Gisterenmorgen iets na halfacht was er op Radio2-Limburg een schitterend sappig interview met een pechverhelper van de VAB.
Het ging over de gevolgen van de hoge zomerse temperaturen voor de auto en vooral voor hen die erin moeten als zo’n vierwieler een tijdje in de zon heeft staan bakken.
In witte of lichtgekleurde auto’s met lichtgekleurde autozetels, kan de temperatuur tot zo’n 40°C worden zei de man.
Maar in zwarte of donkergekleurde auto’s met donkere binnenbekleding kan het wel 55°C en meer worden zei hij.
Ik vroeg mij af of hij gemeten temperaturen hanteerde. En jawel hoor: op de site van de VAB vond ik die waarden terug in de resultaten van een warmtestudie.
In elk geval, de waarheid achter zijn verhaal was duidelijk: donkere oppervlakken absorberen veel stralingsenergie en warmen daardoor op. Licht gekleurde oppervlakken weerkaatsen veel stralingsenergie en warmen daardoor minder op.
Oké, maar hoe zit dat dan met de negerkes?
Waarom zijn die dan niet wit? Ze leven toch permanent bij intensere zonnestraling. En wit weerkaatst toch en maakt minder warm?
En waarom hebben ze nog uitgerekend donker haar ook?
Bleke blondjes zouden daar toch beter passen?
Hola, niet te simpel doen!
Hier is wat anders aan de hand.
Hier komt Darwin van achter het hoekje kijken: survival of the fittest!
De best aangepaste heeft de beste overlevingskansen.
En in streken met intense zonnestraling zijn de best aangepasten, die welke de hoogste concentratie aan het UV-absorberend huidpigment melanine in de cellen van hun opperhuid hebben.
En dat zijn donkerhuidige mensen.
Hierboven zie je een stukje van de structuur van eumelanine. Dit is de melaninevariant die in hoge concentraties voorkomt in de pigmentcellen (melanocyten) van de opperhuid én in het haar van donkerhuidige mensen.
Die hoge concentraties aan eumelanine zorgen voor de donkere huid- én haarkleur.
Maar belangrijker is dat eumelanine zeer sterk de ultraviolette straling uit het zonlicht absorbeert.
Daardoor kunnen de energierijke UV-stralen vrijwel niet doordringen tot de celkernen.
Ze kunnen dan ook geen wijzigingen aanbrengen in de DNA-structuur en dus ook niet leiden tot mutaties die huidkanker kunnen veroorzaken.
De natuurlijke selectie heeft er dus voor gezorgd dat donkerhuidigen en donkerharigen de beste overlevingskansen hadden in die UV-lichtrijke omgeving.
Die selectie is de goede geweest: liever iets warmer zonder kanker dan iets koeler met kanker.
Het is een vaststaat feit dat negroïde mensen veel minder huidkanker krijgen dan blanken.
Eén nadeeltje toch van dit selectiegebeuren. In onze westerse multiculturele samenleving zie je tegenwoordig veel donkerhuidigen die naar onze streken gemigreerd zijn met de hoop op betere leefomstandigheden. Maar bij ons is er wel minder zonlicht. En dat zonlicht, wordt bij de negroïde mensen die hier rondlopen, bijna volledig weggefilterd door de melanine in de huid. Zo kan er bij die mensen een tekort aan vitamine D ontstaan. Want vitamine D wordt in de huid gevormd uit cholesterol, maar alleen als er voldoende UV-licht kan doordringen.
Met de geringere zonnestraling en de sterke filtering door de donkere huid, is dit problematisch. Negers die in onze streken verblijven vertonen dan ook regelmatig een aantal ziekten als gevolg van gebrek aan vitamine D.
En blondjes (vrouw of man) worden in de hete zomerse dagen van tegenwoordig nóg blonder.
Want de UV-stralen, die door de lage melanineconcentratie bijna niet tegengehouden worden, maken de weinige melanine nog kapot ook. Daardoor wordt het blonde kopje nog bleker.
Maar ze kunnen wel het hoofd beter koel houden.
Alhoewel…
Waarom gaat een dom blondje bij gevaar in de koelkast zitten?
Zo probeert ze haar hoofd koel te houden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten