De illusie van vandaag is er één die ik echt zelf aan den lijve heb ervaren.
15 jaar geleden (!), tijdens de herfstvakantie 1995 waren Mia, ons Leen en ik, op reis in Egypte.
Een cruise op de Nijl, langs de indrukwekkende historische tempelcomplexen: Luxor, Edfu, Kom Ombo,…
Eén van de laatste dagen reden we heel vroeg in de morgen met de bus van Aswan naar de verbluffende rotstempels van Aboe Simbel.
Een 260km lange tocht door de Nubische woestijn. In een konvooi van meerdere bussen omwille van aanslagen op toeristen in het verleden.
En plots zag ik het.
Iets waar ik meer dan 20 jaar lang les had over gegeven, dook ineens op in de warmtespeling van de ochtendzon: een echte Fata Morgana
Gelukkig was de chauffeur bereid om even te stoppen, zodat ik een paar foto’s kon nemen.
Hieronder zie je een scan van één van die foto’s, want in 1995 had ik nog geen digitaal apparaat.
Je ziet in de verte een aantal bergjes en daaronder hun spiegelbeeld.
Dit is beter te zien door de uitvergroting die ik van het stukje in het rood kadertje gemaakt heb:
Het ontstaan van die illusie is een gevolg van de verandering van de dichtheid van de lucht in de lagen boven de woestijngrond.
Die dichtheidsvariaties zijn op hun beurt een gevolg van temperatuurverschillen: hoe warmer de lucht, hoe minder dicht hij is.
Wanneer licht van dichtere lucht naar ijlere lucht overgaat, buigt het naar boven af.
Een waarnemer ziet daardoor het voorwerp lager en omgekeerd: zie onderste lichtweg in de figuur hierboven.
Wanneer licht van ijlere lucht naar dichtere lucht overgaat, buigt het naar beneden af.
Een waarnemer ziet daardoor het voorwerp hoger (of groter) en rechtop: zie bovenste lichtweg in de figuur hierboven.
De reden waarom ik hier nu ineens “mijn” Fata Morgana ten berde breng, heeft met een boek te maken.
In de loop van vorige week kwam ik via Twitter bij “Het Nova Zembla verschijnsel – geschiedenis van een luchtspiegeling” terecht.
Dit werk van de Nederlands fysicus Siebren van der Werf beschrijft en verklaart een soort “Fata-Moragana-achtige” luchtspiegeling die in 1597 door Gerrit de Veer werd waargenomen op Nova Zembla.
Gerrit de Veer was bemanningslid van een Nederlandse expeditie die via de Noordkaap een nieuwe doorgang naar oosten probeerde te vinden.
Tijdens een overwintering op Nova Zembla zag de Veer de zon 14 dagen vroeger dan verwacht boven de horizon opduiken.
De originele beschrijving van zijn waarneming kan je hier lezen.
Op basis van de kennis van de duur van poolnacht kon dit niet: de zon stond nog 5° onder de horizon!
De waarneming bleek een illusie, een luchtspiegeling te zijn.
Het boek legt de hele historie bloot van de waarneming, het ongeloof bij de tijdsgenoten en de uiteindelijke verklaring in 1604 door niemand minder dan de befaamde astronoom Johannes Kepler.
Een boeiend boek, ook voor niet fysici begrijpelijk geschreven door van der Werf.
Het ligt intussen op mijn nachtkastje (en elders).
En toen kwam het mijmeren.
Over 1995, over onze onvergetelijke Egypte-reis, over “onze Fata Morgana”, 15 jaar geleden…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten