Eergisteren had ik het over één miljard. Het getal dat al dan niet een peulschil is naargelang de context waarin je het gebruikt.
Vandaag presenteer ik jullie een ander mooi voorbeeld van verschil in grootte-orde.
Als je op onderstaand beeld klikt kom je op een website terecht die je toelaat om met een schuifbalk steeds meer in detail in te zoomen op wat zich op het beeld bevindt.
Je maakt zo een reis van een koffieboon van 12 x 8 mm tot op het niveau van één koolstofatoom van 140 pm (pm = picometer= 10-12m).
Op de site zie ook wat uitleg over de verschillende lengtematen.
Kleine opmerking.
Denk er aan dat het om een Amerikaanse site gaat en dat de Amerikanen niet spreken van een miljard.
Een miljard is voor hen “a billion”. Voor ons is een biljoen een miljoen in het kwadraat. Dit verschil in naamgeving geraakt maar niet de wereld uit…
In elk geval een site die de zeer de moeite waard is voor iedereen.
En vooral: geen enkele leraar wetenschappen zou hier met zijn leerlingen mogen aan voorbijgaan!
Milde reflecties van Hervé Tavernier op heden en verleden met ook wat tips, nieuwtjes, spelletjes en puzzelkes.
zaterdag 31 oktober 2009
vrijdag 30 oktober 2009
Het domino-effect
Je kent dat wel van televisie.
Die competitie om zoveel mogelijk dominosteentjes te doen omtuimelen en zo in het Guinness Book of Records te komen.
De steentjes staan in de merkwaardigste en kleurrijkste opstellingen. En het plaatsen van die blokjes is een kwestie van uiterste precisie.
In dit vrijdagspelletje mag dat zelf eens proberen.
In een veel eenvoudiger en minder kleurrijke lay-out.
Maar de eis van precieze plaatsing blijft.
Dus niet teveel straffe koffie drinken vóór je eraan begint, want dan krijg je de “bibberebietjes”.
Klik op het beeld.
Die competitie om zoveel mogelijk dominosteentjes te doen omtuimelen en zo in het Guinness Book of Records te komen.
De steentjes staan in de merkwaardigste en kleurrijkste opstellingen. En het plaatsen van die blokjes is een kwestie van uiterste precisie.
In dit vrijdagspelletje mag dat zelf eens proberen.
In een veel eenvoudiger en minder kleurrijke lay-out.
Maar de eis van precieze plaatsing blijft.
Dus niet teveel straffe koffie drinken vóór je eraan begint, want dan krijg je de “bibberebietjes”.
Klik op het beeld.
donderdag 29 oktober 2009
Beeldjes jagen kan weer iets efficiënter
Ik heb het in mijn blogje al een paar keer gehad over het zoeken naar afbeeldingen of foto’s op internet.
Ik ben daar dan ook dagelijks mee bezig.
Een blogbericht moet immers geïllustreerd en opgelucht worden. Het oog wil altijd wat.
Dat Google afbeeldingen dan het middel bij uitstek is weten jullie al.
Maar gisteren heeft Google de efficiëntie van dat zoekwerk weer een beetje verhoogd.
Als je een (te) algemene zoekterm ingeeft, biedt Google je de kans om een keuze te maken uit verwante zoekopdrachten.
Daardoor kan je de resultaten dichter brengen bij wat je wenst en moet je niet allerlei ongewilde beeldjes de revue laten passeren.
Als voorbeeld laat ik zien welke verwante zoekopdrachten Google voorstelt als je de zoekterm ‘fietsen” intypt:
Let er wel op dat je die keuze om verwante zoekopdrachten te doen niet altijd krijgt.
Dit gebeurt alleen maar als de Google-databanken een beeldenvoorraad hebben die verwant zoeken mogelijk maken.
En soms zijn de verwante opdrachten merkwaardig gekozen.
Voor zoeken op “voetbal” kreeg ik b.v. alleen “Ronaldinho” als mogelijkheid. Maar bij “bal” kreeg ik direct vier mogelijkheden: voetbal, voetbalbal(!), nikebal en strandbal.
Hoe abstracter de eerste zoekterm, hoe moeilijker Google het blijkbaar heeft om verwantschappen aan te bieden.
Het werkt dus nog niet perfect.
Verwante zoekopdrachten is ook niet bedoeld om gelijke of sterk gelijkende beelden te zoeken op internet.
Als dat de bedoeling is, moet je Google verlaten en naar TinEye overschakelen.
TinEye is een omgekeerde zoekmachine.
Je doet een upload van een beeld of je geeft de URL van een beeld op. TinEye zoekt dan waar dat beeld of een sterk gelijkend beeld nog ergens op internet te vinden is.
Dit is straffe kost, want hier moet gebruikt gemaakt worden van beeldidentificatietechnieken.
Ongelooflijk. De mogelijkheden van de internettoepassingen blijven me dag in dag uit verbazen!
Ik ben daar dan ook dagelijks mee bezig.
Een blogbericht moet immers geïllustreerd en opgelucht worden. Het oog wil altijd wat.
Dat Google afbeeldingen dan het middel bij uitstek is weten jullie al.
Maar gisteren heeft Google de efficiëntie van dat zoekwerk weer een beetje verhoogd.
Als je een (te) algemene zoekterm ingeeft, biedt Google je de kans om een keuze te maken uit verwante zoekopdrachten.
Daardoor kan je de resultaten dichter brengen bij wat je wenst en moet je niet allerlei ongewilde beeldjes de revue laten passeren.
Als voorbeeld laat ik zien welke verwante zoekopdrachten Google voorstelt als je de zoekterm ‘fietsen” intypt:
Let er wel op dat je die keuze om verwante zoekopdrachten te doen niet altijd krijgt.
Dit gebeurt alleen maar als de Google-databanken een beeldenvoorraad hebben die verwant zoeken mogelijk maken.
En soms zijn de verwante opdrachten merkwaardig gekozen.
Voor zoeken op “voetbal” kreeg ik b.v. alleen “Ronaldinho” als mogelijkheid. Maar bij “bal” kreeg ik direct vier mogelijkheden: voetbal, voetbalbal(!), nikebal en strandbal.
Hoe abstracter de eerste zoekterm, hoe moeilijker Google het blijkbaar heeft om verwantschappen aan te bieden.
Het werkt dus nog niet perfect.
Verwante zoekopdrachten is ook niet bedoeld om gelijke of sterk gelijkende beelden te zoeken op internet.
Als dat de bedoeling is, moet je Google verlaten en naar TinEye overschakelen.
TinEye is een omgekeerde zoekmachine.
Je doet een upload van een beeld of je geeft de URL van een beeld op. TinEye zoekt dan waar dat beeld of een sterk gelijkend beeld nog ergens op internet te vinden is.
Dit is straffe kost, want hier moet gebruikt gemaakt worden van beeldidentificatietechnieken.
Ongelooflijk. De mogelijkheden van de internettoepassingen blijven me dag in dag uit verbazen!
woensdag 28 oktober 2009
Een miljard is (g)een peulschil
Het begrotingsdebat in het federaal parlement vorige week heeft ons weer duizelingwekkende cijfers opgeleverd.
Het tekort op de begroting voor volgend jaar gaat in de richting van de 25 miljard euro.
In Duitsland spreekt men van 60 miljard euro te kort.
En in de Verenigde Staten is het tekort intussen opgelopen tot 1.430 miljard dollar.
Die kolossale cijfers zeggen ons niets meer. We halen onze schouders op.
Nochtans is een miljard een enorm groot getal.
Toen ik nog aan het werk was moest ik voortdurend met dergelijke grote getallen jongleren.
Het ging dan wel niet over centjes, maar over materiedeeltjes.
In de chemie werken we immers met moleculen, immens kleine dingetjes.
Bijgevolg heb je er onmiddellijk een gigantisch groot aantal, zelfs als je maar een kleine hoeveelheid van een bepaalde stof neemt.
In 1 liter water b.v. dartelen er maar liefst 334.1023 watermoleculekes rond.
Dat zijn er 33.400.000 000 000 000 000 000 000!
Het kunnen er zelfs een paar miljoen meer zijn, want ik heb hier afgerond op 1.1023...
Om mijn leerlingen een idee te geven over de onvoorstelbaarheid van zo’n getal, zei ik hen steeds dat ze niet lang genoeg zouden leven om in hun hele leven tot 1 miljard te tellen.
Hun ongeloof was groot, maar een simpel rekensommetje overtuigde hen snel.
In 24 uur, zijn er 86.400 seconden.
Als je een dag en een nacht aan één stuk door telt heb je 1.000.000.000 / 86.400 = 11.574 keer 24 uur nodig om een miljard te bereiken.
Dat is ongeveer 32 jaar.
Maar ja je moet nog eten en slapen en wat nog allemaal.
En “driehonderdvierentwintigmiljoen honderd drieënzestigduizend zevenhonderdzevenenzeventig” spreek je zo maar niet in één seconde uit.
Mijn leerlingen waren akkoord: tellen van 1 tot 1 miljard: niet te doen in een mensenleven.
Ben je ook akkoord? Een miljard is geen peulschil!
Maar wat dan te denken over het heelal dat ons omringt.
In het waarneembare heelal zijn er naar schatting
1010 melkwegstelsels, 1022 sterren (zonnen), en 1080 atomen aanwezig.
Het gaat dan over het waarneembare heelal.
Maar de moderne kosmologie er is van overtuigd dat de werkelijkheid bestaat uit enorme aantallen parallelle universa, waarvan ons waarneembaar universum er maar ééntje is.
De totale werkelijkheid kan je dan ook beter een multiversum noemen.
Recent hebben twee astronomen van de befaamde (16de in de top ranking) Amerikaanse Stanford University een berekende schatting gedaan van het aantal universa in het multiversum.
Ik kan niet oordelen over de gegrondheid van hun berekeningen.
Dit is te veel te zware kost voor mij.
Een korte samenvatting van hun werk kan je hier lezen.
En het pdf-bestand met het volledige artikel is ook beschikbaar.
Herhaal je wiskundeleerstof toch maar eerst even als je daar wil aan beginnen lezen…
Maar het resultaat van hun rekenwerk is verbluffend en ongrijpbaar: het aantal universa in het multiversum bedraagt:
Dit is een getal met 1010.000.000 cijfers!
Daarmee vergeleken is 1 miljard, een getal met 10 cijfertjes, een onnozelheid.
Ben je weer akkoord? Een miljard is een peulschil!
Het tekort op de begroting voor volgend jaar gaat in de richting van de 25 miljard euro.
In Duitsland spreekt men van 60 miljard euro te kort.
En in de Verenigde Staten is het tekort intussen opgelopen tot 1.430 miljard dollar.
Die kolossale cijfers zeggen ons niets meer. We halen onze schouders op.
Nochtans is een miljard een enorm groot getal.
Toen ik nog aan het werk was moest ik voortdurend met dergelijke grote getallen jongleren.
Het ging dan wel niet over centjes, maar over materiedeeltjes.
In de chemie werken we immers met moleculen, immens kleine dingetjes.
Bijgevolg heb je er onmiddellijk een gigantisch groot aantal, zelfs als je maar een kleine hoeveelheid van een bepaalde stof neemt.
In 1 liter water b.v. dartelen er maar liefst 334.1023 watermoleculekes rond.
Dat zijn er 33.400.000 000 000 000 000 000 000!
Het kunnen er zelfs een paar miljoen meer zijn, want ik heb hier afgerond op 1.1023...
Om mijn leerlingen een idee te geven over de onvoorstelbaarheid van zo’n getal, zei ik hen steeds dat ze niet lang genoeg zouden leven om in hun hele leven tot 1 miljard te tellen.
Hun ongeloof was groot, maar een simpel rekensommetje overtuigde hen snel.
In 24 uur, zijn er 86.400 seconden.
Als je een dag en een nacht aan één stuk door telt heb je 1.000.000.000 / 86.400 = 11.574 keer 24 uur nodig om een miljard te bereiken.
Dat is ongeveer 32 jaar.
Maar ja je moet nog eten en slapen en wat nog allemaal.
En “driehonderdvierentwintigmiljoen honderd drieënzestigduizend zevenhonderdzevenenzeventig” spreek je zo maar niet in één seconde uit.
Mijn leerlingen waren akkoord: tellen van 1 tot 1 miljard: niet te doen in een mensenleven.
Ben je ook akkoord? Een miljard is geen peulschil!
Maar wat dan te denken over het heelal dat ons omringt.
In het waarneembare heelal zijn er naar schatting
1010 melkwegstelsels, 1022 sterren (zonnen), en 1080 atomen aanwezig.
Het gaat dan over het waarneembare heelal.
Maar de moderne kosmologie er is van overtuigd dat de werkelijkheid bestaat uit enorme aantallen parallelle universa, waarvan ons waarneembaar universum er maar ééntje is.
De totale werkelijkheid kan je dan ook beter een multiversum noemen.
Recent hebben twee astronomen van de befaamde (16de in de top ranking) Amerikaanse Stanford University een berekende schatting gedaan van het aantal universa in het multiversum.
Ik kan niet oordelen over de gegrondheid van hun berekeningen.
Dit is te veel te zware kost voor mij.
Een korte samenvatting van hun werk kan je hier lezen.
En het pdf-bestand met het volledige artikel is ook beschikbaar.
Herhaal je wiskundeleerstof toch maar eerst even als je daar wil aan beginnen lezen…
Maar het resultaat van hun rekenwerk is verbluffend en ongrijpbaar: het aantal universa in het multiversum bedraagt:
Dit is een getal met 1010.000.000 cijfers!
Daarmee vergeleken is 1 miljard, een getal met 10 cijfertjes, een onnozelheid.
Ben je weer akkoord? Een miljard is een peulschil!
Labels:
astronomie,
atoomtheorie,
Google Maps,
kosmos,
moleculen,
multiversum
dinsdag 27 oktober 2009
Een fototruukje
Gisteren was ik een grote reeks foto’s op één USB-stickje aan het verzamelen.
Die foto’s bevonden zich in verschillende directories op mijn PC. Ze hadden nietszeggende namen.
Afhankelijk van de bron van herkomst (fototoestel, e-mail, geheugenkaart,…) heten ze b.v. 001-IMG_0755k, 002-IMG_0739k, …. of PICT0396, PICT0397,…. of DSC01268, DSC01269, DSC01270, ...
Het is dan ook interessant om die namen meer herkenbaar te maken en te wijzigen in b.v. “Wandeling Zammelen” met een nummering.
Maar als je dat voor honderden fotootjes apart moet doen, is dat een onbegonnen werk.
Gelukkig kan je dat in Windows, sinds de XP-versie, in één keer doen voor alle foto’s die je selecteert.
Sommigen onder jullie zullen die truuk al wel kennen, voor anderen is het misschien toch nieuw en dus bruikbaar. Ik geef hem dus maar voor wat hij waard is.
Hoe doe je het?
Je ziet het hieronder:
Als je dezelfde naamsverandering wil toepassen op een grote verzameling foto’s die zich in verschillende directories bevinden, doe je er goed aan om een nieuwe directory aan te maken en daar al die foto’s in onder te brengen. Je moet dan bovenstaande bewerking maar één keer doen.
Wil je subreeksen maken, dan kan je natuurlijk reeks per reeks selecteren en telkens de F2-truuk toepassen.
Bij het kiezen van de naam kan je er ook voor zorgen dat die subreeksen alfabetisch geordend worden b.v.
Misschien ken je zelf ook wel een goede alternatieve truuk?
Laat me maar iets weten.
Die foto’s bevonden zich in verschillende directories op mijn PC. Ze hadden nietszeggende namen.
Afhankelijk van de bron van herkomst (fototoestel, e-mail, geheugenkaart,…) heten ze b.v. 001-IMG_0755k, 002-IMG_0739k, …. of PICT0396, PICT0397,…. of DSC01268, DSC01269, DSC01270, ...
Het is dan ook interessant om die namen meer herkenbaar te maken en te wijzigen in b.v. “Wandeling Zammelen” met een nummering.
Maar als je dat voor honderden fotootjes apart moet doen, is dat een onbegonnen werk.
Gelukkig kan je dat in Windows, sinds de XP-versie, in één keer doen voor alle foto’s die je selecteert.
Sommigen onder jullie zullen die truuk al wel kennen, voor anderen is het misschien toch nieuw en dus bruikbaar. Ik geef hem dus maar voor wat hij waard is.
Hoe doe je het?
Je ziet het hieronder:
- selecteer al de foto’s die je van naam wil veranderen.
- druk op F2
- je kan nu van één foto de naam wijzigen
- druk op ENTER
Als je dezelfde naamsverandering wil toepassen op een grote verzameling foto’s die zich in verschillende directories bevinden, doe je er goed aan om een nieuwe directory aan te maken en daar al die foto’s in onder te brengen. Je moet dan bovenstaande bewerking maar één keer doen.
Wil je subreeksen maken, dan kan je natuurlijk reeks per reeks selecteren en telkens de F2-truuk toepassen.
Bij het kiezen van de naam kan je er ook voor zorgen dat die subreeksen alfabetisch geordend worden b.v.
Misschien ken je zelf ook wel een goede alternatieve truuk?
Laat me maar iets weten.
maandag 26 oktober 2009
Zoals het vroeger was.
1957.
Ik zat in de 1ste Moderne van het St.-Gregoriusinstituut – afdeling Merelbeke.
Die middelbare school was er in onze gemeente gekomen in de volle schoolstrijd, als antwoord van het katholiek onderwijs op de “Collardschool” die er door het toenmalige rijksonderwijs was opgericht.
Onze school was een “filiaal” van het grotere St.-Gregoriusinstituut van Ledeberg aan de rand van Gent.
Ieder jaar, op 12 maart, werd het naamfeest van de patroonheilige van onze school, de H. Gregorius gevierd.
Daar keken we in 1957, toen we dit voor de eerste keer mochten meebeleven, al van in het begin van het schooljaar naar uit.
12 maart was een feestdag.
Uiteraard geen les en we mochten met de hele klas, per fiets, naar Ledeberg, naar ons “groot moedercollege” om daar met die stadsmussen mee te vieren. Fier droegen we onze “alpin” met daarop het kenteken van onze Merelbeekse afdeling.
We smulden volop van de lekkere koeken en dronken met volle teugen van de zoete limonade. Iets wat we thuis zelden of nooit op tafel kregen.
Maar als je de foto goed bekijkt zie je achteraan waar het ons die dag vooral om te doen was: we mochten roken!
Maandenlang ervóór werd er op school gediscussieerd over welke sigaretten we zouden kopen: Boule d’Or of Belga Filter of Rode Michel misschien, want Groene was te straf? Uiteindelijk koos ik voor een pakje Northpole, een meer “exclusieve” soort mentholsigaretten.
Ik had voor alle zekerheid thuis al wat geoefend met een paar sigarillootjes van ons pa, die ik stiekem op het toilet (dubbele zekerheid) had opgepaft.
Ik herinner me nog alsof het gisteren was hoe ik ervan genoten heb die 12 maart. Mijn pakje Northpole is er die dag helemaal aan gegaan…
1957.
Jongentjes van 12 jaar laten roken! Hoe kwamen ze er bij, die priesterleraars van 50 jaar geleden!
De tijden zijn veranderd.
Toen was roken nog gemeengoed.
Iedereen deed het. Bij de mannen toch. “Hij is geen man die niet roken kan” was toen de leidraad.
Maar op “den buiten” werden rokende vrouwen toen meestal nog met een erg scheef oog bekeken.
En het woord longkanker was nog nergens te horen.
Een treffende illustratie van hoe er toen tegen roken en tabaksgebruik werd aangekeken is te zien en te horen op het filmpje hieronder, daterend van 1958.
Een veel uitgebreidere versie met een lofzang op de Nederlandse tabaksindustrie, is te vinden op de onvolprezen Geschiedenissite van de VPRO.
Ik raad u aan om ook dat tijdsdocument eens te bekijken.
Maar dan moet je wel even tijd maken want het duurt maar liefst 23 minuten.
Daar moet je dus rustig bij gaan zitten.
Met een lekker bakkie koffie en… liefst zonder sigaret of sigarillootje.
Ik zat in de 1ste Moderne van het St.-Gregoriusinstituut – afdeling Merelbeke.
Die middelbare school was er in onze gemeente gekomen in de volle schoolstrijd, als antwoord van het katholiek onderwijs op de “Collardschool” die er door het toenmalige rijksonderwijs was opgericht.
Onze school was een “filiaal” van het grotere St.-Gregoriusinstituut van Ledeberg aan de rand van Gent.
Ieder jaar, op 12 maart, werd het naamfeest van de patroonheilige van onze school, de H. Gregorius gevierd.
Daar keken we in 1957, toen we dit voor de eerste keer mochten meebeleven, al van in het begin van het schooljaar naar uit.
12 maart was een feestdag.
Uiteraard geen les en we mochten met de hele klas, per fiets, naar Ledeberg, naar ons “groot moedercollege” om daar met die stadsmussen mee te vieren. Fier droegen we onze “alpin” met daarop het kenteken van onze Merelbeekse afdeling.
Herken je me op de foto?
We smulden volop van de lekkere koeken en dronken met volle teugen van de zoete limonade. Iets wat we thuis zelden of nooit op tafel kregen.
Maar als je de foto goed bekijkt zie je achteraan waar het ons die dag vooral om te doen was: we mochten roken!
Maandenlang ervóór werd er op school gediscussieerd over welke sigaretten we zouden kopen: Boule d’Or of Belga Filter of Rode Michel misschien, want Groene was te straf? Uiteindelijk koos ik voor een pakje Northpole, een meer “exclusieve” soort mentholsigaretten.
Ik had voor alle zekerheid thuis al wat geoefend met een paar sigarillootjes van ons pa, die ik stiekem op het toilet (dubbele zekerheid) had opgepaft.
Ik herinner me nog alsof het gisteren was hoe ik ervan genoten heb die 12 maart. Mijn pakje Northpole is er die dag helemaal aan gegaan…
1957.
Jongentjes van 12 jaar laten roken! Hoe kwamen ze er bij, die priesterleraars van 50 jaar geleden!
De tijden zijn veranderd.
Toen was roken nog gemeengoed.
Iedereen deed het. Bij de mannen toch. “Hij is geen man die niet roken kan” was toen de leidraad.
Maar op “den buiten” werden rokende vrouwen toen meestal nog met een erg scheef oog bekeken.
En het woord longkanker was nog nergens te horen.
Een treffende illustratie van hoe er toen tegen roken en tabaksgebruik werd aangekeken is te zien en te horen op het filmpje hieronder, daterend van 1958.
Een veel uitgebreidere versie met een lofzang op de Nederlandse tabaksindustrie, is te vinden op de onvolprezen Geschiedenissite van de VPRO.
Ik raad u aan om ook dat tijdsdocument eens te bekijken.
Maar dan moet je wel even tijd maken want het duurt maar liefst 23 minuten.
Daar moet je dus rustig bij gaan zitten.
Met een lekker bakkie koffie en… liefst zonder sigaret of sigarillootje.
Labels:
foto,
Gent,
Google Maps,
jeugdjaren,
kanker,
Merelbeke,
onderwijs,
YouTube
zondag 25 oktober 2009
Windows 7 installeren. Pfioew, wat een miserie!
Ik heb gisteren Windows 7 Home Premium 64 bit geïnstalleerd.
Als een upgrade van Vista Home Premium 64 bit.
Omwille van de aankoopdatum van mijn PC had ik nog net recht op een gratis versie vanwege Acer, de computerproducent van mijn nieuwste machientje.
Helemaal vlekkeloos is die overschakeling evenwel niet gelopen.
Ik geef hier een korte beschrijving van het "mini-dramaatje", zodat je weet waaraan je je eventueel kan verwachten als je ook de stap zet.
De installatieprocedure doet eerst een test of alle geïnstalleerde programma’s wel compatibel zijn met de nieuwe Windows versie.
Dit bleek bij mij al niet het geval te zijn.
iTunes moest eruit.
Ook de virusscanner moest afgezet worden. Nochtans gebruik ik Microsoft Security Essentials, een puur (gratis) Microsoft product.
De drivers van mijn ATI Radeon grafische kaart moesten gedesactiveerd worden.
En de drivers van mijn Okidata printer moesten er ook uit.
Dat was dus even terug naar af. Een beetje tijdverlies, maar alles bij elkaar was dit vrij snel in orde gebracht. Maar het zou me na de upgrade wel nóg eens een herinstallatie vragen van dat wat ik nu moest de-installeren.
Lichtjes geïrriteerd herbegon ik er dan maar opnieuw aan.
Nu leek alles vlot te verlopen.
Maar dat was ijdele hoop.
Want in de laatste fase van de upgrade liep het echt lelijk mis.
Bij het opnieuw installeren van programma’s en apparaten was er, na 62% van die procedure, geen beweging meer in te krijgen.
Het installatieprogramma hing hopeloos vast.
Na twee uren hield ik voor bekeken en wilde ik de installatie afsluiten. Prompt kreeg ik de waarschuwing dat het afbreken van de upgrade als gevolg kon hebben dat mijn PC niet meer opstartte!
Eventjes ging ik aan het twijfelen, maar dan duwde ik toch resoluut de computer uit. We zouden wel zien.
Tot mijn opluchting lukte “het rebooten” van mijn PC probleemloos.
Gelukkig hadden de Microsoft-boys een perfecte rollback voorzien: alles wat al geïnstalleerd was, werd ongedaan gemaakt en mijn PC startte gewoon op onder Vista.
Alsof er niets gebeurd was…
Maar daarmee was mijn upgrade-probleem niet opgelost.
Wat doe je in zo’n geval? Juist: Googelen.
En ik had onmiddellijk prijs.
Er waren nogal wat collega-upgraders die precies hetzelfde voorhadden: ook bij hen was op 62% de kaars uit.
Eén van die mede-sukkelaars had het lef gehad om contact op te nemen met de hulplijn van Microsoft. En onmiddellijk wist men daar te zeggen waar het probleem zat er hoe het op te lossen viel. Blijkbaar ging het om een fout die ook al bij de installatie van Visa hier en daar de kop opgestoken had!
Dit vind ik onaanvaardbaar!
Ik ben wel geen “Microsoft basher”, maar een bedrijf dat de wereld van de PC-operating-systems (nog altijd) domineert, zou zulke kemels niet mogen schieten. Zo’n duur product (€ 119 als je het moet kopen) zou dóór en dóór moeten getest zijn vooraleer het op de markt komt!.
Ik wist dus wat me te doen stond om de moeilijkheid op te lossen.
Ik zet het hier, ter informatie van (toekomstige) slachtoffers, nog even op een rijtje:
- klik met de rechtse muistoets op “Computer”
- klik op “Eigenschappen” en dan
op “Geavanceerde systeeminstellingen”
- klik op “Omgevingsvariabelen”
- onder “Systeem variabelen”, klik je op “Nieuw” en dan druk je
achtereenvolgens driemaal op "OK” tot je er uit bent
- tik dan de volgende informatie foutloos in:
Variabele Naam: MIG_UPGRADE_IGNORE_PLUGINS
Varirabele Waarde: IphlpsvcMigPlugin.dll
En dan kan je de upgrade opnieuw opstarten.
Zó heb ik het ook gedaan. En dan lukte het.
Na 5 uur prutsen had ik Windows 7 eindelijk aan het bollen.
En “hij” bolt goed.
Voorlopig toch…
Als een upgrade van Vista Home Premium 64 bit.
Omwille van de aankoopdatum van mijn PC had ik nog net recht op een gratis versie vanwege Acer, de computerproducent van mijn nieuwste machientje.
Helemaal vlekkeloos is die overschakeling evenwel niet gelopen.
Ik geef hier een korte beschrijving van het "mini-dramaatje", zodat je weet waaraan je je eventueel kan verwachten als je ook de stap zet.
De installatieprocedure doet eerst een test of alle geïnstalleerde programma’s wel compatibel zijn met de nieuwe Windows versie.
Dit bleek bij mij al niet het geval te zijn.
iTunes moest eruit.
Ook de virusscanner moest afgezet worden. Nochtans gebruik ik Microsoft Security Essentials, een puur (gratis) Microsoft product.
De drivers van mijn ATI Radeon grafische kaart moesten gedesactiveerd worden.
En de drivers van mijn Okidata printer moesten er ook uit.
Dat was dus even terug naar af. Een beetje tijdverlies, maar alles bij elkaar was dit vrij snel in orde gebracht. Maar het zou me na de upgrade wel nóg eens een herinstallatie vragen van dat wat ik nu moest de-installeren.
Lichtjes geïrriteerd herbegon ik er dan maar opnieuw aan.
Nu leek alles vlot te verlopen.
Maar dat was ijdele hoop.
Want in de laatste fase van de upgrade liep het echt lelijk mis.
Bij het opnieuw installeren van programma’s en apparaten was er, na 62% van die procedure, geen beweging meer in te krijgen.
Het installatieprogramma hing hopeloos vast.
Na twee uren hield ik voor bekeken en wilde ik de installatie afsluiten. Prompt kreeg ik de waarschuwing dat het afbreken van de upgrade als gevolg kon hebben dat mijn PC niet meer opstartte!
Eventjes ging ik aan het twijfelen, maar dan duwde ik toch resoluut de computer uit. We zouden wel zien.
Tot mijn opluchting lukte “het rebooten” van mijn PC probleemloos.
Gelukkig hadden de Microsoft-boys een perfecte rollback voorzien: alles wat al geïnstalleerd was, werd ongedaan gemaakt en mijn PC startte gewoon op onder Vista.
Alsof er niets gebeurd was…
Maar daarmee was mijn upgrade-probleem niet opgelost.
Wat doe je in zo’n geval? Juist: Googelen.
En ik had onmiddellijk prijs.
Er waren nogal wat collega-upgraders die precies hetzelfde voorhadden: ook bij hen was op 62% de kaars uit.
Eén van die mede-sukkelaars had het lef gehad om contact op te nemen met de hulplijn van Microsoft. En onmiddellijk wist men daar te zeggen waar het probleem zat er hoe het op te lossen viel. Blijkbaar ging het om een fout die ook al bij de installatie van Visa hier en daar de kop opgestoken had!
Dit vind ik onaanvaardbaar!
Ik ben wel geen “Microsoft basher”, maar een bedrijf dat de wereld van de PC-operating-systems (nog altijd) domineert, zou zulke kemels niet mogen schieten. Zo’n duur product (€ 119 als je het moet kopen) zou dóór en dóór moeten getest zijn vooraleer het op de markt komt!.
Ik wist dus wat me te doen stond om de moeilijkheid op te lossen.
Ik zet het hier, ter informatie van (toekomstige) slachtoffers, nog even op een rijtje:
- klik met de rechtse muistoets op “Computer”
- klik op “Eigenschappen” en dan
op “Geavanceerde systeeminstellingen”
- klik op “Omgevingsvariabelen”
- onder “Systeem variabelen”, klik je op “Nieuw” en dan druk je
achtereenvolgens driemaal op "OK” tot je er uit bent
- tik dan de volgende informatie foutloos in:
Variabele Naam: MIG_UPGRADE_IGNORE_PLUGINS
Varirabele Waarde: IphlpsvcMigPlugin.dll
En dan kan je de upgrade opnieuw opstarten.
Zó heb ik het ook gedaan. En dan lukte het.
Na 5 uur prutsen had ik Windows 7 eindelijk aan het bollen.
En “hij” bolt goed.
Voorlopig toch…
zaterdag 24 oktober 2009
Wit of rood? Laat het ijzergehalte beslissen!
Ik drink graag een glas wijn.
Bij voorkeur rode wijn. Soms zelfs bij vis. Want die gewoonte van rood bij vlees en wit bij vis lijkt mij een beetje doorbroken.
Maar bij mosselen b.v. drink ik altijd wit.
Rood smaakt daar volgens mij niet bij.
En ik ben niet alleen. De meeste mensen maken de keuze voor wit als ze mosselen, oesters, kreeft eten.
Rode wijn geeft bij zeevruchten naar het schijnt zelfs dikwijls een rare “visachtige” nasmaak.
Je kan je afvragen vanwaar die ongezellige (na)smaak van rode wijn bij die lekkere dingen dan wel komt?
Japanse scheikundigen, werkend voor Mercian Corporatiion, een grote producent van wijn en sterke dranken in Fujisawa , wilden dat ook wel eens weten.
Ze publiceerden zeer recent hun bevindingen in een artikel in de Journal of Agricultural and Food Chemistry (JAFC).
Ze lieten ervaren wijnproevers 38 soorten rode en 26 soorten witte wijn drinken bij Sint-Jacobsschelpen.
De proefpersonen moesten aanduiden bij welke wijnen de onaangename smaak en nasmaak het sterkst was.
Die wijnen werden dan uitgebreid chemisch onderzocht.
En daaruit bleek dat de oorzaak van het negatief effect te wijten is aan een te hoog ijzergehalte in de wijn.
En ja hoor: bij rode wijnen is dat ijzergehalte doorgaans een heel stuk hoger dan bij witte wijnen. Maar dit geldt niet voor alle rode wijnen. En niet alle witte wijnen scoren laag qua ijzerconcentratie.
Het ijzergehalte in wijn hangt samen met de samenstelling van de grond van de wijngaarden en de verdere behandeling van de druiven na de oogst.
Nu de dader gevonden is, kunnen de wijnboeren (en de chemisten die ze in dienst hebben) nadenken hoe ze iets kunnen doen aan die ijzercontaminatie.
Maar toch: een rood wijntje bij een portie Zeeuwse Jumbo’s?
Ik laat in dat geval toch liever mijn gehemelte strelen door een fluwelen Tokay Pinot Gris!
En voor de lekkerste mosselen moet je eens naar Phillippine gaan.
Je zal er geen spijt van hebben.
Bij voorkeur rode wijn. Soms zelfs bij vis. Want die gewoonte van rood bij vlees en wit bij vis lijkt mij een beetje doorbroken.
Maar bij mosselen b.v. drink ik altijd wit.
Rood smaakt daar volgens mij niet bij.
En ik ben niet alleen. De meeste mensen maken de keuze voor wit als ze mosselen, oesters, kreeft eten.
Rode wijn geeft bij zeevruchten naar het schijnt zelfs dikwijls een rare “visachtige” nasmaak.
Je kan je afvragen vanwaar die ongezellige (na)smaak van rode wijn bij die lekkere dingen dan wel komt?
Japanse scheikundigen, werkend voor Mercian Corporatiion, een grote producent van wijn en sterke dranken in Fujisawa , wilden dat ook wel eens weten.
Ze publiceerden zeer recent hun bevindingen in een artikel in de Journal of Agricultural and Food Chemistry (JAFC).
Ze lieten ervaren wijnproevers 38 soorten rode en 26 soorten witte wijn drinken bij Sint-Jacobsschelpen.
De proefpersonen moesten aanduiden bij welke wijnen de onaangename smaak en nasmaak het sterkst was.
Die wijnen werden dan uitgebreid chemisch onderzocht.
En daaruit bleek dat de oorzaak van het negatief effect te wijten is aan een te hoog ijzergehalte in de wijn.
En ja hoor: bij rode wijnen is dat ijzergehalte doorgaans een heel stuk hoger dan bij witte wijnen. Maar dit geldt niet voor alle rode wijnen. En niet alle witte wijnen scoren laag qua ijzerconcentratie.
Het ijzergehalte in wijn hangt samen met de samenstelling van de grond van de wijngaarden en de verdere behandeling van de druiven na de oogst.
Nu de dader gevonden is, kunnen de wijnboeren (en de chemisten die ze in dienst hebben) nadenken hoe ze iets kunnen doen aan die ijzercontaminatie.
Maar toch: een rood wijntje bij een portie Zeeuwse Jumbo’s?
Ik laat in dat geval toch liever mijn gehemelte strelen door een fluwelen Tokay Pinot Gris!
En voor de lekkerste mosselen moet je eens naar Phillippine gaan.
Je zal er geen spijt van hebben.
Labels:
biochemie,
chemie,
gastronomie,
Google Maps,
uitstap,
voeding,
wijn
vrijdag 23 oktober 2009
Breek de muren af
Vóór we aan het vrijdagspel beginnen: eerst de oplossingen van de (te gemakkelijke ?) Martin Gardner-puzzeltjes van gisteren.
Puzzel 1:
Puzzel 2:
Ik hoop dat je er wat plezier aan beleefd hebt.
En nu het vrijdagspel van deze week.
Het lijkt eenvoudig: breek de muren af door er met een balletje op te gooien.
Maar dat balletje kan je alleen maar manipuleren binnen een roze omhulsel.
Soms moet je gebruik maken van hefbomen. Soms ook van (groene) “teleports” die het balletje onzichtbaar naar een andere plek transporteren.
Sommige levels zijn moeilijk op te lossen, maar het spel biedt het voordeel dat je een te moeilijk level kan laten voor wat het is en naar een volgend overstappen.
Zo geraak ik b.v. niet door level 3…
Probeer dus maar eens en laat mij eens weten hoe je de muur in level 3 hebt geveld.
Puzzel 1:
- eerst steken personen 1 en 2 de brug over (2 min.)
- persoon 1 keert terug (1 min.)
- personen 3 en 4 steken over (10 min.)
- persoon 2 loopt terug (2 min.)
- personen 1 en 2 steken over (2 min.)
Puzzel 2:
Ik hoop dat je er wat plezier aan beleefd hebt.
En nu het vrijdagspel van deze week.
Het lijkt eenvoudig: breek de muren af door er met een balletje op te gooien.
Maar dat balletje kan je alleen maar manipuleren binnen een roze omhulsel.
Soms moet je gebruik maken van hefbomen. Soms ook van (groene) “teleports” die het balletje onzichtbaar naar een andere plek transporteren.
Sommige levels zijn moeilijk op te lossen, maar het spel biedt het voordeel dat je een te moeilijk level kan laten voor wat het is en naar een volgend overstappen.
Zo geraak ik b.v. niet door level 3…
Probeer dus maar eens en laat mij eens weten hoe je de muur in level 3 hebt geveld.
donderdag 22 oktober 2009
Gelukkige verjaardag Martin!
Het is vandaag nog geen spelletjesdag, maar toch ga ik jullie een puzzeltje presenteren. Twee zelfs.
Deze afwijking van mijn normale blogpatroon heeft alles te maken met de verjaardag van Martin Gardner.
Martin Gardner is de man die mij jarenlang elke maand veel plezier, maar ook soms veel hoofdbrekens bezorgd heeft.
Ik lees al sinds 1964 (dus 45 jaar lang!) maandelijks de Scientific American, een populair wetenschappelijk tijdschrift, dat toch vrij diep op de behandelde onderwerpen ingaat.
Maar naast die wetenschappelijke artikels zijn er ook telkens een aantal vaste rubrieken.
Eén daarvan was jarenlang “Mathematical Games”, waarin Martin Gardner telkens een puzzeltje aanbood dat connecties had met wiskunde of wiskundig denken. Soms eenvoudig, soms echte kuitenbijters waar ik geen oplossing voor vond.
Gardner is in 1956 met zijn maandelijkse afleveringen begonnen. Hij was toen 42 jaar. Een filosoof, geen wiskundige.
Je kan wel uitrekenen dat hij nu 95 is geworden.
Dat is eergisteren gebeurd.
Hij heeft in de Scientific American zijn wiskundepuzzels gepresenteerd tot hij 67 werd (in 1981). Nadien werd zijn rubriek door Ian Stewart overgenomen, maar die is er intussen al mee gestopt.
Maar ook nadat Gardner er in de Scientific American mee ophield, is hij blijven schrijven over “recreatieve wiskunde”.
Meer dan 70 boeken heeft hij er over geschreven.
En uitgerekend op zijn 95ste verjaardag is zijn laatste werk verschenen:”Wanneer jij een dikkopje en ik een vis zou zijn”.
En dat is al zijn tweede boek dit jaar!
Van een kranige, productieve negentiger gesproken. Benijdenswaardig.
Dit eerbetoon aan iemand die me in de voorbije jaren veel puzzelplezier bezorgd heeft wil ik afsluiten met jullie twee voorbeelden te geven van Gardner-puzzels.
De eerste puzzel is een variante op het bekende raadseltje van de boer die met een bootje een geit, een wolf en een kool naar de overkant van een rivier moet brengen.
Zijn bootje is klein waardoor hij slechts één “ding” tegelijk kan meenemen. En de wolf en de geit samen achter laten mag niet want dan eet de wolf de geit op. Als de geit en de kool alleen gelaten worden, eet de geit de kool op.
Hoe slaagt hij erin? Je kent dit wellicht.
En nu volgt de Gardner-variante.
Vier personen moeten in het donker een brug oversteken. Maar de brug is krakkemikkig zodat er maximaal twee personen tegelijk kunnen over lopen. De vier hebben maar één zaklamp en die móét mee, anders zien ze niks. De zaklamp zal dus heen en weer moeten meegenomen worden. Elk van de vier personen loopt daarenboven met een verschillende snelheid: de personen 1, 2, 3 en 4 hebben respectievelijk 1, 2, 5 en 10 minuten nodig om over de brug te komen. Als twee personen samen over de brug lopen, hebben ze daar samen zoveel tijd voor nodig als de traagste van die twee. Wat is de snelste tijd (in minuten) waarin de vier de brug kunnen oversteken?
Puzzel nummer twee.
Met tandenstokertjes maak je een model van een giraffe. Hiernaast zie je hoe dat moet.
Je moet nu door één tandenstokertje te verplaatsen de positie van de giraffe veranderen. Maar de vorm van de giraffe moet dezelfde blijven. Hij mag alleen gedraaid en/of gespiegeld worden.
Denk er maar eens over na en probeer het maar eens uit als je nog een paar "stokertjes" liggen hebt. Of andere “stokskes”.
Morgen geef ik de oplossingen.
En… het wekelijks vrijdagspelleke natuurlijk!
Deze afwijking van mijn normale blogpatroon heeft alles te maken met de verjaardag van Martin Gardner.
Martin Gardner is de man die mij jarenlang elke maand veel plezier, maar ook soms veel hoofdbrekens bezorgd heeft.
Ik lees al sinds 1964 (dus 45 jaar lang!) maandelijks de Scientific American, een populair wetenschappelijk tijdschrift, dat toch vrij diep op de behandelde onderwerpen ingaat.
Maar naast die wetenschappelijke artikels zijn er ook telkens een aantal vaste rubrieken.
Eén daarvan was jarenlang “Mathematical Games”, waarin Martin Gardner telkens een puzzeltje aanbood dat connecties had met wiskunde of wiskundig denken. Soms eenvoudig, soms echte kuitenbijters waar ik geen oplossing voor vond.
Gardner is in 1956 met zijn maandelijkse afleveringen begonnen. Hij was toen 42 jaar. Een filosoof, geen wiskundige.
Je kan wel uitrekenen dat hij nu 95 is geworden.
Dat is eergisteren gebeurd.
Hij heeft in de Scientific American zijn wiskundepuzzels gepresenteerd tot hij 67 werd (in 1981). Nadien werd zijn rubriek door Ian Stewart overgenomen, maar die is er intussen al mee gestopt.
Maar ook nadat Gardner er in de Scientific American mee ophield, is hij blijven schrijven over “recreatieve wiskunde”.
Meer dan 70 boeken heeft hij er over geschreven.
En uitgerekend op zijn 95ste verjaardag is zijn laatste werk verschenen:”Wanneer jij een dikkopje en ik een vis zou zijn”.
En dat is al zijn tweede boek dit jaar!
Van een kranige, productieve negentiger gesproken. Benijdenswaardig.
Dit eerbetoon aan iemand die me in de voorbije jaren veel puzzelplezier bezorgd heeft wil ik afsluiten met jullie twee voorbeelden te geven van Gardner-puzzels.
De eerste puzzel is een variante op het bekende raadseltje van de boer die met een bootje een geit, een wolf en een kool naar de overkant van een rivier moet brengen.
Zijn bootje is klein waardoor hij slechts één “ding” tegelijk kan meenemen. En de wolf en de geit samen achter laten mag niet want dan eet de wolf de geit op. Als de geit en de kool alleen gelaten worden, eet de geit de kool op.
Hoe slaagt hij erin? Je kent dit wellicht.
En nu volgt de Gardner-variante.
Vier personen moeten in het donker een brug oversteken. Maar de brug is krakkemikkig zodat er maximaal twee personen tegelijk kunnen over lopen. De vier hebben maar één zaklamp en die móét mee, anders zien ze niks. De zaklamp zal dus heen en weer moeten meegenomen worden. Elk van de vier personen loopt daarenboven met een verschillende snelheid: de personen 1, 2, 3 en 4 hebben respectievelijk 1, 2, 5 en 10 minuten nodig om over de brug te komen. Als twee personen samen over de brug lopen, hebben ze daar samen zoveel tijd voor nodig als de traagste van die twee. Wat is de snelste tijd (in minuten) waarin de vier de brug kunnen oversteken?
Puzzel nummer twee.
Met tandenstokertjes maak je een model van een giraffe. Hiernaast zie je hoe dat moet.
Je moet nu door één tandenstokertje te verplaatsen de positie van de giraffe veranderen. Maar de vorm van de giraffe moet dezelfde blijven. Hij mag alleen gedraaid en/of gespiegeld worden.
Denk er maar eens over na en probeer het maar eens uit als je nog een paar "stokertjes" liggen hebt. Of andere “stokskes”.
Morgen geef ik de oplossingen.
En… het wekelijks vrijdagspelleke natuurlijk!
woensdag 21 oktober 2009
Multi-image downloader
Bloggers zijn bijna dagelijks op zoek naar illustraties om hun berichten op te fleuren.
Maar ook andere internetters en computeraars zullen wel dikwijls een foto of een tekening zoeken om bij een tekst te plaatsen of om b.v. een wenskaart te verluchten.
Google is uiteraard the place to be om te vinden wat je nodig hebt.
Maar als je met Google naar afbeeldingen zoekt, kom je in een scherm met “thumbnails” terecht: de zoekresultaten in kleine beeldjes.
Je moet dan nog een redelijk groot aantal bewerkingen doen om de beeldbestandjes die je wenst op je PC te krijgen.
Gisteren ben ik op een klein gratis programmaatje gestoten dat daarbij kan helpen: Multi Image Downloader v1.1
Dit programmaatje laadt in één keer al de beelden van de zoekresultaten die je met Google Afbeeldingen gevonden hebt, in een directory op je PC.
Je moet dus zelf niet meer naar de sites gaan waar die beelden te vinden zijn. Je krijgt ze mooi verzameld, klaar voor een selectie van wat je wil gebruiken. De rest kan je in een paar klikken de vuilbak in kieperen.
Ik vind dit heel veel handiger dan al die sites zelf te moeten aandoen en daar de beelden telkens te moeten downloaden.
Hoe ga je daar nu mee tewerk?
1. plaats een zoekopdracht in Google Afbeeldingen.
Je komt in het zoekresultatenscherm terecht met
een verzameling thumbnails.
Let op: hier moet je opnieuw op “Afbeeldingen zoeken”
klikken.
2. start Multi Image Downloader v1.1
3. klik op de knop “Set Folder” om een directory aan te duiden
waar je de beelden wil downloaden.
4. Je kan nu aangeven van hoeveel pagina’s je de beelden wil
binnen halen en welk format je wil (jpg, gif, bmp,…)
3. klik de knop “Get URL”.
De URL van de Google zoekresultaten wordt ingeladen.
4. klik op de knop “Get image links”
De URLs van de “beeldjessites” worden ingeladen.
5. klik op de knop “Download”
Klaar is Kees! Poepsimpel nietwaar? Ik hoop dat jullie dat ook vinden.
Maar ook andere internetters en computeraars zullen wel dikwijls een foto of een tekening zoeken om bij een tekst te plaatsen of om b.v. een wenskaart te verluchten.
Google is uiteraard the place to be om te vinden wat je nodig hebt.
Maar als je met Google naar afbeeldingen zoekt, kom je in een scherm met “thumbnails” terecht: de zoekresultaten in kleine beeldjes.
Je moet dan nog een redelijk groot aantal bewerkingen doen om de beeldbestandjes die je wenst op je PC te krijgen.
Gisteren ben ik op een klein gratis programmaatje gestoten dat daarbij kan helpen: Multi Image Downloader v1.1
Dit programmaatje laadt in één keer al de beelden van de zoekresultaten die je met Google Afbeeldingen gevonden hebt, in een directory op je PC.
Je moet dus zelf niet meer naar de sites gaan waar die beelden te vinden zijn. Je krijgt ze mooi verzameld, klaar voor een selectie van wat je wil gebruiken. De rest kan je in een paar klikken de vuilbak in kieperen.
Ik vind dit heel veel handiger dan al die sites zelf te moeten aandoen en daar de beelden telkens te moeten downloaden.
Hoe ga je daar nu mee tewerk?
1. plaats een zoekopdracht in Google Afbeeldingen.
Je komt in het zoekresultatenscherm terecht met
een verzameling thumbnails.
Let op: hier moet je opnieuw op “Afbeeldingen zoeken”
klikken.
2. start Multi Image Downloader v1.1
3. klik op de knop “Set Folder” om een directory aan te duiden
waar je de beelden wil downloaden.
4. Je kan nu aangeven van hoeveel pagina’s je de beelden wil
binnen halen en welk format je wil (jpg, gif, bmp,…)
3. klik de knop “Get URL”.
De URL van de Google zoekresultaten wordt ingeladen.
4. klik op de knop “Get image links”
De URLs van de “beeldjessites” worden ingeladen.
5. klik op de knop “Download”
Klaar is Kees! Poepsimpel nietwaar? Ik hoop dat jullie dat ook vinden.
dinsdag 20 oktober 2009
Broca’s brain
32 jaar geleden was ik op reis in Amerika.
Wie mij kent weet dat dit voor mij een zeer gedenkwaardige reis was.
In New York kocht ik op Fifth Avenue Broca’s Brain, het schitterende boek van Carl Sagan.
Alhoewel het boek grotendeels over wetenschapsfilosofie gaat, komt ook het werk van de Franse anatomist Paul Broca ter sprake.
Broca is het best bekend voor zijn onderzoek naar het lokaliseren van gebieden in de hersenen die samenhangen met bepaalde hersenfuncties.
Zo kon Broca in 1865 het motorisch spraakcentrum lokaliseren.
Dit is het hersengedeelte dat er voor zorgt dat we fysiek kunnen spreken. D.w.z. dat we de juiste keel-en mondbewegingen kunnen maken bij het uitspreken van woorden.
Het spraakcentrum dat verantwoordelijk is voor het begrijpen van taal werd een tiental jaar later door Wernicke ontdekt.
Broca kwam tot zijn ontdekking door onderzoek van hersenen van overleden mensen met een spraakstoornis. De fysiologische afwijkingen die hij in die hersenen vond, lieten hem toe het spraakcentrum vast te leggen.
Maar daarmee was nog niet bekend, hoe dat spraakcentrum precies werkt.
Hersenonderzoek op levende mensen is immers een moeilijke zaak omdat hersenscans te weinig details opleveren om de neuronenactiviteit te kunnen koppelen aan het uitspreken van woorden bijvoorbeeld.
In het oktobernummer van Science laten Amerikaanse wetenschappers weten dat ze een belangrijke stap gezet hebben in de opheldering van die werking.
Ze pasten daarvoor een bijzondere techniek toe: intercraniale electrofysiologie.
Bij die techniek worden flinterdunne elektroden zeer precies in de hersenen ingeplant en de hersenactiviteit wordt geregistreerd door het meten van spanningsvariaties.
Op die wijze ze erin geslaagd de opeenvolgende fasen van woordherkenning, grammaticale interpretatie en uitspreken, vast te leggen in specifieke delen van Broca’s gebied.
Ze deden hun onderzoek via leestesten bij mensen die geen enkel spraakgebrek vertoonden.
Voor de woordherkenning waren 200 milliseconden nodig, voor de grammaticale interpretatie 320 milliseconden en voor de spraakverwerking 450 milliseconden. Ze konden ook de precieze gebieden voor elk van die activiteiten lokaliseren. Ze lagen op een paar millimeter van elkaar!
Het bijzondere van dit verhaal ligt hem in het feit dat de drie mensen die de lees- en spraaktesten deden, epilepsiepatiënten waren die, op het moment van het onderzoek, werden klaargemaakt werden voor een hersenoperatie die hen moest afhelpen van hun kwaal.
Er werd dus gebruik gemaakt van de situatie waarbij al elektroden in de hersenen waren ingeplant ter voorbereiding van een chirurgische ingreep.
Zelfs in die precaire situatie waren die patiënten bereid om lees- en spraaktesten te doen.
Over zich opofferen voor de wetenschap gesproken…
Wie mij kent weet dat dit voor mij een zeer gedenkwaardige reis was.
In New York kocht ik op Fifth Avenue Broca’s Brain, het schitterende boek van Carl Sagan.
Alhoewel het boek grotendeels over wetenschapsfilosofie gaat, komt ook het werk van de Franse anatomist Paul Broca ter sprake.
Broca is het best bekend voor zijn onderzoek naar het lokaliseren van gebieden in de hersenen die samenhangen met bepaalde hersenfuncties.
Zo kon Broca in 1865 het motorisch spraakcentrum lokaliseren.
Dit is het hersengedeelte dat er voor zorgt dat we fysiek kunnen spreken. D.w.z. dat we de juiste keel-en mondbewegingen kunnen maken bij het uitspreken van woorden.
Het spraakcentrum dat verantwoordelijk is voor het begrijpen van taal werd een tiental jaar later door Wernicke ontdekt.
Broca kwam tot zijn ontdekking door onderzoek van hersenen van overleden mensen met een spraakstoornis. De fysiologische afwijkingen die hij in die hersenen vond, lieten hem toe het spraakcentrum vast te leggen.
Maar daarmee was nog niet bekend, hoe dat spraakcentrum precies werkt.
Hersenonderzoek op levende mensen is immers een moeilijke zaak omdat hersenscans te weinig details opleveren om de neuronenactiviteit te kunnen koppelen aan het uitspreken van woorden bijvoorbeeld.
In het oktobernummer van Science laten Amerikaanse wetenschappers weten dat ze een belangrijke stap gezet hebben in de opheldering van die werking.
Ze pasten daarvoor een bijzondere techniek toe: intercraniale electrofysiologie.
Bij die techniek worden flinterdunne elektroden zeer precies in de hersenen ingeplant en de hersenactiviteit wordt geregistreerd door het meten van spanningsvariaties.
Op die wijze ze erin geslaagd de opeenvolgende fasen van woordherkenning, grammaticale interpretatie en uitspreken, vast te leggen in specifieke delen van Broca’s gebied.
Ze deden hun onderzoek via leestesten bij mensen die geen enkel spraakgebrek vertoonden.
Voor de woordherkenning waren 200 milliseconden nodig, voor de grammaticale interpretatie 320 milliseconden en voor de spraakverwerking 450 milliseconden. Ze konden ook de precieze gebieden voor elk van die activiteiten lokaliseren. Ze lagen op een paar millimeter van elkaar!
Het bijzondere van dit verhaal ligt hem in het feit dat de drie mensen die de lees- en spraaktesten deden, epilepsiepatiënten waren die, op het moment van het onderzoek, werden klaargemaakt werden voor een hersenoperatie die hen moest afhelpen van hun kwaal.
Er werd dus gebruik gemaakt van de situatie waarbij al elektroden in de hersenen waren ingeplant ter voorbereiding van een chirurgische ingreep.
Zelfs in die precaire situatie waren die patiënten bereid om lees- en spraaktesten te doen.
Over zich opofferen voor de wetenschap gesproken…
Labels:
bewustzijn,
biologie,
electronica,
gedrag,
geneeskunde,
Google Maps,
hersenen,
reizen,
streetview,
taal
maandag 19 oktober 2009
Een goed gevoel
Gerda nam het initiatief.
Sonja, Ria en Mia waren onmiddellijk bereid om mee te doen.
Om onze dorpsgenoten uit te nodigen voor een boetetocht naar het H. Paterke in Hasselt.
Als steun voor de zwaar zieke mensen van ons dorpje Romershoven en hun families.
15 km te voet naar Hasselt en daar samen eucharistie vieren. Samen met de mensen die de tocht niet meededen, maar met de fiets of de auto naar de Minderbroederskerk kwamen.
Zou dat nog aanslaan? Zouden we daar nog mensen warm voor krijgen in deze tijden waar het individualisme hoogtij schijnt te vieren?
Met 70 voetgangers waren we!
Dorpsgenoten grotendeels, maar ook familie, vrienden, oud-collega’s van de zieken en kennissen van buiten het dorp.
En in Hasselt waren het er nog eens dubbel zoveel!
Of je nu gelooft in de kracht van het gebed en de invloed van het geloof op genezing of niet, dit gebeuren was een enorm sterk moment van samenhorigheid en betrokken zijn.
Voor de families van de zieken een louterende riem onder het gekwetste hart.
Voor mij een onvergetelijk blije, deugddoende dag.
Romershoven gaf me weer eens een goed gevoel.
Dank je Gerda! Dank je, iedereen die er bij wilde zijn!
Sonja, Ria en Mia waren onmiddellijk bereid om mee te doen.
Om onze dorpsgenoten uit te nodigen voor een boetetocht naar het H. Paterke in Hasselt.
Als steun voor de zwaar zieke mensen van ons dorpje Romershoven en hun families.
15 km te voet naar Hasselt en daar samen eucharistie vieren. Samen met de mensen die de tocht niet meededen, maar met de fiets of de auto naar de Minderbroederskerk kwamen.
Zou dat nog aanslaan? Zouden we daar nog mensen warm voor krijgen in deze tijden waar het individualisme hoogtij schijnt te vieren?
Met 70 voetgangers waren we!
Dorpsgenoten grotendeels, maar ook familie, vrienden, oud-collega’s van de zieken en kennissen van buiten het dorp.
En in Hasselt waren het er nog eens dubbel zoveel!
Of je nu gelooft in de kracht van het gebed en de invloed van het geloof op genezing of niet, dit gebeuren was een enorm sterk moment van samenhorigheid en betrokken zijn.
Voor de families van de zieken een louterende riem onder het gekwetste hart.
Voor mij een onvergetelijk blije, deugddoende dag.
Romershoven gaf me weer eens een goed gevoel.
Dank je Gerda! Dank je, iedereen die er bij wilde zijn!
zondag 18 oktober 2009
Een schitterend beeld
Een van mijn favoriete blogs is Bad Astronomy.
De auteur, Phil Plait, is een astronoom die misvattingen over astronomie wil rechtzetten.
Maar soms gaan zijn berichten ook over waarnemingen en sterrenkundige studies.
Recent werd er aandacht geschonken aan een foto die in 2003 werd genomen door de Mars Global Surveyor, een satelliet die van 1997 tot 2006 de rode planeet observeerde.
Die satelliet onderzocht niet alleen Mars, maar hij nam ook schitterende foto’s van andere planeten in ons zonnestelsel.
De auteur, Phil Plait, is een astronoom die misvattingen over astronomie wil rechtzetten.
Maar soms gaan zijn berichten ook over waarnemingen en sterrenkundige studies.
Recent werd er aandacht geschonken aan een foto die in 2003 werd genomen door de Mars Global Surveyor, een satelliet die van 1997 tot 2006 de rode planeet observeerde.
Die satelliet onderzocht niet alleen Mars, maar hij nam ook schitterende foto’s van andere planeten in ons zonnestelsel.
Labels:
Aarde,
aardrijkskunde,
astronomie,
Jupiter,
maan,
Mars,
Wikipedia
zaterdag 17 oktober 2009
vrijdag 16 oktober 2009
Nanotube
Geen gepuzzel deze week. Zelfs geen fysica in het spelleke.
Maar wel zenuwslopend!
Je kent het oude pingpong-spelleke.
Dit is een circulaire versie ervan.
Met de pijltjestoetsen moet je het gele palet sturen en de balletjes terugkaatsen.
Je moet wel een erg koele kikker zijn om dat lang vol te houden. Ik krijg er in elk geval de “bibberewietjes” van.
Klik maar eens op het beeld en laat zie hoe “cool” je bent.
Maar wel zenuwslopend!
Je kent het oude pingpong-spelleke.
Dit is een circulaire versie ervan.
Met de pijltjestoetsen moet je het gele palet sturen en de balletjes terugkaatsen.
Je moet wel een erg koele kikker zijn om dat lang vol te houden. Ik krijg er in elk geval de “bibberewietjes” van.
Klik maar eens op het beeld en laat zie hoe “cool” je bent.
donderdag 15 oktober 2009
Een glijbaan voor insecten
We weten het: insecten kunnen de gladste oppervlakken beklimmen en zelfs ondersteboven aan zolderingen blijven hangen.
Dit komt doordat ze op hun pootjes kussentjes hebben die een kleverige stof afscheiden. Ze zijn dus moeilijk ergens weg te houden.
Wetenschappers van de Cambridge University onder leiding van Jan-Henning Dirks publiceerden in het augustusnummer van Interface een artikel waarin ze de samenstelling van het insectenkleefmiddel uit de doeken doen.
Het gaat om een emulsie.
Een emulsie is een zeer fijn verdeeld mengsel van twee vloeistoffen die niet in elkaar oplossen.
In het geval van de “insectenemulsie” gaat het om fijn verdeelde waterige druppeltjes in een olieachtige fase:
Mayonaise is ook een voorbeeld van een emulsie, maar daar is de samenstelling juist andersom: fijn verdeelde oliedeeltjes in een waterige massa.
En wie ooit eens zelf mayonaise gemaakt heeft weet het: als je niet oppast kan de mayonaise schiften: de emulsie breekt, de olie en de waterfase scheiden zich van elkaar af en het goedje is niet meer om aan te zien.
Om een emulsie stabiel te houden moeten allerlei factoren goed zitten: temperatuur, verhouding van de bestanddelen én de aanwezigheid van een emulgator.
Een emulgator is een stof die het mengen van de bestanddelen van een emulsie bevordert. Bij mayonaise is eigeel de emulgator.
Maar terug naar de insectenemulsie nu.
Amper een paar maanden na hun publicatie over het insectenkleefmiddel hebben diezelfde wetenschappers een middel gevonden om de insectenemulsie te doen schiften!
Wanneer ze die stof als een dunne laag (coating) op oppervlakken aanbrengen, mogen de insecten het vergeten: ze glijden er pardoes af.
Bij mijn weten is hun vinding nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd, maar eergisteren (13 oktober) was er wel een mededeling over te lezen in de “News and Events”-rubriek van Cambridge University.
En er was ook een filmpje te vinden waarop te zien is hoe efficiënt de coating wel is. Kakkerlakken die anders zonder problemen op antikleef teflon (PTFE - polytetrafluoretheen) omhoog kruipen, tuimelen op een gecoate teflonlaag meteen naar beneden.
Een glijmiddel met mogelijkheden in de insectenbestrijding dus.
Des temeer omdat het coatingmiddel niet giftig is.
Bedenk daarbij dat kakkerlakken, termieten en ander ongedierte jaarlijks voor miljoenen euro’s schade aanrichten.
De moeite van het gebruiken waard dus.
Dit komt doordat ze op hun pootjes kussentjes hebben die een kleverige stof afscheiden. Ze zijn dus moeilijk ergens weg te houden.
Wetenschappers van de Cambridge University onder leiding van Jan-Henning Dirks publiceerden in het augustusnummer van Interface een artikel waarin ze de samenstelling van het insectenkleefmiddel uit de doeken doen.
Het gaat om een emulsie.
Een emulsie is een zeer fijn verdeeld mengsel van twee vloeistoffen die niet in elkaar oplossen.
In het geval van de “insectenemulsie” gaat het om fijn verdeelde waterige druppeltjes in een olieachtige fase:
Mayonaise is ook een voorbeeld van een emulsie, maar daar is de samenstelling juist andersom: fijn verdeelde oliedeeltjes in een waterige massa.
En wie ooit eens zelf mayonaise gemaakt heeft weet het: als je niet oppast kan de mayonaise schiften: de emulsie breekt, de olie en de waterfase scheiden zich van elkaar af en het goedje is niet meer om aan te zien.
Om een emulsie stabiel te houden moeten allerlei factoren goed zitten: temperatuur, verhouding van de bestanddelen én de aanwezigheid van een emulgator.
Een emulgator is een stof die het mengen van de bestanddelen van een emulsie bevordert. Bij mayonaise is eigeel de emulgator.
Maar terug naar de insectenemulsie nu.
Amper een paar maanden na hun publicatie over het insectenkleefmiddel hebben diezelfde wetenschappers een middel gevonden om de insectenemulsie te doen schiften!
Wanneer ze die stof als een dunne laag (coating) op oppervlakken aanbrengen, mogen de insecten het vergeten: ze glijden er pardoes af.
Bij mijn weten is hun vinding nog niet in een wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd, maar eergisteren (13 oktober) was er wel een mededeling over te lezen in de “News and Events”-rubriek van Cambridge University.
En er was ook een filmpje te vinden waarop te zien is hoe efficiënt de coating wel is. Kakkerlakken die anders zonder problemen op antikleef teflon (PTFE - polytetrafluoretheen) omhoog kruipen, tuimelen op een gecoate teflonlaag meteen naar beneden.
Een glijmiddel met mogelijkheden in de insectenbestrijding dus.
Des temeer omdat het coatingmiddel niet giftig is.
Bedenk daarbij dat kakkerlakken, termieten en ander ongedierte jaarlijks voor miljoenen euro’s schade aanrichten.
De moeite van het gebruiken waard dus.
woensdag 14 oktober 2009
Hoe is de naam? Jezus hagedis!
In onze jonge jaren hebben we wellicht allemaal het verhaal gehoord (of gelezen) van Jezus die over het water wandelde om zijn apostelen te helpen die met hun schip in nood verkeerden op het meer van Galilea. En zelfs Petrus kon Jezus op het water tegemoet gaan.
Dit werk van een anonieme Armeense kunstenaar beeldt dit wonder prachtig uit.
Want een wonder is het natuurlijk wel.
Volledig in strijd met de wet van Archimedes die zegt dat een lichaam maar op water kan drijven als zijn massa kleiner is dan de massa van de hoeveelheid water die door dat lichaam verplaatst wordt. En veel water zullen de voeten van Jezus en Petrus wel niet verplaatst hebben, zelfs niet als ze schoenmaat 46 hadden…
En toch is lopen op water zonder wonder niet uitgesloten.
De BBC is erin geslaagd om op Belize een hagedis te filmen die parmantig over het water huppelt.
Niet voor niets dat men dat beestje Jezus hagedis noemt!
Hoe doet hij/zij het?
Om te beginnen lopen die hagedisjes zeer snel. En met hun lange geschubde tenen maken ze zo onder hun poten luchtbellen. Door de snelle beweging kunnen ze zich op die bellen afduwen vóór die barsten.
Alleen bij zo’n snelle beweging en met een klein massa (ongeveer 10g), is zoiets mogelijk.
En snel zijn ze.
Het filmpje hieronder is gemaakt met een speciale camera die 2000 beelden per seconde schiet. Als je dit dan met de standaard beeldfrequentie van 25 beelden per seconde bekijkt, krijg je een slow-motion: 2000 / 25 = 80 keer vertraagd. Die vertraagde beelden laten toe te zien hoe de hagedis over het water beweegt.
Op het einde van het filmpje zie een stukje van de beweging met een gewone snelheid opgenomen.
Dan merk je hoe snel Jezus (de hagedis) wel beweegt.
Wil je meer zien en horen over die merkwaardige diertjes?
Kijk dan op maandag 21 oktober naar BBC One om 22u (onze tijd). In de serie Life wordt er uitgebreid aandacht aan geschonken.
Dit werk van een anonieme Armeense kunstenaar beeldt dit wonder prachtig uit.
Want een wonder is het natuurlijk wel.
Volledig in strijd met de wet van Archimedes die zegt dat een lichaam maar op water kan drijven als zijn massa kleiner is dan de massa van de hoeveelheid water die door dat lichaam verplaatst wordt. En veel water zullen de voeten van Jezus en Petrus wel niet verplaatst hebben, zelfs niet als ze schoenmaat 46 hadden…
En toch is lopen op water zonder wonder niet uitgesloten.
De BBC is erin geslaagd om op Belize een hagedis te filmen die parmantig over het water huppelt.
Niet voor niets dat men dat beestje Jezus hagedis noemt!
Hoe doet hij/zij het?
Om te beginnen lopen die hagedisjes zeer snel. En met hun lange geschubde tenen maken ze zo onder hun poten luchtbellen. Door de snelle beweging kunnen ze zich op die bellen afduwen vóór die barsten.
Alleen bij zo’n snelle beweging en met een klein massa (ongeveer 10g), is zoiets mogelijk.
En snel zijn ze.
Het filmpje hieronder is gemaakt met een speciale camera die 2000 beelden per seconde schiet. Als je dit dan met de standaard beeldfrequentie van 25 beelden per seconde bekijkt, krijg je een slow-motion: 2000 / 25 = 80 keer vertraagd. Die vertraagde beelden laten toe te zien hoe de hagedis over het water beweegt.
Op het einde van het filmpje zie een stukje van de beweging met een gewone snelheid opgenomen.
Dan merk je hoe snel Jezus (de hagedis) wel beweegt.
Wil je meer zien en horen over die merkwaardige diertjes?
Kijk dan op maandag 21 oktober naar BBC One om 22u (onze tijd). In de serie Life wordt er uitgebreid aandacht aan geschonken.
dinsdag 13 oktober 2009
Griep op komst? Volg Google Flu Trends!
Alhoewel de hype rond de Mexicaanse griep al een tijdje achter de rug is, staan de echte griepmaanden nu echt vóór de deur.
Onze huisdokter vertelde me vorige week nog dat hij momenteel al een duidelijke toename van het aantal griepgevallen vaststelt. Hij had het daarbij niet over de Mexicaanse griep, maar over de jaarlijks weerkerende “wintergriep”. Ik kreeg meteen het voorschrift voor het jaarlijks griepspuitje voor Mia en mij.
Google heeft in de USA sinds vorig jaar Google Flu Trends opgezet. Dat is een website waarin de uitbraak van een griepepidemie voorspeld wordt.
Sedert vorige week kan je op die site ook de situatie in België bekijken. De grafieken op de site laten de evolutie zien van het lopende jaar 2009-2010 t.o.v. de vorige jaren.
De voorspelde trend steunt op een analyse van de frequentie van het gebruik van bepaalde zoektermen in Google.
Google wil niet bekendmaken wat die zoektermen precies zijn, maar b.v termen zoals “keelpijn”, “dokter”,… zouden er kunnen bij zijn.
De Google specialisten in trendanalyse moeten aan de hand van het onderzoek van gebruikte zoektermen, een onderscheid kunnen maken tussen mensen die informatie zoeken over griep en grieppatiënten die via Google willen te weten komen hoe ze van hun kwaal af kunnen geraken.
De intussen bekende Belgische interministerieel commissaris influenza, viroloog dr. Marc Van Ranst, vindt Google Flu Trends een waardevol instrument.
De in Google Flu Trends voorspelde evolutie van de griepgevallen tijdens de voorbije jaren, blijkt immers goed te kloppen met de cijfers die men effectief in die jaren heeft vastgesteld. Het systeem werkt dus blijkbaar.
Van Ranst wijst er wel op dat ook via de site De Grote Griepmeting de evolutie van het aantal griepgevallen in Nederland en België goed in gaten kan gehouden worden.
Google Flu Trends geeft wel minder details, maar is voor mijn part overzichtelijker.
Probeer beide informatiebronnen maar eens uit door op de beelden te klikken.
Ik hoop intussen dat jullie (en ook wij hier in Romershoven) van om het even welke griep gespaard mogen blijven.
Onze huisdokter vertelde me vorige week nog dat hij momenteel al een duidelijke toename van het aantal griepgevallen vaststelt. Hij had het daarbij niet over de Mexicaanse griep, maar over de jaarlijks weerkerende “wintergriep”. Ik kreeg meteen het voorschrift voor het jaarlijks griepspuitje voor Mia en mij.
Google heeft in de USA sinds vorig jaar Google Flu Trends opgezet. Dat is een website waarin de uitbraak van een griepepidemie voorspeld wordt.
Sedert vorige week kan je op die site ook de situatie in België bekijken. De grafieken op de site laten de evolutie zien van het lopende jaar 2009-2010 t.o.v. de vorige jaren.
De voorspelde trend steunt op een analyse van de frequentie van het gebruik van bepaalde zoektermen in Google.
Google wil niet bekendmaken wat die zoektermen precies zijn, maar b.v termen zoals “keelpijn”, “dokter”,… zouden er kunnen bij zijn.
De Google specialisten in trendanalyse moeten aan de hand van het onderzoek van gebruikte zoektermen, een onderscheid kunnen maken tussen mensen die informatie zoeken over griep en grieppatiënten die via Google willen te weten komen hoe ze van hun kwaal af kunnen geraken.
De intussen bekende Belgische interministerieel commissaris influenza, viroloog dr. Marc Van Ranst, vindt Google Flu Trends een waardevol instrument.
De in Google Flu Trends voorspelde evolutie van de griepgevallen tijdens de voorbije jaren, blijkt immers goed te kloppen met de cijfers die men effectief in die jaren heeft vastgesteld. Het systeem werkt dus blijkbaar.
Van Ranst wijst er wel op dat ook via de site De Grote Griepmeting de evolutie van het aantal griepgevallen in Nederland en België goed in gaten kan gehouden worden.
Google Flu Trends geeft wel minder details, maar is voor mijn part overzichtelijker.
Probeer beide informatiebronnen maar eens uit door op de beelden te klikken.
Ik hoop intussen dat jullie (en ook wij hier in Romershoven) van om het even welke griep gespaard mogen blijven.
maandag 12 oktober 2009
Chronische vermoeidheid
Een paar dagen geleden is Dré Steemans, Felice, plots overleden.
In de commentaren die bij zulke verrassende gebeurtenissen overal te lezen zijn, werd steeds gezegd dat Dré op 1 september 1985 bij de toenmalige BRT2-radio debuteerde in het radioprogramma 'Het Genootschap' van Luk Saffloer.
Als ik de naam Luk Saffloer hoor dan schieten me steeds twee dingen door het hoofd.
Heel in de verte herinner ik mij de man als één van de vele “kleinkunstenaars” uit de jaren zeventig.
Maar veel meer is hij voor mij de man die bekend geworden is omwille van een ernstig gezondheidsprobleem.
Luk Saffloer leidt al jarenlang aan chronische vermoeidheid. Hij heeft dit nadrukkelijk in de openbaarheid gebracht via krantenartikels en door interviews op radio en TV. Maar vooral via een autobiografisch boek dat een echte bestseller werd: “Te moe om te sterven. Overleven met chronische vermoeidheid”.
Chronische vermoeidheid of CVS (Chronisch vermoeidheidssyndroom) of ME (Myalgische Encefalomyelitis (!)) is een mysterieuze aandoening waar heel veel onduidelijkheid over bestaat. Dit heeft alles te maken met het feit dat de klachten nogal vaag zijn: hoofdpijn, spierpijn, duizeligheid, concentratie- en geheugenverlies. Wie heeft daar soms al niet eens last van?
Bijgevolg worden die klagers dikwijls niet ernstig genomen. Temeer omdat er tot nu toe geen echte oorzaak kon worden vastgesteld.
Maar daar is nu (misschien) verandering in gekomen.
Vincent Lombardi van het Whittemore Peterson Institute ( Reno- VS) en collega's publiceren in het nummer van 8 oktober van het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift Science, een artikel waarin ze melden dat bij tweederde van de mensen die aan CVS lijden, het virus XMRV in hun bloed gevonden wordt.
Over hun onderzoek kan je ook in een mededeling van het Whittemore Instituut zelf, meer informatie vinden.
XMRV is een zogenaamd retrovirus dat ook gelinkt wordt aan prostaatkanker.
Als je meer over retrovirussen wil te weten moet je deze Powerpoint maar eens doornemen.
Als dit onderzoek bevestigd wordt, zou dat betekenen dat de ziekte eindelijk een duidelijke oorzaak heeft.
Maar óók dat er mogelijkheden bestaan om de ziekte gericht te gaan bestrijden.
En dat de mensen die met de ziekte te maken hebben, weer een sprankeltje hoop krijgen.
En in België alleen al zijn dat er meer dan 30.000!
In de commentaren die bij zulke verrassende gebeurtenissen overal te lezen zijn, werd steeds gezegd dat Dré op 1 september 1985 bij de toenmalige BRT2-radio debuteerde in het radioprogramma 'Het Genootschap' van Luk Saffloer.
Als ik de naam Luk Saffloer hoor dan schieten me steeds twee dingen door het hoofd.
Heel in de verte herinner ik mij de man als één van de vele “kleinkunstenaars” uit de jaren zeventig.
Maar veel meer is hij voor mij de man die bekend geworden is omwille van een ernstig gezondheidsprobleem.
Luk Saffloer leidt al jarenlang aan chronische vermoeidheid. Hij heeft dit nadrukkelijk in de openbaarheid gebracht via krantenartikels en door interviews op radio en TV. Maar vooral via een autobiografisch boek dat een echte bestseller werd: “Te moe om te sterven. Overleven met chronische vermoeidheid”.
Chronische vermoeidheid of CVS (Chronisch vermoeidheidssyndroom) of ME (Myalgische Encefalomyelitis (!)) is een mysterieuze aandoening waar heel veel onduidelijkheid over bestaat. Dit heeft alles te maken met het feit dat de klachten nogal vaag zijn: hoofdpijn, spierpijn, duizeligheid, concentratie- en geheugenverlies. Wie heeft daar soms al niet eens last van?
Bijgevolg worden die klagers dikwijls niet ernstig genomen. Temeer omdat er tot nu toe geen echte oorzaak kon worden vastgesteld.
Maar daar is nu (misschien) verandering in gekomen.
Vincent Lombardi van het Whittemore Peterson Institute ( Reno- VS) en collega's publiceren in het nummer van 8 oktober van het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift Science, een artikel waarin ze melden dat bij tweederde van de mensen die aan CVS lijden, het virus XMRV in hun bloed gevonden wordt.
Over hun onderzoek kan je ook in een mededeling van het Whittemore Instituut zelf, meer informatie vinden.
Model van het XRMV-virus. Bron: Whitemore Peterson Institute
XMRV is een zogenaamd retrovirus dat ook gelinkt wordt aan prostaatkanker.
Als je meer over retrovirussen wil te weten moet je deze Powerpoint maar eens doornemen.
Als dit onderzoek bevestigd wordt, zou dat betekenen dat de ziekte eindelijk een duidelijke oorzaak heeft.
Maar óók dat er mogelijkheden bestaan om de ziekte gericht te gaan bestrijden.
En dat de mensen die met de ziekte te maken hebben, weer een sprankeltje hoop krijgen.
En in België alleen al zijn dat er meer dan 30.000!
zondag 11 oktober 2009
Rankings
Over het algemeen zijn we er nogal fier op dat ons onderwijs tot het beste ter wereld behoort.
Voor het middelbaar onderwijs is er overtuigend bewijsmateriaal dat dit ook zo is.
Het PISA-rapport (PISA = Program for International Student Assessment) van 2009 is nog niet gepubliceerd. Maar het laatste driejaarlijks PISA-rapport van 2006 geeft aan dat we het goed doen.
Voor dat rapport werden 3 zogenaamde competentiedomeinen onderzocht: wetenschappen, wiskunde en leesvaardigheid.
Voor elk van deze domeinen scoren onze scholen boven het gemiddelde van de OESO-landen.
Nederland eindigt wel altijd een paar plaatsen hoger dan België, maar we behoren toch altijd tot de absolute topgroep.
Maar als we eens naar het universitair onderwijs kijken is het resultaat niet zo rooskleurig.
In The Times for Higher Education van oktober 2009 werd de ranking bekend gemaakt van de 200 topuniversiteiten over heel de wereld.
Slechts één Belgische universiteit behoort tot de top 100. De rest bengelt verder achteraan en in totaal komen er maar 5 voor in de lijst van de 200 besten:
Ik kan er niet aan voorbij: Nederland scoort qua niveau van universiteiten toch een stuk hoger: maar liefst 4 in de top 100, waarvan zelfs één in de top 50. En nog 7 andere tussen plaatsen 108 en 200.
Wie in Vlaanderen, om wat voor reden dan ook, van mening is dat het Nederlands onderwijs toch niet zo denderend is, moet de cijfers en de rapporten, zowel voor het secundair als voor het universitair onderwijs, toch maar eens grondig bestuderen…
Voor het middelbaar onderwijs is er overtuigend bewijsmateriaal dat dit ook zo is.
Het PISA-rapport (PISA = Program for International Student Assessment) van 2009 is nog niet gepubliceerd. Maar het laatste driejaarlijks PISA-rapport van 2006 geeft aan dat we het goed doen.
Voor dat rapport werden 3 zogenaamde competentiedomeinen onderzocht: wetenschappen, wiskunde en leesvaardigheid.
Voor elk van deze domeinen scoren onze scholen boven het gemiddelde van de OESO-landen.
Nederland eindigt wel altijd een paar plaatsen hoger dan België, maar we behoren toch altijd tot de absolute topgroep.
Maar als we eens naar het universitair onderwijs kijken is het resultaat niet zo rooskleurig.
In The Times for Higher Education van oktober 2009 werd de ranking bekend gemaakt van de 200 topuniversiteiten over heel de wereld.
Slechts één Belgische universiteit behoort tot de top 100. De rest bengelt verder achteraan en in totaal komen er maar 5 voor in de lijst van de 200 besten:
Ik kan er niet aan voorbij: Nederland scoort qua niveau van universiteiten toch een stuk hoger: maar liefst 4 in de top 100, waarvan zelfs één in de top 50. En nog 7 andere tussen plaatsen 108 en 200.
Wie in Vlaanderen, om wat voor reden dan ook, van mening is dat het Nederlands onderwijs toch niet zo denderend is, moet de cijfers en de rapporten, zowel voor het secundair als voor het universitair onderwijs, toch maar eens grondig bestuderen…
zaterdag 10 oktober 2009
De serieuze kost – deel 2
Ik herinner mij nog heel goed hoe ik in 1964 voor het eerst iets over DNA hoorde.
Onze prof. biologie Jan Hublé vertelde hoe James Watson en Francis Crick 11 jaar eerder (1953) de structuur van deze “levensmolecule” ontrafeld hadden. En hoe in deze molecule de informatie opgeslagen lag voor de synthese van proteïnen (eiwitten). Proteïnen spelen een fundamentele rol in het functioneren van alle leven op aarde.
Hij vertelde ons ook hoe het mechanisme werkt waarmee de informatie uit het DNA in eiwitten wordt omgezet.
De “fabriekjes” waar de eiwitten in de cel geconstrueerd werden (chemici spreken van “gesynthetiseerd”) waren de ribosomen.
Laat ons eerst even kijken waar die ribosomen in een cel te vinden zijn:
Je moet al heel goed kijken, want de ribosomen zijn in het geheel van de voorstelling van een cel, maar als heel kleine “bolletjes” waarneembaar. Ze zijn maar 20nm (1nm = 10-9m) groot. Dit is 0,00002mm! Slechts 1/1000 van de grootte van de totale cel.
Maar toch gonst het daar van de activiteit. Aminozuren worden er tot eiwitketens aan elkaar geklonken, zoals in onderstaand beeld wordt voorgesteld:
45 jaar later zijn 3 wetenschappers met de Nobelprijs chemie bekroond voor het ontrafelen van de structuur van de ribosomen.
Van links naar rechts zie je Venkatraman Ramakrishnan (1952), werkzaam bij het MRC Laboratory of Molecular Biology in Cambridge (Engeland); Thomas A. Steitz (1940) van Yale University in New Haven (Verenigde Staten) en Ada E. Yonath (1939), verbonden aan het Weizmann Institute of Science in Rehovot (Israel). Deze laatste is dus de derde vrouwelijk Nobellaureaat voor de positieve wetenschappen dit jaar.
Het ontrafelen van de bouw van het ribosoom is een ongelooflijk chemisch huzarenstukje. Het gaat immers over een immens complex bestanddeel van de cel. Een ribosoom is op zichzelf een enorm kluwen van eigen eiwitketens :
Bedenk dat elke “serpentine” die je in bovenstaand beeld ziet, zo een eiwitketen is. En dat elke bocht en buiging die zo’n keten maakt betekenis heeft voor het functioneren van het ribosoom.
De rode kaders die ik in de structuur getrokken heb geven de twee grote delen van het ribosoom weer die je in elke schematische voorstelling steeds kan aantreffen.
Misschien vraag je je af wat nu het nut is van die gedetailleerde kennis van de bouw van een ribosoom?
Welnu, de ontwikkeling van nieuwe antibiotica heeft veel te maken met de kennis van de bouw en werking van een ribosoom.
Hoe zit dat?
De Nobelprijswinnaars hebben aangetoond dat de structuur van ribosomen in cellen met een celkern (zoals onze lichaamscellen) verschilt van die in cellen zonder celkern (zoals de bacteriën)
De nieuwe antibiotica die men aan het ontwikkelen is, blokkeren nu precies de werking van de ribosomen in bacteriën waardoor die niet meer de nodige eiwitten produceren. De bacteriën sterven in de kortste keren af terwijl onze lichaamscellen intact blijven.
Men hoopt met die nieuwe antibiotica zeer resistente bacteriën, zoals b.v. de ziekenhuisbacterie (MRSA) te kunnen uitroeien.
Zo zie je maar dat fundamenteel onderzoek ook zijn onmiddellijk nut kan hebben!
Onze prof. biologie Jan Hublé vertelde hoe James Watson en Francis Crick 11 jaar eerder (1953) de structuur van deze “levensmolecule” ontrafeld hadden. En hoe in deze molecule de informatie opgeslagen lag voor de synthese van proteïnen (eiwitten). Proteïnen spelen een fundamentele rol in het functioneren van alle leven op aarde.
Hij vertelde ons ook hoe het mechanisme werkt waarmee de informatie uit het DNA in eiwitten wordt omgezet.
De “fabriekjes” waar de eiwitten in de cel geconstrueerd werden (chemici spreken van “gesynthetiseerd”) waren de ribosomen.
Laat ons eerst even kijken waar die ribosomen in een cel te vinden zijn:
Je moet al heel goed kijken, want de ribosomen zijn in het geheel van de voorstelling van een cel, maar als heel kleine “bolletjes” waarneembaar. Ze zijn maar 20nm (1nm = 10-9m) groot. Dit is 0,00002mm! Slechts 1/1000 van de grootte van de totale cel.
Maar toch gonst het daar van de activiteit. Aminozuren worden er tot eiwitketens aan elkaar geklonken, zoals in onderstaand beeld wordt voorgesteld:
45 jaar later zijn 3 wetenschappers met de Nobelprijs chemie bekroond voor het ontrafelen van de structuur van de ribosomen.
Van links naar rechts zie je Venkatraman Ramakrishnan (1952), werkzaam bij het MRC Laboratory of Molecular Biology in Cambridge (Engeland); Thomas A. Steitz (1940) van Yale University in New Haven (Verenigde Staten) en Ada E. Yonath (1939), verbonden aan het Weizmann Institute of Science in Rehovot (Israel). Deze laatste is dus de derde vrouwelijk Nobellaureaat voor de positieve wetenschappen dit jaar.
Het ontrafelen van de bouw van het ribosoom is een ongelooflijk chemisch huzarenstukje. Het gaat immers over een immens complex bestanddeel van de cel. Een ribosoom is op zichzelf een enorm kluwen van eigen eiwitketens :
Bedenk dat elke “serpentine” die je in bovenstaand beeld ziet, zo een eiwitketen is. En dat elke bocht en buiging die zo’n keten maakt betekenis heeft voor het functioneren van het ribosoom.
De rode kaders die ik in de structuur getrokken heb geven de twee grote delen van het ribosoom weer die je in elke schematische voorstelling steeds kan aantreffen.
Misschien vraag je je af wat nu het nut is van die gedetailleerde kennis van de bouw van een ribosoom?
Welnu, de ontwikkeling van nieuwe antibiotica heeft veel te maken met de kennis van de bouw en werking van een ribosoom.
Hoe zit dat?
De Nobelprijswinnaars hebben aangetoond dat de structuur van ribosomen in cellen met een celkern (zoals onze lichaamscellen) verschilt van die in cellen zonder celkern (zoals de bacteriën)
De nieuwe antibiotica die men aan het ontwikkelen is, blokkeren nu precies de werking van de ribosomen in bacteriën waardoor die niet meer de nodige eiwitten produceren. De bacteriën sterven in de kortste keren af terwijl onze lichaamscellen intact blijven.
Men hoopt met die nieuwe antibiotica zeer resistente bacteriën, zoals b.v. de ziekenhuisbacterie (MRSA) te kunnen uitroeien.
Zo zie je maar dat fundamenteel onderzoek ook zijn onmiddellijk nut kan hebben!
Labels:
antibiotica,
biochemie,
biologie,
chemie,
DNA,
geneeskunde,
Nobelprijs,
ribosomen
vrijdag 9 oktober 2009
Hou alles in balans
In iedere man schuilt blijvend een kind.
In iedere vrouw ook hoop ik.
Met “de blokskes” spelen, torentjes bouwen en ze doen omvallen. Dat zijn zowat de allereerste spelletjes in mijn herinnering.
En ik ben zo’n stapelspelletjes blijven spelen.
Regelmatig nog, als we met familie en vrienden samenzitten, haal ik de Jengadoos boven.
Je kent dat spelletje ongetwijfeld: om beurten een blokje weghalen en het boven op de stapel leggen. En er voor zorgen dat de stapel niet omvalt…
Ik weet dat daar online-versies van bestaan. Maar die ersatz is niet spannend genoeg om als alternatief te kunnen dienen.
Maar om toch uw en mijn blokskeshonger te kunnen stillen bied ik jullie vandaag Perfect Balans aan.
Het spel is simpel. Met de muis plaats je de gekleurde voorwerpen op de grijze “staander”. Met de rechtse pijltjestoets kan je de voorwerpen draaien als je dat nodig vindt. En je zal snel ondervinden dat dit echt moet.
Klik op het beeld hieronder en hou alles in balans…
Eén tip nog: om het spel te starten moet je op je toetsenbord de R indrukken. De rest ondervind je zelf wel.
In iedere vrouw ook hoop ik.
Met “de blokskes” spelen, torentjes bouwen en ze doen omvallen. Dat zijn zowat de allereerste spelletjes in mijn herinnering.
En ik ben zo’n stapelspelletjes blijven spelen.
Regelmatig nog, als we met familie en vrienden samenzitten, haal ik de Jengadoos boven.
Je kent dat spelletje ongetwijfeld: om beurten een blokje weghalen en het boven op de stapel leggen. En er voor zorgen dat de stapel niet omvalt…
Ik weet dat daar online-versies van bestaan. Maar die ersatz is niet spannend genoeg om als alternatief te kunnen dienen.
Maar om toch uw en mijn blokskeshonger te kunnen stillen bied ik jullie vandaag Perfect Balans aan.
Het spel is simpel. Met de muis plaats je de gekleurde voorwerpen op de grijze “staander”. Met de rechtse pijltjestoets kan je de voorwerpen draaien als je dat nodig vindt. En je zal snel ondervinden dat dit echt moet.
Klik op het beeld hieronder en hou alles in balans…
Eén tip nog: om het spel te starten moet je op je toetsenbord de R indrukken. De rest ondervind je zelf wel.
donderdag 8 oktober 2009
De serieuze kost – deel 1
Alhoewel de Ig-Nobelprijzen soms ook wel interessante resultaten laten zien, zijn wetenschappers toch elke oktobermaand opnieuw benieuwd wie met de echte Nobelpijzen bekroond zal worden.
Voor de positieve wetenschappen is het doek deze week al gevallen: maandag geneeskunde, dinsdag fysica, woensdag chemie.
Daarmee is dit luik afgewerkt.
Voor mij is dit het moment om over die drie nobelprijzen even te “mijmeren”.
Voor de positieve wetenschappen is het doek deze week al gevallen: maandag geneeskunde, dinsdag fysica, woensdag chemie.
Daarmee is dit luik afgewerkt.
Voor mij is dit het moment om over die drie nobelprijzen even te “mijmeren”.
Labels:
biochemie,
biologie,
chromosomen,
DNA,
kanker,
telomerase,
telomeren,
verouderen
woensdag 7 oktober 2009
Online Photoshoppen
Helemaal achteraan in mijn blogbericht van gisteren zag je een foto met de aankondiging van de Notenwandeling zondag a.s.in Romershoven.
Het was voor kenners en niet-kenners wel te zien dat er met Photoshop gewerkt werd.
Niet mijn werk, maar dat van Willy, één van de handigste leden van onze Romershovense Dorpsraad.
Willy is een echte duivel-doet-al met een enorme praktische intelligentie. Van houtbewerking over metaal draaien tot computerwerk, Willy brengt het altijd schitterend voor mekaar.
En zijn kabouterfotootje mocht er wel zijn vind ik.
Willy werkt met de echte Photoshop.
Ik niet. Ik vind dit programma te duur.
Het was voor kenners en niet-kenners wel te zien dat er met Photoshop gewerkt werd.
Niet mijn werk, maar dat van Willy, één van de handigste leden van onze Romershovense Dorpsraad.
Willy is een echte duivel-doet-al met een enorme praktische intelligentie. Van houtbewerking over metaal draaien tot computerwerk, Willy brengt het altijd schitterend voor mekaar.
En zijn kabouterfotootje mocht er wel zijn vind ik.
Willy werkt met de echte Photoshop.
Ik niet. Ik vind dit programma te duur.
dinsdag 6 oktober 2009
Over lengte- en breedteligging en de Notenwandeling
Als je precies wil weten wat de lengte- en breedteligging (longitude and lattitude) van een bepaalde plaats op aarde is, dan heb ik een interessante site voor jullie: Get Lat Lon
Ik weet wel dat je via internet nog op een andere manier ook hetzelfde resultaat kan krijgen.
Maar hier gebeurt het wel zeer eenvoudig en zeer snel.
In de adresbalk typ je het adres en op de kaart eronder krijg je onmiddellijk de “juiste” ligging aangeduid met een kruisje.
Klopt die ligging niet helemaal?
Geen nood. Je kan de kaart verschuiven tot het kruisje precies de plaats aanduidt waarvan je de coördinaten zoekt.
Op de foto hieronder zie je mijn zoektocht naar de coördinaten van De Pastorij in Romershoven.
Het resultaat zie je hieronder
Meteen weet je heel precies waar zondag a.s. 11 oktober de vierde editie van de Notenwandeling start om 13.45u. – 14.15u. en 14.45u.
Het thema van deze wandeling is… sprookjes.
Geen gewone sprookjes zoals je die vindt bij de Grimms of Andersen. Neen, Romershovense sprookjes die op verschillende plaatsen langs het 4,5 km lang parcours worden verteld en uitgebeeld.
De wandeling is begeleid en… gratis.
Misschien zien we elkaar daar zondag wel?
Ik weet wel dat je via internet nog op een andere manier ook hetzelfde resultaat kan krijgen.
Maar hier gebeurt het wel zeer eenvoudig en zeer snel.
In de adresbalk typ je het adres en op de kaart eronder krijg je onmiddellijk de “juiste” ligging aangeduid met een kruisje.
Klopt die ligging niet helemaal?
Geen nood. Je kan de kaart verschuiven tot het kruisje precies de plaats aanduidt waarvan je de coördinaten zoekt.
Op de foto hieronder zie je mijn zoektocht naar de coördinaten van De Pastorij in Romershoven.
Het resultaat zie je hieronder
Meteen weet je heel precies waar zondag a.s. 11 oktober de vierde editie van de Notenwandeling start om 13.45u. – 14.15u. en 14.45u.
Het thema van deze wandeling is… sprookjes.
Geen gewone sprookjes zoals je die vindt bij de Grimms of Andersen. Neen, Romershovense sprookjes die op verschillende plaatsen langs het 4,5 km lang parcours worden verteld en uitgebeeld.
De wandeling is begeleid en… gratis.
Misschien zien we elkaar daar zondag wel?
Labels:
aardrijkskunde,
Google Maps,
Romershoven,
sprookjes,
tips,
wandelen
Abonneren op:
Posts (Atom)