woensdag 27 februari 2013

Als sterren fonkelend aan de hemel staan


Als we binnenkort nog eens een heldere avondlucht mogen beleven, zal je weer, zoals in dit oude liedje “sterren fonkelend aan de hemel” zien staan.
Met duizenden.
Maar waarom fonkelen sterren eigenlijk?
Waarom zien we die lichtpuntjes permanent twinkelen?

Een beetje eenvoudige fysica uit het middelbaar onderwijs kan ons helpen om dat te verklaren.


Hierboven zie je de oorzaak al: als een lichtstraal van een ijler midden naar een dichter midden overgaat treedt er een knik op in de weg die de lichtstraal volgt: men zegt dat het licht gebroken wordt.
De sterkte van de knik wordt bepaald door de dichtheid van het midden. Hoe groter het verschil in dichtheid, hoe sterker de knik.
Rondom onze aarde is een luchtlaag aanwezig, die het dichtst bij de aarde een grotere dichtheid heeft dan aan de rand van de atmosfeer.
Het licht van de sterren zal dus door de atmosfeerlagen gebroken worden.
Maar de dichtheid van de atmosfeerlagen is niet constant: ten gevolgen van voortdurende temperatuursveranderingen verandert de dichtheid permanent.
De brekingsrichting van het sterrenlicht zal dus ook permanent veranderen.
We zien dus dat sterrenlicht aanhoudend een beetje van richting veranderen.
En dat is twinkelen! Of fonkelen. Of flonkeren zoals Jo Leemans hierboven zingt…
image
Nog iets.
Sterren die we in de richting van de horizon zien (zoals ster B) fonkelen meer dan sterren die hoger aan de hemel staan (zoals ster A).
Want de weg van het licht van B door de fluctuerende atmosfeerlagen is langer dan die van het licht van A.
Bijgevolg zal de verandering van breking bij licht van B groter zijn dan bij licht van A.

Wil je ze bij een heldere sterrenhemel wil zien fonkelen? Dan weet je in welke richting je moet kijken.
Doen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten