Bij mijn allereerste stappen in Romershoven (34 jaar geleden) werd ik al vlug ingeschakeld als “regieassistent” bij de plaatselijke toneelvereniging.
En toen daar “De Paradijsvogels” van Gaston Martens werd opgevoerd, werd mij gevraagd echte wolken te maken, die bij de hemel-scène in het stuk de zaal zouden instromen.
Mijn chemiehart jubelde!
Ik was onmiddellijk mee in de wolken met zo’n uitdagende opdracht.
Ik wist wel dat dit met droogijs (= vast CO2 ) kon en ook met propyleenglycol (= 1,2 propaandiol), maar ik moest naar een goedkope en niet schadelijke methode zoeken die bovendien voor een paar opvoeringen bruikbaar was.
Ik trok naar Air Liquide in Genk en ik kon daar onmiddellijk een grote thermos vol vloeibare lucht (= vloeibare stikstof) en een fles perslucht ter beschikking krijgen.
En nog gratis ook!
Op en achter de scène bouwde ik een opstelling waarmee de vloeibare lucht door een aantal geperforeerde PVC-buizen op het toneel kon stromen.
Mijn opstelling zag er ongeveer als volgt uit:
Onder de buizen legde ik natte doeken. De vochtige lucht en de verdampende stikstof zorgden voor een prachtig wolkenspektakel, al zeg ik het zelf, .
Dit is voor mij onvergetelijk en in Romershoven en daarbuiten zijn er nog velen die zich die Paradijsvogelwolken van 1977 blijven herinneren. Maar niet alleen voor de wolken. Ook en vooral om het plezierige gebeuren en de samenwerking waar een groot deel van het dorp intens bij betrokken was.
Wat gebeurde er eigenlijk bij die "wolkenmakerij"?
De vloeibare stikstof verdampte als het uit de gaatjes in de PVC-buis stroomde.
Daardoor koelde de vochtige lucht in de buurt sterk af en de waterdamp condenseerde tot een fijne nevel, een bloem van een wolk.
Bedenk dat 28 g vloeibare stikstof ongeveer 25 liter gasvormig stikstof oplevert (chemici weten waarom...). Daardoor krijg je snel een massale condensatie van de waterdamp en…een prachtige romige nevel.
In volgend filmpje kan je zien hoe massaal die wolkvorming wel kan zijn met vrij weinig vloeibare stikstof in aanwezigheid van vochtige lucht.
Een kom vloeibare stikstof (-195 °C !) wordt in een zwemkom gekieperd, met zichtbare gevolgen: het Romershovens Paradijsvogel-effect!
Op het einde zie je een paar “waaghalzen” in het water duikelen.
Maar zoveel waaghalzerij is daar niet aan: de temperatuur van de zeer grote hoeveelheid water zal nauwelijks gedaald zijn.
En stikstofgas en waterdamp zijn uiteraard niet giftig: ze maken deel uit van de lucht die we dag-in-dag-uit inademen.
Nog een kleine anekdote over de Romershovense Paradijsvogels.
Bij één van de opvoeringen kwam een straaltje vloeibare lucht op de tenen terecht van een blootvoets engeltje dat bij de hemel-scène moest figureren.
Gevolg: een pijnlijk rood bevroren klein teentje.
Het engeltje van toen is intussen een vrouw van in de veertig geworden.
Maar als we elkaar bij gelegenheid nog eens tegen het lijf lopen, wordt er telkens aan haar winterteentje, aan haar “frostbite” van weleer gedacht. Ook dat is een Romershovens Paradijsvogel-effect…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten