Maar een groep wetenschappers onder leiding van Gary J. Pickering van de Canadese Brock University, heeft dat verschijnsel wetenschappelijk onderzocht en verder uitgeklaard ( Influence of Stimulus Temperature on Orosensory Perception and Variation with Taste Phenotype)
Ze kozen voor 5°C omdat dit de temperatuur is waarbij we meestal voedsel in de frigo bewaren.
Voor de andere testtemperatuur kozen ze 35°C, een paar graden onder onze normale lichaamstemperatuur. De proefpersonen moesten in beide gevallen de smaken beoordelen.
En wat bleek?
De zure en wijnachtige smaak werden als sterker ervaren bij de hogere temperatuur en de smaakgewaarwording bleef in die omstandigheden ook langer nawerken.
Bittere smaken werkten sterkst bij lage temperaturen, maar verdwenen vrij snel
En raar maar waar: op de ervaring van zoete smaken had de temperatuur helemaal geen invloed!
Daarenboven vonden ze dat sommige mensen al een smaakgewaarwording hebben gewoon door koud of warm water te drinken: een temperatuursverandering van de tong geeft dan al een smaak, zonder dat er voedsel of drank geproefd wordt! Blijkbaar zijn op de tong van deze “warmtesmakers” bijzondere papillen aanwezig. Dit zou volgens het onderzoek bij 30% van de mensen voorkomen.
Ik neem aan dat keukenpieten wel iets kunnen doen met die resultaten.
En dat ik blij mag zijn dat ik geen warmtesmaker ben.
En dat we onze wijn dus maar best blijven chambreren.
En dat we de soep dus maar niet koud moeten laten worden deze middag. Tenzij het om een lekkere gazpacho gaat natuurlijk…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten