Je zal zich (hoop ik) mijn berichtje van maandag nog herinneren over mijn favoriete Kepler-satelliet.
Hoe die met succes een transitie van HAT-P-7b vóór de ster HAT-P-7 geregistreerd heeft. Een waarneming van een gebeuren op zo'n 1000 lichtjaren van ons af.
Kepler is dus klaar om het (dure) werk te doen waarvoor hij gelanceerd is.
Maar planeet HAT-P-7b blijft ook zijn publiciteit verzorgen.
Een team astronomen van het MIT (Massachusetts Institute of Technology) onder leiding van Joshua Winn, heeft nu met Japanese Subaru telescoope vastgesteld dat HAT-P-7b omgekeerd rond zijn ster HAT-P-7 draait.
Wat betekent dat omgekeerd?
Laat ons daarvoor even de rotatie van de planeten in ons eigen zonnestelsel bekijken.
Die draaien allemaal braafjes rond de zon in dezelfde zin als de zon rond haar eigen as draait.
En dat is vrij logisch als men ervan uit gaat dat die planeten ontstaan zijn uit enorme gasmassa’s die zich van onze roterende zon hebben losgescheurd.
Daarenboven draaien Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus en Neptunus vrijwel in éénzelfde vlak dat slechts heel weinig helt (ongeveer 7°) t.o.v. de zonne-evenaar.
Pluto is hier een uitzondering. Maar je weet hoe men over het planeet zijn van Pluto denkt.
Hoe kan nu een planeet in omgekeerde zin rond zijn ster gaan draaien?
Dat zou kunnen als zijn rotatievlak zeer sterk gaat hellen t.o.v.
van de evenaar van zijn ster.
Je ziet dat als de helling van het rotatievlak t.o.v. de sterrenevenaar groter wordt dan 90°, de ster t.o.v. de waarnemer in de tegengestelde zin beweegt.
Maar hoe kan de helling van het rotatievlak van een planeet t.o.v. de sterrenevenaar zo groot worden?
Daar zijn de astronomen nog over aan het speculeren.
Er zou een “close encounter” met een andere planeet van de HAT-P-7 ster kunnen geweest zijn, waardoor de gravitatiekrachten tussen de twee planeten de baan van HAT-P-7b deed hellen.
Of misschien is er wel een zusterster in de buurt die haar zwaartekrachten laat spelen.
Volgens Winn moet er in elk geval een ander hemellichaam in de omgeving zijn om de baan van de planeet zo te kunnen verstoren.
De astronomen zoeken verder.
En ik laat iets weten als ik er iets over lees.
Je ziet het. Er valt voortdurend wat te beleven in die enorme ruimte waarin we op ons petieterig aardbolletje rondzweven.
De wonderen zijn het heelal dus nog lang niet uit.
En wij beseffen (hoop ik) van langs om meer dat we eigenlijk (bijna) niets weten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten