Mijn puzzelke van gisteren ging niet zomaar over valse munten.
Ik heb een paar dagen geleden de laatste bladzijde omgedraaid van een bijzonder boek over Newton.
Newton and the counterfeiter. Newton en de valsmunter.
Zoals ik gisteren al zei: het puzzelke lag het verlengde van mijn recent leeswerk.
Isaac Newton zal bij de meesten wel bekend zijn uit de fysicalessen (dat hoop ik toch…).
Hij is inderdaad de man die als de grondlegger van de klassieke mechanica kan beschouwd worden.
De man die de zwaartekracht beschreef en die kracht zelfs in een beroemde formule kon vangen:
Maar Newton was nog veel meer.
Hij was ook theoloog.
En raar voor zo’n rationeel denken man: hij was ook alchemist!
Alchemist, raar voor ons, maar in de 17de eeuw waren nog meer beroemde wetenschappers (Boyle, Locke) op zoek naar methodes om onedele metalen om te zetten in goud.
Maar wat nog veel minder bekend is: de laatste 30 jaren van zijn leven, deed Newton iets heel anders dan fysica doceren aan het beroemde Trinity College in Cambridge.
Hij verhuisde naar de Londense Tower en werd in 1696 muntmeester (Warden of the Mint).
En het is over dit aspect van Newton’s leven dat het boek Newton and the couterfeiter gaat.
Newton werd als muntmeester gevraagd om de plaag aan te pakken die Engeland in die tijd economisch en financieel naar de afgrond dreigde te brengen: ongebreidelde valsmunterij.
Die zeer sterke verspreiding van valse munten had te maken met het gegeven dat de zilveren munten die als betaalmiddel in omloop waren, een veel lagere nominale waarde hadden dat wat voor het zilver op de Europese metaalmarkten werd geboden.
Valsmunters brachten dus namaakmunten in omloop of vijlden de randen van de munten af (“clipping”) en verkochten het zilver in Amsterdam en Parijs.
Om het probleem aan te pakken organiseerde Newton enerzijds een “hermunting” (recoinage): alle oude munten werden binnengevraagd, hersmolten en van beeltenissen en gekartelde randen voorzien. Daardoor werd het moeilijker om ze na te maken.
Anderzijds joeg hij, met behulp van verklikkers en “undercovers”, met grote verbetenheid op valsmunters.
Het boek verteld op een spannende wijze hoe Newton de koning der valsmunters, William Chaloner, uiteindelijk aan de galg kreeg.
Op 22 maart 1699 werd Chaloner opgeknoopt in Tyburn in de buurt van het huidige Londense Marble Arch, één van de hoeken van Hyde Park.
En zoals toen nog gebruikelijk was, werd zijn lichaam gevierendeeld.
De goede oude tijd weet je wel…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten