aan endocannabinoiden. Dat zijn door het lichaam zelf geproduceerde stoffen, die een analoge werking vertonen als de werkzame stoffen in cannabis.
Meteen een verklaring waarom straffe mannelijke marihuanarokers dikwijls met vruchtbaarheidsproblemen te kanten hebben: ze doen met hun cannabis hun zaadcelletjes te vroeg te snel lopen, zodat ze (de zaadcelletjes) al uitgeput zijn vóór ze bij het eicelletje aankomen…
De tijden zullen dus misschien veranderen.
Binnenkort wellicht op de slaapkamer: ”Hebt ge uw pil al gepakt vandaag, ventje? Neen, neen niet die blauwe!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten