Ik heb het hier nog al laten horen: ik ben een nachtuil.
Niet dat ik mij op mijn leeftijd nog intens in het nachtleven stort. Absoluut niet.
Maar het lukt me niet om op een behoorlijk uur slapen te gaan.
Meestal is de volgende dag al minstens 1 uur oud voor ik onder de veren kruip.
En ‘s anderendaags ben ik er rond 7.30u. weer uit.
Het gevolg daarvan is dat me ‘s morgens toch niet altijd honderd procent alert voel.
Dikwijls wat verstrooid en vergeetachtig
Een middagdutje zorgt er dan wel voor dat ik weer 100% geestelijk fit ben in de namiddag.
Klaar om weer door te doen tot een stuk in de nacht...
Maar!
Een team onderzoekers van de universiteit van Wisconsin onder leiding van prof. Chiara Cirelli, heeft vorige week in Nature een artikel gepubliceerd dat aantoont dat verstrooidheid en vergeetachtigheid bij onvoldoend uitgeruste personen te maken heeft met hersencellen die zichzelf uitschakelen.
Met andere woorden, als we vermoeid geraken, en zelfs vóór we die vermoeidheid voelen, houden een deel van onze hersencellen het voor bekeken: ze geven er de brui aan en schakelen over naar een rusttoestand. Ze doen niet meer mee. Ze gaan slapen!
In die situaties beschikken we dus niet over “al onze geestelijke vermogens” met alle gevolgen van dien: niet meer weten waar je de autosleutels gelaten hebt of de deur van de koelkast laten open staan enz.
En hoe langer je wakker blijft, hoe meer hersencellen je blijkbaar in de steek laten.
Zonder dat we er ons van bewust zijn, gaat een deel van onze hersencellen al "dodokes doen", vóór we zelf onder de wol kruipen!
Vroeger het bed in? Ik zal het proberen, maar ik vrees dat het niet gaat lukken.
En als een paar van mijn grijze celletjes dan toch persé “met de kippen willen op stok gaan”: ze moeten het weten. Ik heb er niets op tegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten