Alhoewel minder dan vroeger, moeten we toch een aantal keer per jaar de olie van onze auto- en andere motoren verversen opdat alles soepel zou blijven draaien.
De “afgedraaide” olie wordt wel gedeeltelijk gerecupereerd als smeerolie en voor verwarming, maar een groot deel komt ook bij de immer groeiende afvalberg terecht.
Zo staan er enorme hoeveelheden olie nutteloos aan de kant.
Maar misschien hebben Britse scheikundigen een erg nuttige oplossing gevonden voor dit afvalprobleem.
Op de jaarlijkse meeting van de American Chemical Society lieten ze eergisteren (28 maart) weten, dat ze een methode ontwikkeld hebben om oude olie door pyrolyse om te zetten tot herbruikbare brandstof.
Pyrolyse is een methode waarbij stoffen in andere stoffen omgezet worden door verhitting in afwezigheid van zuurstof (zodat er geen verbranding gebeurt).
Als pyrolyse ongecontroleerd uitgevoerd wordt, komt daar weinig nuttigs uit te voorschijn.
Maar de Britse scheikundigen zijn er in geslaagd om met microgolven (dus straling zoals in onze microgolfoven) én door toevoegen van een stof die de microgolven zeer goed absorbeert, afvalolie met een hoog rendement (90% zeggen ze!) af te breken in gasvormige en vloeibare producten, die op hun beurt in autogas en diesel kunnen omgezet worden.
Binnenkort(?) rijden we dus misschien op onze oude grasmachine-olie!
Maar niet te hard gelachen: de afvalolieberg zal dan misschien wel slinken, maar minder CO2 zal er wel niet geproduceerd worden.
Ach, het is ook nooit helemaal goed…
Milde reflecties van Hervé Tavernier op heden en verleden met ook wat tips, nieuwtjes, spelletjes en puzzelkes.
donderdag 31 maart 2011
woensdag 30 maart 2011
Eén foto: 40.000.000.000 pixels!
Dit is blijkbaar de week van de fotografische huzarenstukjes.
Na de time-lapse montage van het Noorderlicht die ik jullie dinsdag presenteerde, stel ik jullie vandaag een al even fenomenale montage voor van de hand van fotograaf Jeffrey Martin.
Jeffrey Martin is er in geslaagd om 2947 foto’s van de 18de-eeuwse barokke bibliotheek van het Strahov Klooster in Praag te combineren tot één enorm grote panorama-foto van maar liefst 40 gigapixels = 40 miljard pixels.
Uitgeprint zou deze foto maar liefst 23 meter lang zijn!
Klik op het beeld hieronder en zorg ervoor dat je voor de full-screen weergave kiest met de knop linksboven (zie geel kringetje).
Van nu af aan kan je met het muiswiel zoomen en scrollen tot op de kleinste details.
Dit YouTube-filmpje laat je ook zien hoe je met dit staaltje van fotografisch vakmanschap kan omgaan:
En mocht je meer informatie willen over hoe Jeffrey Martin te werk gegaan is? Bezoek dan de Wired-site.
Enfin: amuseer u met dit technisch meesterwerkje.
Na de time-lapse montage van het Noorderlicht die ik jullie dinsdag presenteerde, stel ik jullie vandaag een al even fenomenale montage voor van de hand van fotograaf Jeffrey Martin.
Jeffrey Martin is er in geslaagd om 2947 foto’s van de 18de-eeuwse barokke bibliotheek van het Strahov Klooster in Praag te combineren tot één enorm grote panorama-foto van maar liefst 40 gigapixels = 40 miljard pixels.
Uitgeprint zou deze foto maar liefst 23 meter lang zijn!
Klik op het beeld hieronder en zorg ervoor dat je voor de full-screen weergave kiest met de knop linksboven (zie geel kringetje).
Van nu af aan kan je met het muiswiel zoomen en scrollen tot op de kleinste details.
Dit YouTube-filmpje laat je ook zien hoe je met dit staaltje van fotografisch vakmanschap kan omgaan:
En mocht je meer informatie willen over hoe Jeffrey Martin te werk gegaan is? Bezoek dan de Wired-site.
Enfin: amuseer u met dit technisch meesterwerkje.
dinsdag 29 maart 2011
In het land van het Noorderlicht
Zes maanden lang heeft de Noorse natuurfotograaf Christian Salomonsen ongeveer 50.000 (!) foto’s gemaakt van het Noorderlicht in de omgeving van Tromsø.
Met een uitgebreide selectie van dit materiaal heeft hij dan een time-lapse montage gemaakt die ons op een schitterende wijze laat kennis maken met dit fenomenaal natuurverschijnsel.
Het blauwgroen lichteffect is een gevolg van de zonnevlammen en zonne-protuberansen waarvan ik hier eergisteren een paar spectaculaire filmpjes liet zien.
De massa geladen deeltjes die bij die zonne-uitbarstingen in de ruimte worden geslingerd, worden gevangen door het magnetisch veld van de aarde.
Aan de magnetische polen is het magnetisch veld van de aarde het sterkst.
Daar worden die geladen deeltjes door dat veld het sterkst versneld en bij de energierijke botsingen die ze dan uitvoeren met stikstof- en zuurstofmoleculen in de atmosfeer, wordt energie vrijgesteld onder de vorm van gekleurd licht.
Een rationele uitleg over het ontstaan die niet in de weg mag staan van het wonderlijk poëtisch effect dat het schouwspel biedt.
Geniet dus maar van het meesterlijk werk van van Ole Christian Salomonsen .
En vergeet niet om dit in full-screen én in HD te bekijken.
Want dan pas komt het ten volle tot zijn recht.
Met een uitgebreide selectie van dit materiaal heeft hij dan een time-lapse montage gemaakt die ons op een schitterende wijze laat kennis maken met dit fenomenaal natuurverschijnsel.
Het blauwgroen lichteffect is een gevolg van de zonnevlammen en zonne-protuberansen waarvan ik hier eergisteren een paar spectaculaire filmpjes liet zien.
De massa geladen deeltjes die bij die zonne-uitbarstingen in de ruimte worden geslingerd, worden gevangen door het magnetisch veld van de aarde.
Aan de magnetische polen is het magnetisch veld van de aarde het sterkst.
Daar worden die geladen deeltjes door dat veld het sterkst versneld en bij de energierijke botsingen die ze dan uitvoeren met stikstof- en zuurstofmoleculen in de atmosfeer, wordt energie vrijgesteld onder de vorm van gekleurd licht.
Een rationele uitleg over het ontstaan die niet in de weg mag staan van het wonderlijk poëtisch effect dat het schouwspel biedt.
Geniet dus maar van het meesterlijk werk van van Ole Christian Salomonsen .
En vergeet niet om dit in full-screen én in HD te bekijken.
Want dan pas komt het ten volle tot zijn recht.
maandag 28 maart 2011
Kaartspel – oplossing
De 15 kaarten zijn geschud en dit kwam er uit als oplossing:
We hebben hier te maken met een zogenaamde "absoluut verschil driehoek".
Eén van "de oplossers" van dit puzzelke liet mij weten dat hij er een computerprogrammaatje voor geschreven heeft, dat het "probleem" in 4 milliseconden oplost!
Het programma leerde hem ook dat als je het probleem uitbreidt tot 6 rijen (en getallen van 1 tot 21), er geen oplossing is. Evenmin als je 7,8,...10 rijen hebt.
Merkwaardig vond ik.
Enig zoekwerk bij van Martin Gardner, in een oude Scientific American op zolder (nummer van april 1977) bracht mij bij het wiskundig bewijs dat zo'n absoluut verschil driehoek inderdaad onoplosbaar is voor meer dan vijf rijen.
Voor mij te moeilijk dat bewijs, maar voor de liefhebbers: hier kan je het vinden: Exact Difference Triangles.
Voor alle puzzelaars: tot vrijdag voor een volgende opgave!
We hebben hier te maken met een zogenaamde "absoluut verschil driehoek".
Eén van "de oplossers" van dit puzzelke liet mij weten dat hij er een computerprogrammaatje voor geschreven heeft, dat het "probleem" in 4 milliseconden oplost!
Het programma leerde hem ook dat als je het probleem uitbreidt tot 6 rijen (en getallen van 1 tot 21), er geen oplossing is. Evenmin als je 7,8,...10 rijen hebt.
Merkwaardig vond ik.
Enig zoekwerk bij van Martin Gardner, in een oude Scientific American op zolder (nummer van april 1977) bracht mij bij het wiskundig bewijs dat zo'n absoluut verschil driehoek inderdaad onoplosbaar is voor meer dan vijf rijen.
Voor mij te moeilijk dat bewijs, maar voor de liefhebbers: hier kan je het vinden: Exact Difference Triangles.
Voor alle puzzelaars: tot vrijdag voor een volgende opgave!
Zweeft hij of zweeft hij niet?
Hij zweeft niet.
Weer een geval waar onze hersenen, uit gewoonte, het visueel signaal foutief interpreteren: in de context van de presentatie verwachten ze een kubus.
Maar…hij is zelfs niet, die kubus.
Weer een geval waar onze hersenen, uit gewoonte, het visueel signaal foutief interpreteren: in de context van de presentatie verwachten ze een kubus.
Maar…hij is zelfs niet, die kubus.
Weer gefopt!
zondag 27 maart 2011
Zonnetijd
Ik veronderstel dat jullie het niet vergeten zijn?!
Het is nu precies:
Zomertijd dus.
Het moment om even te blijven stilstaan bij haar die onze zomer warm moet maken: onze zon.
Aangenaam warm hoop ik dan. Niet te heet!
Onze zon blijft de laatste periode heel actief.
SDO, de satelliet die de zon permanent observeert, stuurde deze week weer twee spectaculaire filmpjes.
Op het eerste filmpje, daterend van 19 maart, zijn verschillende zonnevlammen te zien.
Op het tweede, van 24 maart, zie je een schitterende lusvormige zonne-eruptie (eruptieve protuberans).
Beide filmpjes zijn uiteraard afkomstig van NASA.
Prettige zondag nog!
Het is nu precies:
Het moment om even te blijven stilstaan bij haar die onze zomer warm moet maken: onze zon.
Aangenaam warm hoop ik dan. Niet te heet!
Onze zon blijft de laatste periode heel actief.
SDO, de satelliet die de zon permanent observeert, stuurde deze week weer twee spectaculaire filmpjes.
Op het eerste filmpje, daterend van 19 maart, zijn verschillende zonnevlammen te zien.
Op het tweede, van 24 maart, zie je een schitterende lusvormige zonne-eruptie (eruptieve protuberans).
Beide filmpjes zijn uiteraard afkomstig van NASA.
Prettige zondag nog!
zaterdag 26 maart 2011
Waar is het (nog) veilig?
Onrust in de Arabische landen, rampen in Japan en Myanmar.
Waar kan je nog veilig naar toe reizen op dit moment?
Over de criteria die moeten gehanteerd worden om een reisgebied als veilig of onveilig te bestempelen, kan natuurlijk gediscussieerd worden.
Maar de Briste krant The Guardian heeft het reisadvies van het Brits Ministerie van Buitenlandse Zaken (FCO) op een Google Map geplaatst.
Hoe donkerder een land of regio ingekleurd is, hoe groter het risico volgens het FCO.
De kleurverdeling is niet echt gedetailleerd.
Daardoor wordt op het eerste zicht geen onderscheid gemaakt tussen bepaalde gebieden in een regio en de hele regio.
Zo is de hele Russische federatie roze gekleurd, terwijl vooral bepaalde deelrepublieken (Chechenië, Dagestan,...) gevaarlijk zijn.
Die meer getailleerde informatie krijg je wel als je op een plaats op de kaart klikt.
Je krijgt dan, voor de aangeklikte plaats, zelfs een link naar de meest recente veiligheidsinformatie van het FCO
voor de aangeklikte plaats.
De kaart geeft ons in elk geval een fascinerend beeld van waar het er op onze aarde niet goed aan toe gaat, hetzij omwille van conflicten, terreur of rampen.
Toch wel om even stil van te worden, vind ik.
”Reizen is gevaarlijk” zei mijn moederke altijd.
En ze had nog voor een groot deel gelijk ook.
Waar kan je nog veilig naar toe reizen op dit moment?
Over de criteria die moeten gehanteerd worden om een reisgebied als veilig of onveilig te bestempelen, kan natuurlijk gediscussieerd worden.
Maar de Briste krant The Guardian heeft het reisadvies van het Brits Ministerie van Buitenlandse Zaken (FCO) op een Google Map geplaatst.
Hoe donkerder een land of regio ingekleurd is, hoe groter het risico volgens het FCO.
De kleurverdeling is niet echt gedetailleerd.
Daardoor wordt op het eerste zicht geen onderscheid gemaakt tussen bepaalde gebieden in een regio en de hele regio.
Zo is de hele Russische federatie roze gekleurd, terwijl vooral bepaalde deelrepublieken (Chechenië, Dagestan,...) gevaarlijk zijn.
Die meer getailleerde informatie krijg je wel als je op een plaats op de kaart klikt.
Je krijgt dan, voor de aangeklikte plaats, zelfs een link naar de meest recente veiligheidsinformatie van het FCO
voor de aangeklikte plaats.
De kaart geeft ons in elk geval een fascinerend beeld van waar het er op onze aarde niet goed aan toe gaat, hetzij omwille van conflicten, terreur of rampen.
Toch wel om even stil van te worden, vind ik.
”Reizen is gevaarlijk” zei mijn moederke altijd.
En ze had nog voor een groot deel gelijk ook.
vrijdag 25 maart 2011
Kaartspel
Het puzzelke van deze week is niet moeilijk.
Je hebt 15 kaarten, genummerd van 1 tot 15.
Je moet ze schikken volgens onderstaande driehoeksformatie:
Maar je ziet het: elk kaart moet een nummer dragen dat gelijk is aan het (positieve) verschil van de nummers op de kaarten die er juist onder liggen.
Uiteraard geldt dat niet voor de onderste rij, want daar ligt niets meer onder…
De eerste drie kaarten heb ik al ingevuld: 5 is het verschil van 9 en 4.
Kan je de lege hokjes invullen met de 12 kaarten die je nog over hebt?
Laat het me weten tegen zondagavond:herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u.(zomeruur!) leg ik de juiste kaarten op tafel.
Je hebt 15 kaarten, genummerd van 1 tot 15.
Je moet ze schikken volgens onderstaande driehoeksformatie:
Maar je ziet het: elk kaart moet een nummer dragen dat gelijk is aan het (positieve) verschil van de nummers op de kaarten die er juist onder liggen.
Uiteraard geldt dat niet voor de onderste rij, want daar ligt niets meer onder…
De eerste drie kaarten heb ik al ingevuld: 5 is het verschil van 9 en 4.
Kan je de lege hokjes invullen met de 12 kaarten die je nog over hebt?
Laat het me weten tegen zondagavond:herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u.(zomeruur!) leg ik de juiste kaarten op tafel.
donderdag 24 maart 2011
De koningin en de wrat
Jarenlang heb ik een wrat gehad om mijn linkerhand, in de “vouw” tussen mijn duim en mijn wijsvinger.
Buiten het feit dat “het ding” er zat en dat ik er zo nu en dan wat zat aan te pulken, had ik er weinig last van.
En op een zekere dag was die wrat verdwenen.
Ik herinner het me nog zeer goed: we waren met een groep vrienden op reis in Kreta. En we waren de Samaria-kloof aan het doorstappen.
En geloof het of niet, maar ons gesprek ging over wratten en hoe je die kon laten “wegbidden” door mannen en vrouwen met paranormale gaven.
Toen zag ik het plots: die oneffen bobbel op mijn linkerhand was verdwenen!
Zomaar, zonder dat ik het wist en zonder wrattenbidders.
Maar niet iedereen heeft zoveel wrattengeluk.
Tiye, de naar het schijnt voor de rest heel mooie grootmoeder van farao Toetanchamon, had een wrat… op haar voorhoofd!
Opvallender kan wel niet…
Dat het extra stukje huid op het voorhoofd van mummie KV35EL, van een wrat afkomstig is, is de mening van Mercedes González, directeur van het Instituto de Estudios Científicos en Momias in Madrid.
De archeologe ontdekte het opvallend stukje huid toen ze de mummie bestudeerde in het museum van Cairo.
Volgens andere archeologen is het niet noodzakelijk een wrat geweest.
Het kan ook een goedaardige tumor geweest zijn.
Wat er ook van zij, een “tache de beauté” was het zeker niet.
Of toch? Een schoon wratje is ook niet lelijk...
Buiten het feit dat “het ding” er zat en dat ik er zo nu en dan wat zat aan te pulken, had ik er weinig last van.
En op een zekere dag was die wrat verdwenen.
Ik herinner het me nog zeer goed: we waren met een groep vrienden op reis in Kreta. En we waren de Samaria-kloof aan het doorstappen.
En geloof het of niet, maar ons gesprek ging over wratten en hoe je die kon laten “wegbidden” door mannen en vrouwen met paranormale gaven.
Toen zag ik het plots: die oneffen bobbel op mijn linkerhand was verdwenen!
Zomaar, zonder dat ik het wist en zonder wrattenbidders.
Maar niet iedereen heeft zoveel wrattengeluk.
Tiye, de naar het schijnt voor de rest heel mooie grootmoeder van farao Toetanchamon, had een wrat… op haar voorhoofd!
Opvallender kan wel niet…
Dat het extra stukje huid op het voorhoofd van mummie KV35EL, van een wrat afkomstig is, is de mening van Mercedes González, directeur van het Instituto de Estudios Científicos en Momias in Madrid.
De archeologe ontdekte het opvallend stukje huid toen ze de mummie bestudeerde in het museum van Cairo.
Volgens andere archeologen is het niet noodzakelijk een wrat geweest.
Het kan ook een goedaardige tumor geweest zijn.
Wat er ook van zij, een “tache de beauté” was het zeker niet.
Of toch? Een schoon wratje is ook niet lelijk...
woensdag 23 maart 2011
Stomme vissen? Dove vissen!
We hebben al jaren een goudvis in huis.
Dat beestje is hier terecht gekomen toen ons Leen nog aan het studeren was.
Voor een proefles biologie had ze een vis nodig.
Leen is intussen het huis uit, maar “onze” vis is gebleven.
Tot vorig jaar had hij een luchtige ereplaats in de keuken. Maar nu is hij verhuisd naar een donker plekje in de vestiaire. Hij is letterlijk een beetje van het kastje naar de muur gestuurd, de sukkel.
Veel lawaai maak het beestje niet. Geen enkele vis trouwens.
Stomme zwemmers zijn het.
Maar als het zo verder gaat worden ze ook dove zwemmers.
Niet ons exemplaar in zijn aquarium, maar de vissen in de Noordzee.
Dat Noordzeevissen stilaan doof worden, is een gevolg van de oorverdovende menselijke activiteiten in die zee: scheepsschroeven, sonar, boorplatforms, en nu nog windmolenparken er bovenop... Een echte heksenketel!
De Nederlandse ecoloog Remment ter Hofstede is ervan overtuigd dat het toegenomen lawaai onder water, gevolgen heeft voor vissen en zeezoogdieren.
Naast gehoorschade, kunnen ook andere organen aangetast worden door het te sterke geluid en kunnen de migratiepatronen beïnvloed worden.
ter Hofstede wil dit nu verder gaan onderzoeken.
Als je meer zou willen weten over zijn onderzoek; dan kan je volgende week dinsdag 29 maart terecht bij het wetenschapsprogramma Labyrint om 21u20 op Ned.2.
En je kan ook een samenvatting van zijn project lezen op een pagina van de site van de universiteit van Wageningen.
Enfin, onze Romershovense goudvis mag dan al geen vrolijk leven hebben, hij is blijkbaar toch nog beter af dan zijn Noordzee-broeders.
Want veel lawaaihinder is er niet in ons vestiaire.
Hij heeft dus nog geen oordopjes nodig…
Dat beestje is hier terecht gekomen toen ons Leen nog aan het studeren was.
Voor een proefles biologie had ze een vis nodig.
Leen is intussen het huis uit, maar “onze” vis is gebleven.
Tot vorig jaar had hij een luchtige ereplaats in de keuken. Maar nu is hij verhuisd naar een donker plekje in de vestiaire. Hij is letterlijk een beetje van het kastje naar de muur gestuurd, de sukkel.
Veel lawaai maak het beestje niet. Geen enkele vis trouwens.
Stomme zwemmers zijn het.
Maar als het zo verder gaat worden ze ook dove zwemmers.
Niet ons exemplaar in zijn aquarium, maar de vissen in de Noordzee.
Dat Noordzeevissen stilaan doof worden, is een gevolg van de oorverdovende menselijke activiteiten in die zee: scheepsschroeven, sonar, boorplatforms, en nu nog windmolenparken er bovenop... Een echte heksenketel!
De Nederlandse ecoloog Remment ter Hofstede is ervan overtuigd dat het toegenomen lawaai onder water, gevolgen heeft voor vissen en zeezoogdieren.
Naast gehoorschade, kunnen ook andere organen aangetast worden door het te sterke geluid en kunnen de migratiepatronen beïnvloed worden.
ter Hofstede wil dit nu verder gaan onderzoeken.
Als je meer zou willen weten over zijn onderzoek; dan kan je volgende week dinsdag 29 maart terecht bij het wetenschapsprogramma Labyrint om 21u20 op Ned.2.
En je kan ook een samenvatting van zijn project lezen op een pagina van de site van de universiteit van Wageningen.
Enfin, onze Romershovense goudvis mag dan al geen vrolijk leven hebben, hij is blijkbaar toch nog beter af dan zijn Noordzee-broeders.
Want veel lawaaihinder is er niet in ons vestiaire.
Hij heeft dus nog geen oordopjes nodig…
dinsdag 22 maart 2011
Ken je de ESL al?
Je hebt nog maar net overal in huis je oude gloeilampen vervangen door spaarlampen, of de LED-lampen liggen al klaar om de verlichtingsfakkel over te nemen.
Maar misschien is dit het moment om nog even te wachten en de LEDs gewoon over te slaan.
Er is immers weer iets nieuws op komst: de ESL-lamp ofte de Electron-Stimulated Luminescence lamp.
Ja, spaarlampen (CFLs – Compact Fluorescent Lamp) zijn dan wel pakken zuiniger dan onze oude pitjes, maar helemaal milieu-zuiver zijn ze niet.
Het zijn immers mini-TL-lampjes en dus bevatten ze kwik en minstens even gevaarlijke bariumzouten. Bij breuk en bij verwerking na afdanken kunnen die schadelijke stoffen in de natuur terecht komen, met alle gevolgen van dien.
Daarenboven hebben die spaarlampen flink wat tijd nodig om tot volle lichtsterkte te komen. En dimmen gaat ook niet best.
De spaarzame LED-lampen (Light Emitting Diode) bevatten die giftige stoffen niet en starten sneller op.
Maar wegens hun beperkte reikwijdte zijn ze wel prima als bureaulamp bijvoorbeeld, maar om er grote ruimten mee te verlichten zijn ze niet geschikt. En de kostprijs is hoog.
De nieuwe ESL-lampen zouden alle voordelen van de spaar- en LED-lampen in zich verenigen én…de nadelen niet hebben: geen kwik, snel aan, zuinig, niet (te) duur en volkomen dimbaar.
Daarenboven is de kleurtemperatuur veel aangenaam warmer dan de eerder kille kleur van spaar- en LED-lampen. Even warm als die van de oude gloeilampen zeggen ze in het reclame-filmpje hieronder.
Veelbelovend dus die nieuwe verlichting die ontwikkeld werd door het New Yorks bedrijf Vu1 Corporation
Benieuwd of het ook een blijver wordt.
ESL, CFL, LED: dat klinkt een stuk geleerder dan ons oude “pitje”.
Het lampentaaltje is ook al niet meer eenvoudig…
Maar misschien is dit het moment om nog even te wachten en de LEDs gewoon over te slaan.
Er is immers weer iets nieuws op komst: de ESL-lamp ofte de Electron-Stimulated Luminescence lamp.
Ja, spaarlampen (CFLs – Compact Fluorescent Lamp) zijn dan wel pakken zuiniger dan onze oude pitjes, maar helemaal milieu-zuiver zijn ze niet.
Het zijn immers mini-TL-lampjes en dus bevatten ze kwik en minstens even gevaarlijke bariumzouten. Bij breuk en bij verwerking na afdanken kunnen die schadelijke stoffen in de natuur terecht komen, met alle gevolgen van dien.
Daarenboven hebben die spaarlampen flink wat tijd nodig om tot volle lichtsterkte te komen. En dimmen gaat ook niet best.
De spaarzame LED-lampen (Light Emitting Diode) bevatten die giftige stoffen niet en starten sneller op.
Maar wegens hun beperkte reikwijdte zijn ze wel prima als bureaulamp bijvoorbeeld, maar om er grote ruimten mee te verlichten zijn ze niet geschikt. En de kostprijs is hoog.
De nieuwe ESL-lampen zouden alle voordelen van de spaar- en LED-lampen in zich verenigen én…de nadelen niet hebben: geen kwik, snel aan, zuinig, niet (te) duur en volkomen dimbaar.
Daarenboven is de kleurtemperatuur veel aangenaam warmer dan de eerder kille kleur van spaar- en LED-lampen. Even warm als die van de oude gloeilampen zeggen ze in het reclame-filmpje hieronder.
Veelbelovend dus die nieuwe verlichting die ontwikkeld werd door het New Yorks bedrijf Vu1 Corporation
Benieuwd of het ook een blijver wordt.
ESL, CFL, LED: dat klinkt een stuk geleerder dan ons oude “pitje”.
Het lampentaaltje is ook al niet meer eenvoudig…
maandag 21 maart 2011
Mengen en roeren – oplossing
Veronderstel even dat er in de twee glazen 120ml vloeistof zit.
En neem aan dat je 60ml melk bij het water giet en dan grondig “mengt en roert”.
Het mengsel van 180ml in het linkse glas bestaat nu voor 60ml = 1/3 uit melk en voor 120ml = 2/3 uit water.
Van dat “melkwater” giet je nu 60ml terug bij het glas met de melk.
Die 60ml bestaat natuurlijk ook voor 2/3 = 40ml uit water.
Gevoegd bij de 60ml melk die nog in het rechtse glas zat, krijgen we dus 40 ml water in 120ml.
Het rechtse glas bevat dus 1/3 water.
Het linkse glas is natuurlijk ook nog altijd voor 1/3 met melk gevuld.
Dus: het rechtse glas bevat 1/3 water. En het linkse glas bevat 1/3 melk.
Even veel melk in het linkse glas als water in het rechtse glas dus...
Gezondheid!
En neem aan dat je 60ml melk bij het water giet en dan grondig “mengt en roert”.
Het mengsel van 180ml in het linkse glas bestaat nu voor 60ml = 1/3 uit melk en voor 120ml = 2/3 uit water.
Van dat “melkwater” giet je nu 60ml terug bij het glas met de melk.
Die 60ml bestaat natuurlijk ook voor 2/3 = 40ml uit water.
Gevoegd bij de 60ml melk die nog in het rechtse glas zat, krijgen we dus 40 ml water in 120ml.
Het rechtse glas bevat dus 1/3 water.
Het linkse glas is natuurlijk ook nog altijd voor 1/3 met melk gevuld.
Dus: het rechtse glas bevat 1/3 water. En het linkse glas bevat 1/3 melk.
Even veel melk in het linkse glas als water in het rechtse glas dus...
Gezondheid!
De sprekende vaas
Een klassieker bij de visuele illusies.
Maar dit keer in een YouTube-filmpje!
Weer een bewijs dat we kijken met onze ogen en zien met onze hersenen.
En dat onze hersenen niet altijd goed weten wat ze met het oogsignaal moeten aanvangen.
Maar dit keer in een YouTube-filmpje!
Weer een bewijs dat we kijken met onze ogen en zien met onze hersenen.
En dat onze hersenen niet altijd goed weten wat ze met het oogsignaal moeten aanvangen.
zondag 20 maart 2011
Een kunstmaan rond Mercurius
Je kent het geheugensteuntje nog wel om de positie van de planeten in ons zonnestelsel te onthouden.
My Very Educated Mother Just Showed Us Nine Planets.
Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
Sukkelaar Pluto is intussen uit de boot gevallen.
6,5 jaar geleden lanceerde NASA een ruimtetuig naar Mercurius, de planeet het dichtst bij de zon.
Na een technisch staaltje van manoeuvreren op afstand, is de Messenger eergisteren in een baan rond Mercurius terecht gekomen.
Dit was geen sinecure, gezien de sterkte zuigkracht die enorme zwaartekracht van de zon in de “onmiddellijke” buurt uitoefent.
De Messenger draait nu in een baan die in zijn dichtste punt ongeveer 196km van het oppervlak van mercurius af ligt.
En nu kunnen de dichtbij-waarnemingen van deze merkwaardige planeet beginnen.
Sinds de doortocht van het ruimtetuig Mariner in 1970 is al geweten dat de temperaturen op Mercurius excentrieke schommelingen vertonen: van +600°C aan het oppervlak, tot -150°C in sommige kraters.
Messenger zal dit nu nauwkeuriger bestuderen.
Uiteraard zal niet alleen de temperatuur worden onderzocht.
Ook de hoge dichtheid van de planeet en het mysterieus magnetisch veld.
En misschien vindt men ook wel ijs, zoals radarbeelden vanop de aarde doen vermoeden.
Vanaf volgende maand worden de eerste beelden verwacht.
Weer spannende tijden dus voor de astronomie.
En met de internetcommunicatie van tegenwoordig, worden geïnteresseerden in het project op hun wenken bediend: een aparte website, een Twitter- en een Facebook-account.,
Veel hoef je dus niet te missen.
My Very Educated Mother Just Showed Us Nine Planets.
Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus.
Sukkelaar Pluto is intussen uit de boot gevallen.
6,5 jaar geleden lanceerde NASA een ruimtetuig naar Mercurius, de planeet het dichtst bij de zon.
Na een technisch staaltje van manoeuvreren op afstand, is de Messenger eergisteren in een baan rond Mercurius terecht gekomen.
Dit was geen sinecure, gezien de sterkte zuigkracht die enorme zwaartekracht van de zon in de “onmiddellijke” buurt uitoefent.
De Messenger draait nu in een baan die in zijn dichtste punt ongeveer 196km van het oppervlak van mercurius af ligt.
En nu kunnen de dichtbij-waarnemingen van deze merkwaardige planeet beginnen.
Sinds de doortocht van het ruimtetuig Mariner in 1970 is al geweten dat de temperaturen op Mercurius excentrieke schommelingen vertonen: van +600°C aan het oppervlak, tot -150°C in sommige kraters.
Messenger zal dit nu nauwkeuriger bestuderen.
Uiteraard zal niet alleen de temperatuur worden onderzocht.
Ook de hoge dichtheid van de planeet en het mysterieus magnetisch veld.
En misschien vindt men ook wel ijs, zoals radarbeelden vanop de aarde doen vermoeden.
Vanaf volgende maand worden de eerste beelden verwacht.
Weer spannende tijden dus voor de astronomie.
En met de internetcommunicatie van tegenwoordig, worden geïnteresseerden in het project op hun wenken bediend: een aparte website, een Twitter- en een Facebook-account.,
Veel hoef je dus niet te missen.
zaterdag 19 maart 2011
vrijdag 18 maart 2011
Mengen en roeren
De titel van dit berichtje is ook de titel van het allereerste scheikundeboek dat ik gelezen en nog eens gelezen en nog eens gelezen heb.
Ik mocht het als jonge jongen kopen van mijn tante Leine bij de boekhandel Dubrulle in de Mageleinstraat in Gent.
Ik heb er mijn eeuwigdurende liefde voor de chemie aan overgehouden.
Boekhandel Dubrulle bestaat al sinds 1986 niet meer.
Maar het oud beduimeld exemplaar van “Mengen en Roeren” ligt hier nog in een zolderkast.
Dit romantisch gemijmer over mijn Merelbeekse tijden omdat het puzzelke van deze week ook over mengen en roeren gaat.
Mengen en roeren van water en melk.
Veronderstel twee identieke glazen voor de helft gevuld: het linkerglas met water, het rechterglas met melk.
Nu giet je een deel van de melk bij het water. Je mengt en roert tot beide vloeistoffen perfect onder elkaar verdeeld zijn.
Nu giet je evenveel van het mengsel terug in het glas met melk.
In beide glazen staat het vloeistofniveau dus weer even hoog.
Zit er nu meer melk in het glas waar oorspronkelijk water in was of zit er meer water in het glas waar oorspronkelijk melk in was?
Laat het me weten en leg het me uit tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 22.30u. ledig ik met jullie het glas.
En mag het gerust iets anders zijn dan water en melk. Liefst zelfs.
Ik mocht het als jonge jongen kopen van mijn tante Leine bij de boekhandel Dubrulle in de Mageleinstraat in Gent.
Ik heb er mijn eeuwigdurende liefde voor de chemie aan overgehouden.
Boekhandel Dubrulle bestaat al sinds 1986 niet meer.
Maar het oud beduimeld exemplaar van “Mengen en Roeren” ligt hier nog in een zolderkast.
Dit romantisch gemijmer over mijn Merelbeekse tijden omdat het puzzelke van deze week ook over mengen en roeren gaat.
Mengen en roeren van water en melk.
Veronderstel twee identieke glazen voor de helft gevuld: het linkerglas met water, het rechterglas met melk.
Nu giet je een deel van de melk bij het water. Je mengt en roert tot beide vloeistoffen perfect onder elkaar verdeeld zijn.
Nu giet je evenveel van het mengsel terug in het glas met melk.
In beide glazen staat het vloeistofniveau dus weer even hoog.
Zit er nu meer melk in het glas waar oorspronkelijk water in was of zit er meer water in het glas waar oorspronkelijk melk in was?
Laat het me weten en leg het me uit tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 22.30u. ledig ik met jullie het glas.
En mag het gerust iets anders zijn dan water en melk. Liefst zelfs.
donderdag 17 maart 2011
Een niet zo supere “supermaan”
Overmorgen, 19 maart, is het weer eens volle maan.
Maar dit keer is het volgens sommigen geen gewone volle maan.
Neen, dit keer gaat het, zeggen ze, om een “supermaan”.
Wat is er nu zo super aan die maan van overmorgen?
Niet veel eigenlijk.
De baan van de maan rond onze aarde is geen cirkel, maar een ellips.
Dit heeft als gevolg dat de afstand aarde-maan varieert.
Tussen ongeveer 406.000 km en ongeveer 360.000 km
Welnu de volle maan van zaterdag valt samen met een kortste afstand (ongeveer 360.000 km dus) tot onze aarde.
Sommigen spreken daarom van een supermaan, omdat ze dichter staat en er dus een beetje groter zal uitzien:
Maar voor astrologen is dit verschijnsel voldoende om er allerlei onzalige berichten rond te fabriceren.
En wat dacht je?
De tragische aardbeving in Japan is volgens de sterrenwichelaars een gevolg van de komende “supermaan”!
Wel heel raar!
Iedereen weet toch dat de omlooptijd van de maan rond de aarde ongeveer 28 dagen bedraagt (27,3 dagen precies).
En dus op 11 maart, de dag van de aardbeving, zat de maan dichter bij haar verste afstand (apogeum) tot de aarde dan tot haar dichtste punt (perigeum) van zaterdag!
Eerder een geval van superstitie dus, dan van een supermaan.
Haal dus je schouders maar op voor die onheilsprofeten en geniet zaterdagavond van onze Luna in volle glorie.
Maar dit keer is het volgens sommigen geen gewone volle maan.
Neen, dit keer gaat het, zeggen ze, om een “supermaan”.
Wat is er nu zo super aan die maan van overmorgen?
Niet veel eigenlijk.
De baan van de maan rond onze aarde is geen cirkel, maar een ellips.
Dit heeft als gevolg dat de afstand aarde-maan varieert.
Tussen ongeveer 406.000 km en ongeveer 360.000 km
Welnu de volle maan van zaterdag valt samen met een kortste afstand (ongeveer 360.000 km dus) tot onze aarde.
Sommigen spreken daarom van een supermaan, omdat ze dichter staat en er dus een beetje groter zal uitzien:
Maar voor astrologen is dit verschijnsel voldoende om er allerlei onzalige berichten rond te fabriceren.
En wat dacht je?
De tragische aardbeving in Japan is volgens de sterrenwichelaars een gevolg van de komende “supermaan”!
Wel heel raar!
Iedereen weet toch dat de omlooptijd van de maan rond de aarde ongeveer 28 dagen bedraagt (27,3 dagen precies).
En dus op 11 maart, de dag van de aardbeving, zat de maan dichter bij haar verste afstand (apogeum) tot de aarde dan tot haar dichtste punt (perigeum) van zaterdag!
Eerder een geval van superstitie dus, dan van een supermaan.
Haal dus je schouders maar op voor die onheilsprofeten en geniet zaterdagavond van onze Luna in volle glorie.
woensdag 16 maart 2011
Het vuur laaide toen nog niet
De archeologen en antropologen waren er tot nog toe van overtuigd dat de mensachtigen (onze voorlopers en wij dus) al ongeveer 2 miljoen jaar over vuur beschikken.
De Amerikaanse antropoloog Richard Wrangham koppelde er zelfs een theorie aan vast.
De homo erectus, waaruit de moderne mens is ontstaan, was volgens Wrangham zo succesrijk omdat hij gekookt vlees kon eten.
Gekookt vlees leidde volgens Wrangham tot een grotere energieopname en de ontwikkeling van grotere hersenen.
Maar nu blijkt dat de mensachtigen in de tijd van van de home erectus (1,8 tot 1,3 jaar geleden) niet overweg konden met vuur!
De theorie van Wrangham komt dus ernstig in het gedrang.
En dat veroorzaakt deining bij de archeologen en de antropologen.
Onderzoek door de Nederlander Wil Roebroeks en zijn Amerikaanse collega Paola Villa, heeft aangetoond dat de mensachtigen die 800.000 jaar geleden het noorden van Europa koloniseerden, geen vuur gebruikten of in elk geval het gebruik van vuur niet beheersten.
Ze komen tot die conclusie in een artikel dat gisteren (15 maart) in PNAS, is verschenen en waarvan de volledige tekst online te lezen is.
Bij hun onderzoek van de archeologische sites waar onze voorlopers 800.000 geleden leefden, vonden ze geen resten die op het nuttig gebruik van vuur wijzen: geen haarden, geen verbrande beenderen, geen gebakken potten en werktuigen enz.
De Neanderthaler, een uitgestorven soort mensachtige die hier 400.000 jaar geleden leefde, kende het nuttig gebruik van vuur wel.
De Neanderthalers waren dus blijkbaar meer ontwikkeld dan algemeen gedacht werd.
Wie nog eens “stomme Neanderthaler” roept, moet beter op zijn woorden letten.
En als Roebroeks en Villa gelijk hebben, moet Wrangham aan een nieuwe theorie werken…
dinsdag 15 maart 2011
De dagen duren nu iets langer
De kolossale aardbeving in de “Stille” Oceaan vlak vóór de Japanse kust heeft ook gevolgen waar in de media niet of nauwelijks wordt bij stil gestaan.
Een minder spectaculair en minder emotioneel gevolg is bijvoorbeeld dat de daglengte een (heel klein beetje) is afgenomen.
De herverdeling van de aardmassa door enorme schok heeft, volgens Richard Gross van NASA's Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, tot gevolg dat de aarde een beetje sneller om haar as draait.
Daardoor is de lengte van een dag 1,8 microseconden = 1,8 miljoensten van een seconde, korter geworden.
1,8 microseconden minder op 24 uur, is 1,8 microseconden op 86.400 seconden en dus een verkorting met 0,02 miljardsten %.
Waarom draait de aarde nu een ietsie pietsie sneller rond haar as?
Dit heeft te maken met het feit dat door de aardbeving de herverdeling van de massa van de aarde naar de rotatie-as toe verschuift.
En dan krijg je het effect dat je ook ziet bij een kunstschaatser die een pirouette draait op het ijs: als hij zijn armen naar binnen beweegt begint hij sneller rond te draaien. Dit is een gevolg van de natuurwet die zegt dat bij rotaties het draai-impulsmoment constant blijft.
De totale massa van de aarde blijft gelijk, maar door de beving verschuift de massa naar de rotatie-as toe.
Bijgevolg moet de rotatiesnelheid toenemen opdat het product van de drie factoren gelijk zou blijven.
De aardbeving van vorige week is trouwens niet de eerste beving die de rotatie van de aarde versnelt.
Volgens Richard Gross heeft de aardbeving in Chili vorig jaar met magnitude 8,8 de rotatietijd met 1,26 microseconden verkleint.
En de beving in Sumatra in 2004 met magnitude 9,1 verkorte de rotatie zelfs met 6,8 microseconden.
Maar bedenk dat er dan weer andere effecten zijn die de rotatie weer vertragen.
Trouwens: twee maanden geleden heb ik hier al eens zo’n vertragingseffect besproken.
Een minder spectaculair en minder emotioneel gevolg is bijvoorbeeld dat de daglengte een (heel klein beetje) is afgenomen.
De herverdeling van de aardmassa door enorme schok heeft, volgens Richard Gross van NASA's Jet Propulsion Laboratory in Pasadena, tot gevolg dat de aarde een beetje sneller om haar as draait.
Daardoor is de lengte van een dag 1,8 microseconden = 1,8 miljoensten van een seconde, korter geworden.
1,8 microseconden minder op 24 uur, is 1,8 microseconden op 86.400 seconden en dus een verkorting met 0,02 miljardsten %.
Waarom draait de aarde nu een ietsie pietsie sneller rond haar as?
Dit heeft te maken met het feit dat door de aardbeving de herverdeling van de massa van de aarde naar de rotatie-as toe verschuift.
En dan krijg je het effect dat je ook ziet bij een kunstschaatser die een pirouette draait op het ijs: als hij zijn armen naar binnen beweegt begint hij sneller rond te draaien. Dit is een gevolg van de natuurwet die zegt dat bij rotaties het draai-impulsmoment constant blijft.
De totale massa van de aarde blijft gelijk, maar door de beving verschuift de massa naar de rotatie-as toe.
Bijgevolg moet de rotatiesnelheid toenemen opdat het product van de drie factoren gelijk zou blijven.
De aardbeving van vorige week is trouwens niet de eerste beving die de rotatie van de aarde versnelt.
Volgens Richard Gross heeft de aardbeving in Chili vorig jaar met magnitude 8,8 de rotatietijd met 1,26 microseconden verkleint.
En de beving in Sumatra in 2004 met magnitude 9,1 verkorte de rotatie zelfs met 6,8 microseconden.
Maar bedenk dat er dan weer andere effecten zijn die de rotatie weer vertragen.
Trouwens: twee maanden geleden heb ik hier al eens zo’n vertragingseffect besproken.
maandag 14 maart 2011
In een oud scheef laantje – oplossing
Dit was de situatie:
In deze situatie zijn gelijkvormige driehoeken te herkennen.
We hervormen ze van a tot c. De gelijk gekleurde driehoeken zijn steeds gelijkvormig:
In c geldt (1,5m + 1,4m) / h = h / 1,4m
of h2 = 1,9m.1,4m = 4,06 m2
waaruit h = 2,01 m
In deze situatie zijn gelijkvormige driehoeken te herkennen.
We hervormen ze van a tot c. De gelijk gekleurde driehoeken zijn steeds gelijkvormig:
In c geldt (1,5m + 1,4m) / h = h / 1,4m
of h2 = 1,9m.1,4m = 4,06 m2
waaruit h = 2,01 m
En toch beweegt het niet!
Wat je er ook van denkt, dit is een stilstaand beeld!
Het zijn weer je hersenen niet niet weten wat ze met het verwarrend signaal moeten aanvangen:
Het zijn weer je hersenen niet niet weten wat ze met het verwarrend signaal moeten aanvangen:
zondag 13 maart 2011
Nog eens een ranking
De Times Higher Education World University Rankings (THE), is onlangs weer gepubliceerd.
Deze ranking van 's werelds beste universiteiten voor 2010 zal wel weer voor de nodige commotie zorgen. Veel hangt immers af van de criteria die men gebruikt om zo’n rangschikking op te maken.
De Times-ranking werd opgesteld aan de hand van keuzes gemaakt door 13.388 wetenschappers afkomstig uit 138 landen.
De groep respondenten waren wetenschappers uit een breed gamma aan wetenschappelijke disciplines, die gemiddeld meer dan 16 jaar werkzaam waren aan hogescholen en die hadden meegewerkt aan meer dan 50 wetenschappelijke publicaties.
Een groep met ervaring en inhoud zonder twijfel, maar ook niet van de jongsten.
Dit zou misschien aanleiding kunnen geven aan een meer conservatieve keuze.
Maar het is toch de moeite waard vind ik om eens te kijken waar onze Vlaamse en Nederlandse instellingen zich situeren.
Wat de top-universiteiten betreft krijgen we het volgende beeld.
Vlaanderen en Nederland zijn aanwezig en rekening houdend met het aantal universitaire instellingen in onze landen, is dit geen slecht resultaat.
Je kan op het beeld klikken voor meer informatie.
Binnen de eigenlijke ordening van de top 200 vind je de besten van onze lage landen wel niet bij de eerste 100 terug:
In het paars zie je hoeveel procent de instellingen haalden.
Van plaats 114 tot 144 en van 55,3% tot 51,9%: op een zakdoekje bij elkaar.
En met een beetje chauvinisme ben ik toch fier dat mijn eigen oude Gentse Alma Mater goed in de groep aanwezig is!
Deze ranking van 's werelds beste universiteiten voor 2010 zal wel weer voor de nodige commotie zorgen. Veel hangt immers af van de criteria die men gebruikt om zo’n rangschikking op te maken.
De Times-ranking werd opgesteld aan de hand van keuzes gemaakt door 13.388 wetenschappers afkomstig uit 138 landen.
De groep respondenten waren wetenschappers uit een breed gamma aan wetenschappelijke disciplines, die gemiddeld meer dan 16 jaar werkzaam waren aan hogescholen en die hadden meegewerkt aan meer dan 50 wetenschappelijke publicaties.
Een groep met ervaring en inhoud zonder twijfel, maar ook niet van de jongsten.
Dit zou misschien aanleiding kunnen geven aan een meer conservatieve keuze.
Maar het is toch de moeite waard vind ik om eens te kijken waar onze Vlaamse en Nederlandse instellingen zich situeren.
Wat de top-universiteiten betreft krijgen we het volgende beeld.
Vlaanderen en Nederland zijn aanwezig en rekening houdend met het aantal universitaire instellingen in onze landen, is dit geen slecht resultaat.
Je kan op het beeld klikken voor meer informatie.
Binnen de eigenlijke ordening van de top 200 vind je de besten van onze lage landen wel niet bij de eerste 100 terug:
In het paars zie je hoeveel procent de instellingen haalden.
Van plaats 114 tot 144 en van 55,3% tot 51,9%: op een zakdoekje bij elkaar.
En met een beetje chauvinisme ben ik toch fier dat mijn eigen oude Gentse Alma Mater goed in de groep aanwezig is!
zaterdag 12 maart 2011
Is de internationale vrouwendag nog wel nodig?
Vrouwen vinden toch het gaatje, zelfs als macho’s denken van niet…
vrijdag 11 maart 2011
In een oud en scheef laantje
Stel je voor: een smal laantje in een oud middeleeuws stadje, waar de gevels van de huizen niet mooi verticaal staan, maar “lichtjes (!)” overhellen.
Alhoewel de gevels niet recht staan, lopen ze toch mooi parallel
In dat smalle laantje wordt tegen elke gevelrij een ladder geplaatst.
Het onderste van de ene ladder staat tegen de ene gevelrij, het onderste van de andere tegen de andere gevelrij, zodanig dat de positie van de ladders een soort scheve X vormt:
De top van de ladder L1 steekt 1,5m boven die van ladder L2 uit.
En de top van ladder L2 ligt 1,4m boven het kruispunt van L1 en L2.
Als je veronderstelt dat de straatstenen mooi horizontaal liggen, hoever ligt het kruispunt van de twee ladders dan boven de straatstenen?
M.a.w. wat is de afmeting van h?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. vind je hier het antwoord.
Alhoewel de gevels niet recht staan, lopen ze toch mooi parallel
In dat smalle laantje wordt tegen elke gevelrij een ladder geplaatst.
Het onderste van de ene ladder staat tegen de ene gevelrij, het onderste van de andere tegen de andere gevelrij, zodanig dat de positie van de ladders een soort scheve X vormt:
De top van de ladder L1 steekt 1,5m boven die van ladder L2 uit.
En de top van ladder L2 ligt 1,4m boven het kruispunt van L1 en L2.
Als je veronderstelt dat de straatstenen mooi horizontaal liggen, hoever ligt het kruispunt van de twee ladders dan boven de straatstenen?
M.a.w. wat is de afmeting van h?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. vind je hier het antwoord.
donderdag 10 maart 2011
Slaap je werkgeheugen fit !
Misschien denk je er anders over, maar tijdens onze slaap zijn onze hersenen erg actief.
Wie zich zijn dromen herinnert (ik doe dat niet!), kan wellicht nauwelijks geloven dat die droomperiodes hooguit één uur van zijn nachtrust in beslag nemen.
En denk maar niet dat tijdens de rest van de slaap er niets gebeurt in je hersenen.
Integendeel.
Tijdens die droomloze slaapperiodes wordt informatie uit je werkgeheugen overgeheveld naar het permanent geheugen.
Je werkgeheugen wordt dus tijdens die periodes leeggemaakt.
Zo is het nadien weer paraat is om recente gebeurtenissen op te slaan. En je kan weer goed actieve denkprocessen uitvoeren.
De communicatie tussen verschillende hersengebieden tijdens de slaap, kan gedetecteerd worden aan de hand van karakteristieke elektrische hersengolven: de zogenaamde sleep spindles. Dat was al bekend.
Maar een groep Amerikaanse psychologen van de University of Berkeley onder leiding van Matthew Walker stelt nu in een recent artikel in Current Biology, dat die sleep spindles precies samenhangen met de overdracht van gegevens uit de hippocampus, waar het werkgeheugen huist, naar de prefrontale cortex, waar het permanente geheugen “woont”.
De intensiteit van de sleep spindles is dus volgens die onderzoekers een maat voor het leegmaken van het werkgeheugen: hoe meer sleep spindles hoe beter het werkgeheugen "schoongeveegd" wordt.
Tot die conclusie kwamen ze na experimenten met een groep studenten die vóór het slapengaan een moeilijke geheugenproef moesten uitvoeren.
Tijdens de slaap van de proefpersonen werden de hersengolven gevolgd.
En daaruit bleek dat de proefpersonen met de meeste sleep spindles nadien het meest fit waren om nieuwe zaken aan te leren.
Aangezien de droomloze slaapperiode vooral in het laatste gedeelte van de slaap plaatsvindt, moet je lang genoeg slapen om voldoende sleep spindles te produceren en dus ‘s anderendaags over een fit werkgeheugen te beschikken.
Dus: ofwel niet te laat naar bed, ofwel lang genoeg slapen.
Mij zal het eerste zeker nooit lukken.
Ik zal mijn wekker dus maar een half uurtje later laten aflopen en… mijn middagdutje verder in ere houden!
Wie zich zijn dromen herinnert (ik doe dat niet!), kan wellicht nauwelijks geloven dat die droomperiodes hooguit één uur van zijn nachtrust in beslag nemen.
En denk maar niet dat tijdens de rest van de slaap er niets gebeurt in je hersenen.
Integendeel.
Tijdens die droomloze slaapperiodes wordt informatie uit je werkgeheugen overgeheveld naar het permanent geheugen.
Je werkgeheugen wordt dus tijdens die periodes leeggemaakt.
Zo is het nadien weer paraat is om recente gebeurtenissen op te slaan. En je kan weer goed actieve denkprocessen uitvoeren.
De communicatie tussen verschillende hersengebieden tijdens de slaap, kan gedetecteerd worden aan de hand van karakteristieke elektrische hersengolven: de zogenaamde sleep spindles. Dat was al bekend.
Maar een groep Amerikaanse psychologen van de University of Berkeley onder leiding van Matthew Walker stelt nu in een recent artikel in Current Biology, dat die sleep spindles precies samenhangen met de overdracht van gegevens uit de hippocampus, waar het werkgeheugen huist, naar de prefrontale cortex, waar het permanente geheugen “woont”.
De intensiteit van de sleep spindles is dus volgens die onderzoekers een maat voor het leegmaken van het werkgeheugen: hoe meer sleep spindles hoe beter het werkgeheugen "schoongeveegd" wordt.
Tot die conclusie kwamen ze na experimenten met een groep studenten die vóór het slapengaan een moeilijke geheugenproef moesten uitvoeren.
Tijdens de slaap van de proefpersonen werden de hersengolven gevolgd.
En daaruit bleek dat de proefpersonen met de meeste sleep spindles nadien het meest fit waren om nieuwe zaken aan te leren.
Aangezien de droomloze slaapperiode vooral in het laatste gedeelte van de slaap plaatsvindt, moet je lang genoeg slapen om voldoende sleep spindles te produceren en dus ‘s anderendaags over een fit werkgeheugen te beschikken.
Dus: ofwel niet te laat naar bed, ofwel lang genoeg slapen.
Mij zal het eerste zeker nooit lukken.
Ik zal mijn wekker dus maar een half uurtje later laten aflopen en… mijn middagdutje verder in ere houden!
woensdag 9 maart 2011
Niet helemaal slecht
Iedereen zal het ondertussen wel weten: vrije radicalen in onze cellen zijn wellicht nefast voor onze gezondheid. Ze zijn erg reactief met alle gevolgen van dien.
Ze werken oxiderend en tasten zo ons DNA, ons erfelijk materiaal aan, waardoor er ongewenste mutaties kunnen optreden en er kankers kunnen tot ontwikkeling komen.
We moeten die vrije radicalen dus aan banden leggen.
We kunnen dat proberen met zogenaamde anti-oxidanten (vitamine C bijvoorbeeld) die rijkelijk aanwezig zijn in fruit en groenten.
Die anti-oxidanten reageren sneller met de vrije radicalen dan de andere celbestanddelen. Ze zorgen er bijgevolg voor dat de vrije radicalen hun nefaste werking niet kunnen uitoefenen.
Maar we mogen toch niet te hard van stapel lopen.
Uit een studie die op 28 februari online verschenen is in The Journal of Physiology blijkt dat vrije radicalen ook een positieve werking kunnen hebben.
Een onderzoeksteam onder leiding van prof. Håkan Westerblad toont aan dat vrije radicalen een belangrijke rol spelen in de regeling van de kracht waarmee het hart bloed rondpompt in stresssituaties.
In stresssituaties neemt de productie van vrije radicalen in hartcellen toe, en die toename doet die cellen sterker samentrekken, waardoor het hart een sterkere pompwerking krijgt. De vrije radicalen hebben dus een soort signaalfunctie die ervoor zorgt dat lichaam op dergelijke kritieke momenten meer bloed rondpompt.
Een positief effect dus van vrije radicalen
Zo zie je maar weer dat we niet te snel mogen zijn in ons oordeel.
Gooi het kind dus nooit met het badwater weg!
Ze werken oxiderend en tasten zo ons DNA, ons erfelijk materiaal aan, waardoor er ongewenste mutaties kunnen optreden en er kankers kunnen tot ontwikkeling komen.
We moeten die vrije radicalen dus aan banden leggen.
We kunnen dat proberen met zogenaamde anti-oxidanten (vitamine C bijvoorbeeld) die rijkelijk aanwezig zijn in fruit en groenten.
Die anti-oxidanten reageren sneller met de vrije radicalen dan de andere celbestanddelen. Ze zorgen er bijgevolg voor dat de vrije radicalen hun nefaste werking niet kunnen uitoefenen.
Maar we mogen toch niet te hard van stapel lopen.
Uit een studie die op 28 februari online verschenen is in The Journal of Physiology blijkt dat vrije radicalen ook een positieve werking kunnen hebben.
Een onderzoeksteam onder leiding van prof. Håkan Westerblad toont aan dat vrije radicalen een belangrijke rol spelen in de regeling van de kracht waarmee het hart bloed rondpompt in stresssituaties.
In stresssituaties neemt de productie van vrije radicalen in hartcellen toe, en die toename doet die cellen sterker samentrekken, waardoor het hart een sterkere pompwerking krijgt. De vrije radicalen hebben dus een soort signaalfunctie die ervoor zorgt dat lichaam op dergelijke kritieke momenten meer bloed rondpompt.
Een positief effect dus van vrije radicalen
Zo zie je maar weer dat we niet te snel mogen zijn in ons oordeel.
Gooi het kind dus nooit met het badwater weg!
dinsdag 8 maart 2011
GSM-signaal op kaart
Waar ik woon is mobiel telefoneren is dikwijls een probleem.
Je kan veronderstellen dat dit te maken heeft met de gebrekkige signaalsterkte ten gevolge van de beperkte plaatsing van GSM-masten door de provider waarbij ik aangesloten ben.
Maar hoe weet ik concreet hoe het zit met die masten en met de sterkte van dat signaal?
Daarvoor kan OpenSignalMaps een hulpmiddel zijn.
OpenSignalMaps is een Google Maps-mashup die de locatie van de zendmasten van je provider in je buurt toont én de sterkte van het signaal.
Vul je adres in de zoekbalk in en je krijgt meteen een kaart met de GSM-gegevens gepresenteerd.
Je kan omschakelen tussen een kaart met plaatsmarkers en een kaart met signaalsterkten.
En je kan kiezen om de gegevens van alle providers te zien, of b.v. alleen die van je eigen leverancier.
De symbolen voor de zendmasten van de verschillende leveranciers in regio Hoeselt zijn de volgende:
Ik heb de ligging van Romershoven op de kaart hierboven met een rood kadertje aangegeven.
Mijn GSM-probleem is meteen verklaard.
Je kan misschien zelfs afleiden wie mijn provider is…
Je kan veronderstellen dat dit te maken heeft met de gebrekkige signaalsterkte ten gevolge van de beperkte plaatsing van GSM-masten door de provider waarbij ik aangesloten ben.
Maar hoe weet ik concreet hoe het zit met die masten en met de sterkte van dat signaal?
Daarvoor kan OpenSignalMaps een hulpmiddel zijn.
OpenSignalMaps is een Google Maps-mashup die de locatie van de zendmasten van je provider in je buurt toont én de sterkte van het signaal.
Vul je adres in de zoekbalk in en je krijgt meteen een kaart met de GSM-gegevens gepresenteerd.
Je kan omschakelen tussen een kaart met plaatsmarkers en een kaart met signaalsterkten.
En je kan kiezen om de gegevens van alle providers te zien, of b.v. alleen die van je eigen leverancier.
De symbolen voor de zendmasten van de verschillende leveranciers in regio Hoeselt zijn de volgende:
Ik heb de ligging van Romershoven op de kaart hierboven met een rood kadertje aangegeven.
Mijn GSM-probleem is meteen verklaard.
Je kan misschien zelfs afleiden wie mijn provider is…
maandag 7 maart 2011
Zwem zwemmer, zwem – oplossing
De 75.000 liter water die bijgevuld werden deden het zwembad van halfvol naar vijf zesden vol gaan.
Dus 75.000 = 5/6 – 1/2 = 5/6 – 3/6 = 2/6 = 1/3
Met 75.000 liter is het bad dus 1/3 vol.
Volledig vol kan er dus 75.000 liter x 3 = 225.000 liter water in.
225.000 liter = 225 m3
Het zwembad is dus gemiddeld [225 / (16.6 x 6)] = 2,26 meter diep.
Boekenkast-non-illusie
De bekende “onmogelijke vork” werd al wel eens toegepast om er een onmogelijke Griekse zuil mee te toveren:
Maar op basis van dat idee, heeft de inventieve Australische ontwerper Clarke Hopkins Clarke, een wel erg rare, maar reële boekenkast gefabriceerd.
Een schijnbare onmogelijkheid omgezet in een (handig?) designmeubeltje.
Als je wil begrijpen hoe het ineen zit, raad ik jullie aan om de pauze-knop te hanteren om alles rustig te kunnen bekijken:
Maar op basis van dat idee, heeft de inventieve Australische ontwerper Clarke Hopkins Clarke, een wel erg rare, maar reële boekenkast gefabriceerd.
Een schijnbare onmogelijkheid omgezet in een (handig?) designmeubeltje.
Als je wil begrijpen hoe het ineen zit, raad ik jullie aan om de pauze-knop te hanteren om alles rustig te kunnen bekijken:
zondag 6 maart 2011
Hou het nog even op
Als je een belangrijke beslissing moet nemen en je moet op dat zelfde moment hoogdringend naar het toilet, zeg dan niet: “Momentje, ik moet eerst even, ik ben dadelijk terug”.
Integendeel, hou je plas maar op, want dan is de kans groter dat je op de juiste wijze de knoop doorhakt.
Met een volle blaas beslis je dus beter!
De inspanning die je doet om niet onmiddellijk alles te laten weglopen, verbetert je zelfbeheersing en doet je efficiëntere keuzes maken.
Denk niet dat ik dit zelf uit mijn duim heb gezogen.
Neen dit is wat Nederlandse en Vlaamse psychologen onder leiding van Miriam Tuk laten weten in een artikel dat deze week gepubliceerd werd in Psychological Sciences.
Je kan daar lezen hoe ze hun onderzoek gevoerd hebben.
Een Nederlandse samenvatting is ook te lezen op de site van de Universiteit Twente, waar Miriam Tuk professor is.
Als we binnenkort op een bestuursvergadering van onze Romershovense wandelclub nog eens een belangrijke beslissing (?) moeten nemen, weten we wat ons de doen staat:
Het eerste pasten we al toe. Het tweede is nieuw...
zaterdag 5 maart 2011
Het is niet altijd wat je denkt dat het is
Inderdaad. Je hoort niet altijd wat je denkt dat je hoort...
vrijdag 4 maart 2011
Zwem zwemmer, zwem
Ik heb ons Leen lang geleden leren zwemmen in het Hoeselts zwembad.
Dit is geen groot bad. Het is een instructiebad van 16,66 meter lang en 6 meter breed.
Hoe diep het gemiddeld is, weet ik niet.
Op zondagvoormiddag heerste er indertijd een gezellige, familiale sfeer.
Dat zal nu nog wel zo zijn.
Lang geleden.
Leen zwemt nu stukken beter dan ik.
Ik doe het te weinig. Ik moet daar eens werk van maken, want zwemmen is één van de veelzijdigste bewegingsvormen. Prima om fit te blijven.
Maar om goed te kunnen zwemmen moet er natuurlijk voldoende water in het zwembad staan.
Veronderstel eens dat het Hoeselts zwembad halfvol is.
Als men er dan 75.000 liter water bij laat lopen is het voor vijf zesden gevuld.
Hoeveel liter water kan er dan in totaal in het Hoeselts bad?
En hoe diep is het gemiddeld?
Moeilijk is dit zeker niet. Met een klein beetje hersengymnastiek vindt iedereen wel de oplossing.
Laat het me dus allen weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. zie je hier of je juist gerekend hebt.
Dit is geen groot bad. Het is een instructiebad van 16,66 meter lang en 6 meter breed.
Hoe diep het gemiddeld is, weet ik niet.
Op zondagvoormiddag heerste er indertijd een gezellige, familiale sfeer.
Dat zal nu nog wel zo zijn.
Lang geleden.
Leen zwemt nu stukken beter dan ik.
Ik doe het te weinig. Ik moet daar eens werk van maken, want zwemmen is één van de veelzijdigste bewegingsvormen. Prima om fit te blijven.
Maar om goed te kunnen zwemmen moet er natuurlijk voldoende water in het zwembad staan.
Veronderstel eens dat het Hoeselts zwembad halfvol is.
Als men er dan 75.000 liter water bij laat lopen is het voor vijf zesden gevuld.
Hoeveel liter water kan er dan in totaal in het Hoeselts bad?
En hoe diep is het gemiddeld?
Moeilijk is dit zeker niet. Met een klein beetje hersengymnastiek vindt iedereen wel de oplossing.
Laat het me dus allen weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. zie je hier of je juist gerekend hebt.
donderdag 3 maart 2011
Ik heb eerbied voor jouw grijze haren
Deze topper van wijlen Bobbejaan Schoepen zal binnenkort misschien wel zijn betekenis verliezen.
Want, als het van een groep Britse chemici onder leiding van Robert Christie en Olivier Morel afhangt, is grijs worden er in de (nabije?) toekomst niet meer bij.
Enfin, grijs worden misschien nog wel, maar grijs blijven zeker niet.
Tot nu zijn de haarkleurmiddelen die door kappers gebruikt worden vrijwel allemaal afgeleid van de eenvoudige chemische verbinding 1,4-diaminobenzeen, ook wel para-phenyleendiamine genoemd (PPD).
PPD en de derivaten ervan, worden al meer dan 100 jaar als haarkleurmiddel gebruikt. Als haren met deze stoffen behandeld worden, ontstaan door oxidatie aan de lucht kleurstoffen, die het haar een vrij natuurlijke donkere kleur geven.
Maar het gebruik van die stoffen geeft soms aanleiding tot allergische reacties.
De Britse onderzoekers stellen twee nieuwe wegen voor naar een “permanentere” kleuring van (grijs of ander) haar.
De eerste methode maakt gebruikt van pigmentkorreltjes met nanometer afmetingen (1 nanometer = 10-9m = 10-6mm = een miljoenste van een millimeter!).
Die kleurdeeltjes zijn 5000 keer kleiner dan de diameter van een haarschacht zelf.
De minuscule kleurkorreltjes dringen de haarschacht binnen en blijven daar lange tijd gevangen, zodat ze voor een (bijna) permanente kleuring zorgen.
De tweede methode maakt gebruik van genetische manipulatie.
De Britse chemici ontwikkelen stoffen die de genen stimuleren die voor de productie van melanine zorgen, de natuurlijke haarkleurstof, .
Zal het dus binnenkort gedaan zijn met de viriele grijze lokken van Richard Gere en Michael Douglas? Om nog maar van George Cloony te zwijgen?
Spijtig, want mij moederke wist het al:
“Ne schuunen grijzen es uuk nie lielaik” zei ze altijd in haar “schuunste” Gents.
Tegen wie zegt ge ‘t…
Want, als het van een groep Britse chemici onder leiding van Robert Christie en Olivier Morel afhangt, is grijs worden er in de (nabije?) toekomst niet meer bij.
Enfin, grijs worden misschien nog wel, maar grijs blijven zeker niet.
Tot nu zijn de haarkleurmiddelen die door kappers gebruikt worden vrijwel allemaal afgeleid van de eenvoudige chemische verbinding 1,4-diaminobenzeen, ook wel para-phenyleendiamine genoemd (PPD).
PPD en de derivaten ervan, worden al meer dan 100 jaar als haarkleurmiddel gebruikt. Als haren met deze stoffen behandeld worden, ontstaan door oxidatie aan de lucht kleurstoffen, die het haar een vrij natuurlijke donkere kleur geven.
Maar het gebruik van die stoffen geeft soms aanleiding tot allergische reacties.
De Britse onderzoekers stellen twee nieuwe wegen voor naar een “permanentere” kleuring van (grijs of ander) haar.
De eerste methode maakt gebruikt van pigmentkorreltjes met nanometer afmetingen (1 nanometer = 10-9m = 10-6mm = een miljoenste van een millimeter!).
Die kleurdeeltjes zijn 5000 keer kleiner dan de diameter van een haarschacht zelf.
De minuscule kleurkorreltjes dringen de haarschacht binnen en blijven daar lange tijd gevangen, zodat ze voor een (bijna) permanente kleuring zorgen.
De tweede methode maakt gebruik van genetische manipulatie.
De Britse chemici ontwikkelen stoffen die de genen stimuleren die voor de productie van melanine zorgen, de natuurlijke haarkleurstof, .
Zal het dus binnenkort gedaan zijn met de viriele grijze lokken van Richard Gere en Michael Douglas? Om nog maar van George Cloony te zwijgen?
Spijtig, want mij moederke wist het al:
“Ne schuunen grijzen es uuk nie lielaik” zei ze altijd in haar “schuunste” Gents.
Tegen wie zegt ge ‘t…
woensdag 2 maart 2011
Bloedchemie
Als je soms zou denken dat ons bloed een eenvoudige vloeistof is, dan denk je helemaal verkeerd.
Je moet trouwens maar eens het resultaat van een routine-bloedonderzoek bekijken.
Daar zie je dat er meer dan 50 bloedfactoren op hun gehalte gecontroleerd worden: erythrocyten, leukocyten, albumine, cholesterol enz.
En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Na een drie jaar lang durende analyse hebben wetenschappers van de University of Alabama onder leiding van prof. David Wishart maar liefst 4.229 verschillende stoffen in menselijk bloed geïdentificeerd!
Bij een onderzoek controleert een arts meestal slechts 10 à 20 van de in bloed aanwezige bestanddelen.
De database met meer dan 4000 bestanddelen en hun concentraties in het bloed van een gezonde patiënt, zal volgens Wishart de diagnose-mogelijkheden van de dokters zeer sterk uitbreiden.
Maar dit zal in de analyse-labo’s ook een aanpassing en uitbreiding vragen van de onderzoeksmethoden.
Bloedonderzoek is meer dan 100 jaar oud.
In die periode is de betekenis ervan geëvolueerd van erg beperkt tot een enorm uitgebreid diagnose-instrument.
Voor biochemische analisten lijkt de toekomst dus verzekerd.
Chemieleraren vertel dit maar aan het jonge talent dat vóór jullie zit.
Je moet trouwens maar eens het resultaat van een routine-bloedonderzoek bekijken.
Daar zie je dat er meer dan 50 bloedfactoren op hun gehalte gecontroleerd worden: erythrocyten, leukocyten, albumine, cholesterol enz.
En dat is nog maar het topje van de ijsberg.
Na een drie jaar lang durende analyse hebben wetenschappers van de University of Alabama onder leiding van prof. David Wishart maar liefst 4.229 verschillende stoffen in menselijk bloed geïdentificeerd!
Bij een onderzoek controleert een arts meestal slechts 10 à 20 van de in bloed aanwezige bestanddelen.
De database met meer dan 4000 bestanddelen en hun concentraties in het bloed van een gezonde patiënt, zal volgens Wishart de diagnose-mogelijkheden van de dokters zeer sterk uitbreiden.
Maar dit zal in de analyse-labo’s ook een aanpassing en uitbreiding vragen van de onderzoeksmethoden.
Bloedonderzoek is meer dan 100 jaar oud.
In die periode is de betekenis ervan geëvolueerd van erg beperkt tot een enorm uitgebreid diagnose-instrument.
Voor biochemische analisten lijkt de toekomst dus verzekerd.
Chemieleraren vertel dit maar aan het jonge talent dat vóór jullie zit.
dinsdag 1 maart 2011
Maffiazuur
Ik heb zo nu en dan horen vertellen (en ergens gelezen) dat er ooit aanslagen zijn gebeurd met geconcentreerd zwavelzuur of vitriool.
De slachtoffers werden dan met het spul overgoten. Met enorm pijnlijke chemische brandwonden en blijvende verminkingen als gevolg. Als ze het al overleefden.
Nu lees ik in Science News een verhaal over de Siciliaanse maffia en hoe die lijken zeer snel zou doen verdwijnen door ze in een bad zwavelzuur op te lossen.
Meteen moest ik mijmerend terugdenken aan mijn lessen chemie van een aantal (!) jaren geleden…
Toen ik het in mijn lessen over oplosbaarheid had, vertelde ik altijd aan mijn leerlingen hoe ze een lijk definitief konden doen verdwijnen.
Kwestie van je lessen een beetje levensecht te maken…
Maar ik koos voor die verdwijntruuk geen zwavelzuur, maar geconcentreerde natronloog of bijtende soda.
Een natriumhydroxide-oplossing (NaOH-oplossing) dus.
Volgens mij gaat dit stukken beter en sneller dan met een zwavelzuur-oplossing.
De maffiabazen hebben dus blijkbaar geen chemicus in huis.
Want een geconcentreerde natriumhydroxide-oplossing reageert met alles wat in het menselijk lichaam aan stoffen aanwezig is. De natriumzouten die ontstaan lossen goed op in water en spoelen dus veilig weg.
”In de hof begraven dus dat lijk” vertelde ik destijds aan mijn leerlingen “en de begraafplaats dagelijks overgieten met een geconcentreerde en liefst warme natronloog”.
”Alles verdwijnt, zelfs de beenderen” zei ik, “let dus op dat je het goedje niet op je eigen tenen giet”.
En dan demonstreerde ik mijn verhaal altijd met een paar konijnen- of kippenbouten die ik een tijdlang in het chemielokaal in een pot straffe natriumhydroxide-oplossing liet staan. Tot ze uiteindelijk weggereageerd waren.
Dat dit met zwavelzuur niet zo goed en zeker niet snel gaat, is nu ook bewezen door onderzoekers van de Universiteit van Palermo.
Mooi toch dat die Sicilianen studie-onderwerpen kiezen die hen nauw aan het hart liggen…
Massimo Grillo en zijn collega’s hebben met proeven op kadavers van varkens (!) aangetoond dat er niet veel klopt van de indianenverhalen van maffia-informanten.
Die mannen (of vrouwen) vertelden dat maffiabaas Filippo Marchese († 1981) in zijn beruchte Room of Death, de dode lichamen van zijn tegenstanders in minder dan een uur kon doen verdwijnen met geconcentreerde vitriool.
Niet waar dus volgens Grillo en collega’s: niet alles verdwijnt en er zijn dagen voor nodig.
Van mijn alternatieve methode met bijtende soda heb ik niets gelezen.
Ik zal de volgelingen van Marchese morgen eens opbellen.
De slachtoffers werden dan met het spul overgoten. Met enorm pijnlijke chemische brandwonden en blijvende verminkingen als gevolg. Als ze het al overleefden.
Nu lees ik in Science News een verhaal over de Siciliaanse maffia en hoe die lijken zeer snel zou doen verdwijnen door ze in een bad zwavelzuur op te lossen.
Meteen moest ik mijmerend terugdenken aan mijn lessen chemie van een aantal (!) jaren geleden…
Toen ik het in mijn lessen over oplosbaarheid had, vertelde ik altijd aan mijn leerlingen hoe ze een lijk definitief konden doen verdwijnen.
Kwestie van je lessen een beetje levensecht te maken…
Maar ik koos voor die verdwijntruuk geen zwavelzuur, maar geconcentreerde natronloog of bijtende soda.
Een natriumhydroxide-oplossing (NaOH-oplossing) dus.
Volgens mij gaat dit stukken beter en sneller dan met een zwavelzuur-oplossing.
De maffiabazen hebben dus blijkbaar geen chemicus in huis.
Want een geconcentreerde natriumhydroxide-oplossing reageert met alles wat in het menselijk lichaam aan stoffen aanwezig is. De natriumzouten die ontstaan lossen goed op in water en spoelen dus veilig weg.
”In de hof begraven dus dat lijk” vertelde ik destijds aan mijn leerlingen “en de begraafplaats dagelijks overgieten met een geconcentreerde en liefst warme natronloog”.
”Alles verdwijnt, zelfs de beenderen” zei ik, “let dus op dat je het goedje niet op je eigen tenen giet”.
En dan demonstreerde ik mijn verhaal altijd met een paar konijnen- of kippenbouten die ik een tijdlang in het chemielokaal in een pot straffe natriumhydroxide-oplossing liet staan. Tot ze uiteindelijk weggereageerd waren.
Dat dit met zwavelzuur niet zo goed en zeker niet snel gaat, is nu ook bewezen door onderzoekers van de Universiteit van Palermo.
Mooi toch dat die Sicilianen studie-onderwerpen kiezen die hen nauw aan het hart liggen…
Massimo Grillo en zijn collega’s hebben met proeven op kadavers van varkens (!) aangetoond dat er niet veel klopt van de indianenverhalen van maffia-informanten.
Die mannen (of vrouwen) vertelden dat maffiabaas Filippo Marchese († 1981) in zijn beruchte Room of Death, de dode lichamen van zijn tegenstanders in minder dan een uur kon doen verdwijnen met geconcentreerde vitriool.
Niet waar dus volgens Grillo en collega’s: niet alles verdwijnt en er zijn dagen voor nodig.
Van mijn alternatieve methode met bijtende soda heb ik niets gelezen.
Ik zal de volgelingen van Marchese morgen eens opbellen.
Abonneren op:
Posts (Atom)