”Gekregen van Roger” zei ze, “kweeperen. En dat schrijf je met twee é’s in kwee”.
”Dat zijn geen kweeperen” zei ik, “dat zijn mispels”.
”Dat zou ook kunnen” zei Mia, “zo goed weet ik het niet. Maar wat ik wel weet is dat Marie-Henriette van kweeperen lekkere confituur maakt”.
”Dat kan je van mispels ook” zei ik.
Geen discussie mogelijk dus: kweepeerconfituur of mispelconfituur, het kan allebei.
Mispels zijn eigenaardige vruchten.
Bijzonder is de indeuking die ook op de foto hierboven goed te zien is: een soort stervormig hart. Ze lijken wel een een beetje op grote rozenbottels. En dat is niet zo raar want enig zoekwerk leerde me dat de mispel tot de rozenfamilie behoort.
Eigenlijk zijn mispels ontstaan door een kruising tussen appels en peren.
De mispels zelf zijn bij het oogsten nog niet goed te eten. Je laat ze best een tijdje liggen tot ze een zacht gevoel geven als je er op duwt. Dat zacht worden is een gevolg van gistingsprocessen (fermentatie) die zich binnen in de vrucht afspelen. Daarbij zal wel alcohol ontstaan, wat bijdraagt tot de aangename smaak.
“Zo rot als een mispel” wordt wel eens gezegd, maar zover mag je de gisting niet laten gaan: rot mag een mispel niet zijn als je hem met smaak wil eten.
En kweeperen dan?
Kweeperen zijn peren van de kwee.
En de kwee is een plant die familie is van…de rozen.
Kweeperen en mispels hebben dus toch iets met mekaar te maken.
Kweeperen zijn rauw niet te eten. Maar compote, gelei en confituur van kweepeer is volgens Mia, die het van Marie-Henriette weet, naar het schijnt heel lekker.
Ik heb nog nooit kweeperen gegeten. Mispels ook niet.
Maar kweeperen herinner ik me van het Nederlands dictee uit mijn schooltijd.
”Kweeperen” sloop daar regelmatig binnen omdat je het fout kon schrijven: met één é in kwee: kweperen dus.
Ik heb hier een Neerlandicus in huis die me kan uitleggen waarom het kweeperen moet zijn en niet kweperen.
Kweeperen is een samenstelling. D.w.z een woord samengesteld uit andere woorden die elk zelfstandig kunnen bestaan: kwee en peren in dit geval.
Welnu in samenstellingen behouden de samenstellende woorden elk hun eigen schrijfwijze: je plakt ze gewoon tegen elkaar zonder er iets aan te veranderen.
Met mispels heb je die taalmiserie niet.
Daarenboven kan ik ze binnenkort eens echt proeven. Binnenkort als ze bijna rot gefermenteerd zijn.
Bedankt Roger!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten