Het is paaszaterdag vandaag.
De klokken van Rome zijn terug in het land. Zo was het toch in mijn jonge jaren.
Tegenwoordig hoor je over die paasklokken niet veel meer. Het is al paashaas wat de klok slaat.
Maar de paaseitjes zijn gebleven: chocolade-eieren van allerlei maat en gewone kippeneieren in standaardmaat.
En het is over die “standaardkippeneieren” dat ik het vandaag wil hebben.
Volgens statistieken van de International Egg Commission (IEC) verbruiken Belgen en Nederlanders gemiddeld 180 à 200 eieren per jaar en persoon, waarvan de kleine helft in de schaal en de rest verwerkt in allerlei producten.
Ik heb het niet precies geteld, maar wereldwijd worden er dus jaarlijks tientallen miljarden eieren verorberd.
En dat heeft een kolossale eierschaalberg tot gevolg, waar (tot nu toe) niet veel nuttigs mee gebeurt: de schalen komen overal ter wereld op afvalstorten terecht.
Maar een groep chemisten van de University of Leicester onder leiding van prof. Andrew Abott wil daar iets aan doen.
Zo’n eischaal is immers veel meer dan alleen maar kalk.
Die kalk (eigenlijk calciumcarbonaat) zit ingebed in een matrix van proteïnen (eiwitten).
Maar nog belangrijker zijn de suikers (glycosaminoglycanen (GAGs)) die er in aanwezig zijn.
Abott en zijn medewerkers willen die suikers uit de eierschalen extraheren om er nuttige dingen mee te doen.
Zo zijn GAGs te gebruiken als basisstoffen voor de productie van belangrijke geneesmiddelen (antistollingsmiddelen o.a).
Maar Abott wil GAGs ook omzetten tot plastics op basis van zetmeel (ook een suiker).
Die plastics zouden kan kunnen gebruikt worden als verpakkingsmateriaal.
Voor eierdoosjes bijvoorbeeld…
De recyclagecyclus is dan helemaal rond.
Denk daar maar eens aan als je vandaag of morgen je “tikkeneiken” pelt en de schalen in de vuilbak kiepert…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten