In mijn vrijdag-puzzelke ging het over de polshorloges van Mia en mij en over het feit dat ze niet doen wat ze zouden moeten doen: de juiste tijd aanduiden.
Maar wat is nu precies die juiste tijd?
We weten dat de beste tijdsbepaling op dit moment afkomstig is van zogenaamde atoomklokken.
De tijdsbepaling in atoomklokken is gesteund op trillingen in atomen.
Trillingen met een zeer constante frequentie (frequentie = het aantal trillingen per seconde) .
Tot voor korte tijd werden trillingen in cesium-atomen als basis genomen.
Recenter waren de atoomklokken gebaseerd op trillingsfrequenties in aluminium-ionen: de zogenaamde aluminium quantum-logic-klokken
Maar nu blijkt dat zelfs in die enorm precieze klokken die trillingsfrequentie toch in een zeer beperkte mate afhankelijk is van warmtestraling.
Een groep Amerikaanse en Russische natuurkundigen zijn blijkbaar in staat om voor die afwijking een correctie in te voeren.
Hun publicatie daarover is eergisteren verschenen bij het National Institute of Standards and Technology (NIST).
Daardoor worden die atoomklokken nog nauwkeuriger: slechts 1 seconde fout op 32 miljard jaar.
32 miljard jaar!
Dat is meer dan twee keer zo lang als het heelal al bestaat (ongeveer 14 miljard jaar).
Ik herinner me nog de tijd dat we onze polshorloge juist konden zetten op een radiosignaal: “bij het derde tikje is het precies 23 uur, 8 minuten en 45 seconden”
”Piep – piep – piep”.
En blij dat we waren dat ons klokje weer juist tikte.
Weliswaar iets minder nauwkeuriger dan de bijgestelde aluminium quantum logic klok.
Maar daar maakten we ons geen zorgen om. Nu nog niet trouwens…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten