Ik heb wel niet zoveel last van mee-etertjes.
En als ik er al eens een paar ontdek in de buurt van mijn neus, hoop ik maar dat Mia ze niet ziet. Want dan gaat ze ‘pitsen” tot mijn riekertje en rood van ziet. Een kleine marteling.
Maar gisteren heb ik een goed argument ontdekt om Mia te overtuigen om die zwarte puntjes te laten waar ze zijn.
Een groep Amerikaanse wetenschappers hebben in Nature Medicine laten weten dat mijn en uw mee-eters vol zitten met nuttige bacteriën.
Ze hebben ontdekt dat Staphyloccus epidermidis, de meest voorkomende bacteriestam in de mee-eters, lipoteichoinezuur (LTA) aanmaken.
En dat zuur zorgt ervoor dat huidcellen, bij kwetsuren, geen stoffen produceren die voor ontsteking zorgen.
De Amerikaanse onderzoekers waarschuwen dan ook voor overmatig gebruik van antibacteriële gels en zepen.
Die zouden er wel eens kunnen voorzorgen dat kleine huidwondjes snel gaan ontsteken omdat de nuttige bacteriën er een kopje kleiner door gemaakt worden.
Het is dus weerom waar wat mijn moederke altijd zei: “met een te is het nooit goed”.
Ook te proper deugt dus ook niet.
Koester dus je kleine mee-etertjes.
Laat ze leven.
Ze zullen je met hun onvolprezen LTA belonen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten