donderdag 10 februari 2011

Krokodillentranen ontmaskerd?

image

Je hebt mensen die er iets van kennen: tranen met tuiten huilen als het hen goed uitkomt.
Krokodillentranen dus.
”Ge weent droge tranen” zei mijn moederke vroeger altijd als ik aan het schreien ging omdat ik iets niet kreeg of iets niet mocht.

Maar spijt, verdriet en berouw simuleren, kan een belangrijke rol spelen in beslissingen die moeten genomen worden. In rechtszaken bijvoorbeeld.
Rechters, jury’s, moeten dus door valse tranen heen kunnen kijken.
Maar is dit wel mogelijk?
Volgens het onderzoek dat eergisteren (8 februari) in Law and Human Behavior werd gepubliceerd, moet dat kunnen.

De onderzoeksgroep onder leiding van Leanne ten Brinke stelde na uitgebreide observaties bij een grote testgroep vast, dat personen die verdriet, spijt en berouw veinzen, een aantal opvallende patronen in hun gelaatsuitdrukking vertonen:
  1. -ze schakelen in hun gelaatsuitdrukking dikwijls én sneller om van de ene emotie naar de andere.
    Ze switchen dus vlugger en vaker van droefenis naar kwaadheid, naar afkeer, naar angst… dan personen die oprecht spijt hebben.

    image
                                           Bron:Facial Expression Analysis

    Daarbij was het vooral opvallend dat simulators gemakkelijk van negatieve emoties (droefheid, kwaadheid, afkeer, …) naar positieve emoties (vreugde) overschakelen.
    Oprechte personen doen dat maar heel langzaam en passeren meestal via een stadium van zogenaamde neutrale emotie (verbazing b.v.)
  2. -ze spreken opvallend veel aarzelender dan wie niet simuleert.
Ik neem aan dat deze gedragspatronen als een detectiemiddel van veinzers kan gebruikt worden door geoefende observators.
Rechters zouden daar zelfs kunnen op getraind worden.
Maar dat juryleden in een assisenzaak daar gebruik kunnen van maken, lijkt me erg twijfelachtig.
Die zouden over duidelijker te observeren patronen moeten kunnen beschikken vind ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten