Morgen is het
volle maan.
Niets bijzonders zal je zeggen, dat gebeurt maandelijks.
Maar hola, niet te snel! Morgen is het
blauwe maan!
En dat wil zeggen dat dit
de tweede volle maan is deze maand.
Als je er je kalender op naslaat (de onvolprezen
Druivelaar bijvoorbeeld), zal je zien dat er op donderdag 2 augustus al een eerste volle maan was.
En maanden met twee volle maanden, maanden met een
blauwe maan dus, zijn toch relatief zeldzaam: ongeveer ééns om de 2,5 jaar is er zo één. Om iets preciezer te zijn:
7 keer in 19 jaar.
Bekijk ons blauwe Laura dus maar eens goed morgen, want voor de volgende moet je nog bijna drie jaar wachten: tot
2 juli 2015.
Dat er blauwe manen voorkomen heeft natuurlijk alles te maken met
de omlooptijd van onze maan rond de aarde.
Tussen 2 volle manen zitten er
29,503 dagen zitten.
Dat is minder dan het aantal dagen in een maand.
Bijgevolg moet er zo nu en dan wel eens een maand met twee volle manen voorkomen.
Maar waarom zo’n tweede volle maan op een maand nu precies een
blauwe maan genoemd wordt is niet helemaal duidelijk.
Het heeft in elk geval
niets met de kleur van de maan te maken.
En volle maan heeft immers zelden een blauwe kleur.
Zo’n blauwe kleur kan wel eens voorkomen als er stofdeeltjes in de atmosfeer aanwezig zijn die
precies die afmetingen hebben dat een groot deel van de langste golflengten van het maanlicht (dat zijn de rood-oranje kleuren) door dat stof geabsorbeerd worden.
De kortste golflengten (dat zijn de blauw-paarse kleuren) dringen dan wel door dat stof heen en geven het maanlicht een blauwe schijn.
Bij sommige vulkaanuitbarstingen kan zo’n echt blauwe maan te zien zijn. Naar het schijnt was dat 129 jaar geleden, bij
de Krakatau-uitbarsting in 1883, het geval.
Maar een maan
hoog aan de hemel is in normale omstandigheden
helder wit.
En bij een
opkomende maan zorgt de grootte van de neveldeeltjes nu net voor een verspreiding van het blauwe licht, zodat de maan aan de horizon ‘s ochtends er eerder
geel-oranje uitziet.
Laat ons daarom maar aannemen dat de naam blauwe maan niets te maken heeft met haar kleur, maar met
de zeldzaamheid van het fenomeen.
Net zoals “
once in a blue moon” iets zeldzaams betekent.
De blauwe maan van morgenavond komt op in het oosten om 19.54u. en gaat onder in het westen om 7.57u..
Via een simulatie in
Stellarium zie je ze hieronder om 22u. in het zuid-oosten glorieus aan de hemel staan, op 60° boven de horizon:
Nog zo’n raar fenomeen, maar niet eigen aan een blauwe maan alleen, is dat een maan dicht bij de horizon er schijnbaar groter uitziet dan een maan hoog aan de hemel: de fameuze
maanillusie.
Over die illusie en de verklaring ervoor heb ik het in vroegere blogberichten al gehad (
1,
2).
Maar ik kom er vandaag nog eens op terug omdat astrofysicus
dr. Stephen Hughes en zijn student
Adam Ellery, de reële te meten grootte van de maan grondig onderzocht hebben.
Met een digitale camera namen ze foto’s van de volle maan, boven zee en boven land, dicht bij de horizon en hoog aan de hemel.
En uit metingen aan die foto’s bleek dat een maan dicht bij de horizon nu net een
kleinere afmeting heeft dan een maan hoog in de lucht:
5,73 ± 0,04% kleiner!
Dus net het tegenovergestelde van wat de maanillusie ons doet geloven!
Als oorzaak van die verkleining aan de horizon geven de Australische wetenschappers de breking van het maanlicht door de atmosfeerlagen aan. Ze tonen aan dat die breking zorgt voor een verstoring van de maancirkel, waardoor die
in verticale richting samengedrukt wordt.
Hieronder zie je links zo’n samengedrukte oranje maan aan de horizon en rechts een helderwitte maan 60° boven de horizon. Beide manen zijn uiteraard tot dezelfde schaalgrootte herleid:
Een uitgebreid verslag van hun eenvoudig een goedkoop experiment, dat goed door leerlingen van het middelbaar onderwijs is uit te voeren, kan je lezen in “
Measuring the apparent size of the moon with a digital camera”.
Maar groot of klein, illusie of niet: bekijk ze morgenavond maar eens goed, onze zeldzame, schitterende blauwe maan.
En denk misschien nog even aan Neil Armstrong…