De laatste weken zitten we terug met een typische Belgische zomer.
Mooie zonnige periodes wisselen elkaar af met een ferme “drasj nationale”.
Voor alle veiligheid neem je dus best een paraplu mee als je er op uit trekt. Want als je die vergeet kan je wel eens van een “natte reis” thuis komen.
Als Sint-Pieter je dan toch verrast en zijn hemelsluizen onverwacht openzet, dan moet je spurten om je hemd en al de rest droog te houden. En dan denk je waarschijnlijk niet na over de grootte van de regendruppels die uw koppeke bombarderen.
Maar er zijn mensen die zich daar wel zorgen over maken.
Je zou als een simpele (soms) nadenkende Vlaming kunnen veronderstellen dat de druppels die op je hoofdje te pletter slaan, brokstukken zijn van grotere druppels die bij het naar beneden vallen onderweg tegen elkaar botsten en uiteengespat zijn. Of dat sommige druppels de som zijn van botsende kleintjes die zó versmolten zijn tot een groter waterbolleke.
Dan denkt ge toch iets te simpel Vlamingske!
Franse wetenschappers van de Université de Provence, onder leiding van Emmanuel Villermaux, hebben regendruppels eens grondig onder de loupe genomen.
Het resultaat van hun studie is eergisteren gepubliceerd in Nature Physics.
Ze hebben er hoge snelheidscamera’s op losgelaten. En zo hebben ze aangetoond dat er geen botsingen nodig zijn om de kleinere regendruppels te doen ontstaan.
De kleinere druppels ontstaan gewoon door het uit elkaar vallen van individuele geïsoleerde grotere druppels.
Die grote druppels gaan tijdens hun val eerst uitvlakken tot platte pannenkoeken, die, als ze dunner worden, een luchtzak vormen die groeit en groeit tot hij plots openbarst in vele kleine natmakertjes.
Dit is schitterend te zien op het volgende filmpje:
Denk daar nog eens aan als je zonder paraplu door een plensbui loopt de volgende dagen.
Ik ben er zeker van dat je dan de nattigheid minder zal voelen.
Ik mijmer intussen wel even over het nut van zo'n onderzoek…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten