maandag 16 maart 2009

En er was nog een verjaardag!

We kunnen hier niet alles tegelijk vieren. Gisteren was het Mia’s verjaardag, zaterdag was het pi-dag.
Maar vrijdag 13 maart was het ook de 20ste verjaardag van het Wereld Wijde Web (WWW). En daar wil ik zeker ook aandacht aan besteden.
 
Ik mag zeggen dat ik die geboorte 20 jaar geleden van dichtbij meebeleefd heb.
Van 1989 af had ik thuis al een internettoegang via een telefoonmodem en abonnement bij Compuserve.
Compuserve was een Amerikaans bedrijf dat zijn computernetwerk tegen betaling beschikbaar stelde aan de hele wereld via het Internet.
Het Internet was een wereldwijd burgerlijk computernetwerk afgeleid van het Amerikaans militair netwerk Arpanet.
Toen ik bij Compuserve aansloot hadden ze ook in Brussel al een inbelpunt op hun netwerk, zodat je tegen een aanvaardbaar telefoontarief toegang kon krijgen.
Het-van-het waren in die tijd de zogenaamde forums, waarin mensen met gelijklopende interesses via het internet met elkaar konden corresponderen. Het was een boeiende internationale praatbarak.
Alles verliep nog via getypte tekst, maar er was wel al een mogelijkheid om kleine computerprogrammaatjes (shareware) uit te wisselen en te downloaden.
We voelden de wereld zienderogen kleiner worden.

Ter gelegenheid van het schoolfeest van 1990 gaf ik een demonstratie van wat internet was en van de potentiële mogelijkheden die het als enorme informatiebron zeker voor het onderwijs kon bieden. Ik had daarvoor 2 grote monitoren gehuurd en de bezoekers konden samen met mij, in een lokaaltje tegenover onze leraarskamer, kennismaken met het Net.
Het Heilig Graf had (weer eens) voor een primeur in het Bilzerse onderwijs gezorgd.

Toen kwam 1992 en het Wereld Wijde Web

Robert Cailliau, Jean-François Abramatic and T...
De Amerikaanse fysicus Tim Berners-Lee (rechts op de foto) en zijn Belgische collega, de in Tongeren geboren ingenieur Robert Cailliau (links op de foto), ontwikkelden een netwerk van knooppunten, een web met computers waarop, via een specifieke taal (HTML), hypertextdocumenten werden opgeslagen.
Hypertextdocumenten zijn documenten die elementen bevatten (hyperlinks genoemd), waardoor men via een eenvoudige muisklik naar een ander document wordt geleid. Om die hypertextdocumenten te kunnen zien en gebruiken is een zogenaamde browser nodig.
Ik herinner me dat Netscape de eerste browser was die toegang gaf tot dat wereldwijde web.
Het hek was de dam en het WWW kende op korte tijd een enorme explosie. Snel werden, naast tekst, ook beelden, klank en film op de hypertextpagina’s toegankelijk.
Een set van die pagina’s kreeg de naam website. En websites bezoeken via een browser werd surfen: het internettaaltje kreeg een snel groeiende woordenschat.
Er kwam programmatuur beschikbaar waarmee ook amateurs hun eigen websites konden in elkaar flansen. En al snel had ook het Heilig Graf zijn eigen website.

20 jaar na de geboorte van het Web is internet niet meer weg te denken uit ons leven. Surfen, e-mailen, chatten, skypen, twitteren, facebooken,… zijn voor velen een dagelijkse bezigheid.
Het Net en het Web zijn in die tijd ook enorm veranderd.
Van een passieve infomatiebron is het Web geëvolueerd naar een omgeving waar de gebruikers mee de informatiestroom bepalen via blogs en nu ook twittertweets.

Wat het Web in de toekomst wordt is koffiedik kijken.
Een verdere integratie in andere toestellen dan PC’s is voor de hand liggend. De koppeling van het Web met GSM en GPS is al een feit. Schoolborden worden digiborden waarop de kolossale informatie van het Web klassikaal voor het onderwijs in realtime bereikbaar is.
De klassieke informatiemedia zoals kranten, maar ook radio en TV zullen zich snel moeten aanpassen en zich meer op duiding moeten concentreren i.p.v. als eerste informatiebron te willen optreden. Ik heb over vrijwel elk nieuwsfeit al uren lang talloze twittertweets binnen vóór daar ‘s anderendaags iets van in de krant te lezen is.

Spijtig genoeg is er wellicht ook een grote kans op het ontstaan van een nieuwe soort armoede: de armoede van het gebrek aan geïnformeerd zijn omdat men de financiële draagkracht niet heeft om zich de nieuwe ICT-middelen aan te schaffen.

En het gaat toch allemaal zo geweldig snel. Of is dat soms ouder  worden?
Ik hoop dat ons oud koppeke dat allemaal kan blijven bijhouden. 
Ik sluit dit mijmeringske af met een YouTubeke (nog zo’n recent internetfenomeen) dat u een duidelijk overzicht geeft van de nog jonge ontstaansgeschiedenis van het Net. Het in nogal technisch, maar kijk maar eens rustig

Geen opmerkingen:

Een reactie posten