Tenzij je het snel ziet.
Waar het vraagteken stond, moest dus 21 komen.
Hoe zo?
Wel het het witte cijfer in de rode cirkel is steeds gelijk aan: (de som van de cijfers errond) x 3 en dat resultaat gedeeld door 2.
M.a.w.: het witte cijfer in de rode cirkel is steeds gelijk aan: de som van de cijfers errond + de helft van die som.
Ge moet er maar op komen!
Dus:
3/2(3+9+6+2) = 30
3/2(1+7+5+3) = 24
3/2(1+3+4+2) = 15
3/2(4+5+3+2) = 21
Geen opmerkingen:
Een reactie posten