Omega-3 is voor niemand nog een onbekende.
Onze margarine-doosjes puilen uit van de “goed voor het hart”-slogans als er omega-3 (en omega-6) in aanwezig is.
Ik heb het hier op 22 maart 2009 al eens uitgebreid over omega-3 en omega-6 gehad.
Voor een scheikundige behoren deze relatief eenvoudige stoffen tot de poly-onverzadigde vetzuren:
Men neemt aan dat die vetzuren niet zozeer cholesterol-verlagend werken, maar vooral op de één of andere wijze de conditie van ons aderstelsel verbeteren.
Aangezien ons lichaam ze niet zelf kan aanmaken, moeten we ze maar uit onze voeding halen: we vinden ze in de omega-margarines op onze boterham, maar ook in zeevis en… okkernoten.
Maar er is meer!
Eergisteren (ze werken daar dus ook op zondag!) werd in Nature Neuroscience een artikel gepubliceerd waaruit blijkt dat omega-3 ook een belangrijke rol speelt in het voorkomen van depressies !
Om het artikel volledig gratis op internet te lezen, moet je hier klikken.
De Franse wetenschappers van het Unité Inserm's Neurocentre Magendie, koppelen hiermee duidelijk voeding aan geestelijk welbevinden.
De aanduidingen die er al waren over die link, worden door dit onderzoek versterkt.
Bij zoverre dat men het bepalen van het omega-3-gehalte in bloed gaat gebruiken bij de diagnose van depressies.
Mogen we dus binnenkort een anti-depressie-Becel verwachten?
Of eten we gewoon een paar okkernoten meer als we ons een beetje down beginnen voelen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten