Om mijn “vloerdersprobleem” op te lossen moest je even terug naar de rekenlessen van vroeger.
Bij een vierkant hebben de zijden gelijke afmetingen.
Ik moet er dus voor zorgen dat de lengte van het aantal tegels horizontaal gelijk is aan de lengte van het aantal tegels verticaal.
Om het kleinst mogelijk vierkant te maken met mijn tegels, komt dat dus neer op het zoeken van het kleinste gemeen veelvoud van 15 en 21.
Veelvouden van 15: 15 – 30 – 45 – 60 –75 – 90 – 105
Veelvouden van 21: 21 – 42 – 63 – 84 – 105
105 is dus het KGV.
Ik moet dus 7 rijen van 5 tegels leggen om een vierkant van 105 cm2 te maken.
Ik heb dus 35 tegels nodig.
Mia is akkoord.
Chance: ik heb nog juist 36 van die tegels liggen…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten