Hierbij is weinig uitleg nodig.
873 beelden à 15 beelden per seconde volstaan om onze aardse levensloop samen te vatten.
Kijk maar en mijmer misschien een beetje…
Milde reflecties van Hervé Tavernier op heden en verleden met ook wat tips, nieuwtjes, spelletjes en puzzelkes.
zaterdag 30 juni 2012
vrijdag 29 juni 2012
Vermenigvuldigingspuzzel
De oplossing vraagt wat zoekwerk.
Een vermenigvuldiging:
Welke getallen zijn ABC en CBA als je weet dat A, B en C verschillende cijfers zijn?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. vind je hier de oplossing met een woordje uitleg
donderdag 28 juni 2012
Steen, papier, schaar? Van robots kan je niet winnen!
Bij het voetbal zien we tegenwoordig bijna dagelijks de ploegkapiteins bij het begin van de match “tossen” om de speelrichting te bepalen. Het lot wordt dan bepaald door “kop of munt”.
Kinderen vervangen die lotsbepaling dikwijls door “steen, papier, schaar”.
En dit spel spelen ze ook wel gewoon als een soort behendigheidsspel.
In “steen, papier, schaar” steken twee spelers tegelijk (er wordt afgeteld) ofwel de vuist uit (=steen), ofwel de gestrekte hand (= papier), ofwel 2 gespreide vingers (= schaar).
De winnaar wordt bepaald door de volgende regels:
- steen wint van schaar
- papier wint van steen
- schaar wint van papier
Nu blijkt dat de spelers van dit spel dikwijls gelijk spelen, d.w.z. dat ze beide de hand op dezelfde wijze uitsteken.
Het lijkt erop dat de spelers elkaar imiteren. Raar want dan is er geen winnaar!
Volgens psycholoog Richard Cook van University College in Londen die dit onderzocht, is dit imitatiegedrag een automatisme.
Hij kwam daar achter door één van de spelers te blinddoeken: hij stelde de vast dat de andere speler dan bijna steeds 200 milliseconden na de geblinddoekte hetzelfde gebaar maakte, alhoewel hij wist dat hij dan niet zou winnen. De automatische imitatie-impuls is ons blijkbaar aangeboren.
Een samenvatting van zijn onderzoek vind je in “Rock paper scissors players are natural copycats”
Maar bij robots ligt dat anders.
Die hebben die aangeboren imitatie-impuls niet.
Integendeel die winnen altijd in dit spelletje. Omdat ze “foetelen”…
Hun supersnelle optische detectoren zien al de eerste primitieve aanzet van hoe je de uitgestoken hand gaat vormen en ze zorgen ervoor dat ze steeds gepaste tegenzet doen.
In het filmpje heironder zie je hoe ze dat voor mekaar krijgen.
De robots van vandaag beginnen dus hier en daar al super-humane trekjes te krijgen.
Het wordt dus tijd dat we Isaac Asimov’s oude wetten van de robotica bovenhalen:
Eerste Wet:
- een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet:
- een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden,
behalve als die opdrachten in strijd zijn met de eerste wet.Derde Wet:
- een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de eerste of tweede wet.Want wat in 1950 in Asimov’s boek “I Robot” nog sciencefiction was, begint immers stilaan werkelijkheid te worden…
Kinderen vervangen die lotsbepaling dikwijls door “steen, papier, schaar”.
En dit spel spelen ze ook wel gewoon als een soort behendigheidsspel.
In “steen, papier, schaar” steken twee spelers tegelijk (er wordt afgeteld) ofwel de vuist uit (=steen), ofwel de gestrekte hand (= papier), ofwel 2 gespreide vingers (= schaar).
De winnaar wordt bepaald door de volgende regels:
- steen wint van schaar
- papier wint van steen
- schaar wint van papier
Nu blijkt dat de spelers van dit spel dikwijls gelijk spelen, d.w.z. dat ze beide de hand op dezelfde wijze uitsteken.
Het lijkt erop dat de spelers elkaar imiteren. Raar want dan is er geen winnaar!
Volgens psycholoog Richard Cook van University College in Londen die dit onderzocht, is dit imitatiegedrag een automatisme.
Hij kwam daar achter door één van de spelers te blinddoeken: hij stelde de vast dat de andere speler dan bijna steeds 200 milliseconden na de geblinddoekte hetzelfde gebaar maakte, alhoewel hij wist dat hij dan niet zou winnen. De automatische imitatie-impuls is ons blijkbaar aangeboren.
Een samenvatting van zijn onderzoek vind je in “Rock paper scissors players are natural copycats”
Maar bij robots ligt dat anders.
Die hebben die aangeboren imitatie-impuls niet.
Integendeel die winnen altijd in dit spelletje. Omdat ze “foetelen”…
Hun supersnelle optische detectoren zien al de eerste primitieve aanzet van hoe je de uitgestoken hand gaat vormen en ze zorgen ervoor dat ze steeds gepaste tegenzet doen.
In het filmpje heironder zie je hoe ze dat voor mekaar krijgen.
De robots van vandaag beginnen dus hier en daar al super-humane trekjes te krijgen.
Het wordt dus tijd dat we Isaac Asimov’s oude wetten van de robotica bovenhalen:
Eerste Wet:
- een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet:
- een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden,
behalve als die opdrachten in strijd zijn met de eerste wet.Derde Wet:
- een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de eerste of tweede wet.Want wat in 1950 in Asimov’s boek “I Robot” nog sciencefiction was, begint immers stilaan werkelijkheid te worden…
woensdag 27 juni 2012
Het is planetentijd
Einde juni, begin juli is het extra planetentijd.
Uitzonderlijk kan je in deze tijd van het jaar niet minder dan 5 planeten aan het firmament zien.
En met zien bedoel ik: met het blote oog. Maar een verrekijker kan altijd wel een beetje helpen.
5 van de 7 anderen die net als onze aarde rond onze immense zon cirkelen, geef toe dat is niet weinig.
Die “zichtbaren”, beginnend vanaf de zon en zo verder weg zijn: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus.
Waar moet je dan kijken?
Voor Mercurius, Mars en Saturnus moet in het westen zijn.
Je kijkt best ongeveer een uur na zonsondergang, d.w.z. rond 23u.
De simulatie hieronder laat zien dat Mercurius dan dicht bij de horizon staat. Vroeger op de avond staat hij hoger maar dan is hemel nog te helder om hem goed te kunnen waarnemen.
Mars staat schuin rechts boven de maan en Saturnus staat er links van.
Let op dat je Saturnus niet verwart met Spica, de heldere dubbelster er juist onder.
Boven Saturnus zie je de heldere rode reus Arcturus.
De andere twee, Venus en Jupiter, kan je in het oosten zien, maar…vroeg!
Te vroeg voor de meesten, vrees ik. Want je kijkt best net vóór zonsopgang en dat is morgenvroeg al om halfzes…
Ja, 5 planeten aan het firmament, dat krijg je niet zo maar cadeau!
Uitzonderlijk kan je in deze tijd van het jaar niet minder dan 5 planeten aan het firmament zien.
En met zien bedoel ik: met het blote oog. Maar een verrekijker kan altijd wel een beetje helpen.
5 van de 7 anderen die net als onze aarde rond onze immense zon cirkelen, geef toe dat is niet weinig.
Die “zichtbaren”, beginnend vanaf de zon en zo verder weg zijn: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus.
Waar moet je dan kijken?
Voor Mercurius, Mars en Saturnus moet in het westen zijn.
Je kijkt best ongeveer een uur na zonsondergang, d.w.z. rond 23u.
De simulatie hieronder laat zien dat Mercurius dan dicht bij de horizon staat. Vroeger op de avond staat hij hoger maar dan is hemel nog te helder om hem goed te kunnen waarnemen.
Mars staat schuin rechts boven de maan en Saturnus staat er links van.
Let op dat je Saturnus niet verwart met Spica, de heldere dubbelster er juist onder.
Boven Saturnus zie je de heldere rode reus Arcturus.
De andere twee, Venus en Jupiter, kan je in het oosten zien, maar…vroeg!
Te vroeg voor de meesten, vrees ik. Want je kijkt best net vóór zonsopgang en dat is morgenvroeg al om halfzes…
Ja, 5 planeten aan het firmament, dat krijg je niet zo maar cadeau!
dinsdag 26 juni 2012
Mijmeren over magisch zand in Londen en in Meldert
Toen ik jaren geleden (de jaren ‘70) in het Sint-Janscollege in Meldert-Hoegaarden als leraar chemie-fysica-biologie aan het werk was, had ik in mijn voorraadkast in het chemie-lab een potje magisch zand.
Ik had het meegebracht van één van de vele trips naar Londen die ik in die tijd samen met mijn collega wiskunde, dr. Luc Bonami, maakte. We waren beiden nog “jonkman zonder verplichtingen” en voor een oversteek naar Londen vanuit Oostende met de toenmalige Jetfoil draaiden we ons hand niet om.
Op één van die Londentrips vond ik in de grootste speelgoedwinkel ter wereld, Hamleys in Regent Street, iets wat ik al lang zocht: een pakje magisch zand.
Ik was blij als een kind, want nu kon ik eindelijk aan mijn leerlingen op een spectaculaire wijze laten zien wat het verschil is tussen een waterminnende (hydrofiele) en een watervijandige (hydrofobe) stof.
Gewoon zand is siliciumdioxide (SiO2). Gewoon zand is hydrofiel. Als je het in water brengt vallen de korreltjes uiteen en het verspreidt zich in het water. En als je het weer uit het water wil opvissen heb je een papje modder in je hand.
Magisch zand daarentegen is hydrofoob. Magisch zand is gewoon zand bedekt met een waterafstotend (hydrofoob) laagje.
Men gebruikt daarvoor trimethylsilanol (CH3)3SiOH dat bindt op de Si-atomen van het gewone zand:
Ik had het meegebracht van één van de vele trips naar Londen die ik in die tijd samen met mijn collega wiskunde, dr. Luc Bonami, maakte. We waren beiden nog “jonkman zonder verplichtingen” en voor een oversteek naar Londen vanuit Oostende met de toenmalige Jetfoil draaiden we ons hand niet om.
De Jetfoil Princes Clementine verlaat de haven van Oostende
Op één van die Londentrips vond ik in de grootste speelgoedwinkel ter wereld, Hamleys in Regent Street, iets wat ik al lang zocht: een pakje magisch zand.
Ik was blij als een kind, want nu kon ik eindelijk aan mijn leerlingen op een spectaculaire wijze laten zien wat het verschil is tussen een waterminnende (hydrofiele) en een watervijandige (hydrofobe) stof.
Gewoon zand is siliciumdioxide (SiO2). Gewoon zand is hydrofiel. Als je het in water brengt vallen de korreltjes uiteen en het verspreidt zich in het water. En als je het weer uit het water wil opvissen heb je een papje modder in je hand.
Magisch zand daarentegen is hydrofoob. Magisch zand is gewoon zand bedekt met een waterafstotend (hydrofoob) laagje.
Men gebruikt daarvoor trimethylsilanol (CH3)3SiOH dat bindt op de Si-atomen van het gewone zand:
Als je dit magisch zand in water brengt klit het samen. Het laat zich niet bevochtigen.
En als je het water er af giet komt het weer droog te voorschijn!
Spectaculair! En in de les gegarandeerd een paar 'Oh!’s en 'Wow!’s.
En hopelijk inzicht in het verschil tussen hydrofiel en hydrofoob…
Mijn magisch zand van weleer staat misschien nog wel ergens in een kast in het Sint-Janscollege.
Maar het kwam weer allemaal bij mij boven toen ik een paar dagen geleden, per toeval, op YouTube een filmpje zag dat, beter dan mijn uitleg hierboven, laat zien wat magisch zand is en doet.
Ja, magische tijden waren het toen in Meldert…
En als je het water er af giet komt het weer droog te voorschijn!
Spectaculair! En in de les gegarandeerd een paar 'Oh!’s en 'Wow!’s.
En hopelijk inzicht in het verschil tussen hydrofiel en hydrofoob…
Mijn magisch zand van weleer staat misschien nog wel ergens in een kast in het Sint-Janscollege.
Maar het kwam weer allemaal bij mij boven toen ik een paar dagen geleden, per toeval, op YouTube een filmpje zag dat, beter dan mijn uitleg hierboven, laat zien wat magisch zand is en doet.
Ja, magische tijden waren het toen in Meldert…
maandag 25 juni 2012
Winst-of-verlies-puzzel – oplossing
Aangezien G. uit R. 25% verlies leed op de eerste fiets die hij aan € 600 verkocht, was de inkoopprijs van die fiets 75% van de inkoopprijs.
De inkoopprijs was dus € 600 x 100/75 = € 800.
G. verloor hier dus € 200.
Aangezien G. uit R. 25% winst maakte op de tweede fiets die hij aan € 600 verkocht, was de inkoopprijs van die fiets 125% van de inkoopprijs.
De inkoopprijs was dus € 600 x 100/125 = € 480.
G. won hier dus € 120.
Maar de eindbalans is negatief: € 200 verlies – € 120 winst = € 80 verlies.
Als dat zo verder gaat zal G. zijn zaak moeten sluiten en zit R. zonder fietsenmaker…
De inkoopprijs was dus € 600 x 100/75 = € 800.
G. verloor hier dus € 200.
Aangezien G. uit R. 25% winst maakte op de tweede fiets die hij aan € 600 verkocht, was de inkoopprijs van die fiets 125% van de inkoopprijs.
De inkoopprijs was dus € 600 x 100/125 = € 480.
G. won hier dus € 120.
Maar de eindbalans is negatief: € 200 verlies – € 120 winst = € 80 verlies.
Als dat zo verder gaat zal G. zijn zaak moeten sluiten en zit R. zonder fietsenmaker…
Waar zijn de putjes we nu eigenlijk?
Het is hier op maandag al dikwijls gebleken: wat we zien is niet zomaar een vastliggend gegeven. Wat we zien hangt af van de interpretatie die onze hersenen geven aan de signalen die ze via onze oogzenuwen ontvangen.
Ik weet dat ik dit dogma hier al meermaals verkondigd heb, maar telkens weer ben ik verbaasd als ik hiervan een nieuwe illustratie vind.
Zo ook weer met de maandag-illusie van deze week.
De meesten onder ons zullen links putjes zien en rechts uitpuilende bolletjes.
Ik heb de putjes-helft een groen merkteken gegeven en de bolletjes-helft een rood merkteken.
Als we ons beeld nu 90° draaien, krijgen we het volgende te zien (let op de merktekens):
De putjes zijn ook uitpuilende bolletjes geworden!
En draaien we nog eens 90° naar rechts, dan zijn de uitpuilende bolletjes van het begin putjes geworden en de putjes zijn nu bolletjes (zie de merktekens)!
Weet je nu zelf wel waar de bolletjes en de putjes echt zijn?
Denk maar niet dat ik jullie met Photoshop probeer te bedotten. Je kan ter controle altijd zelf eens knippen en plakken.
En let vooral op als uw vrouw of vriendin een nieuw bolltetjeskleedje gekocht heeft.
Zeg dan niet: ”Goh, wat heb je toch mooie putjes!”
Want eigenlijk heeft ze mooie bolletjes...
Ik weet dat ik dit dogma hier al meermaals verkondigd heb, maar telkens weer ben ik verbaasd als ik hiervan een nieuwe illustratie vind.
Zo ook weer met de maandag-illusie van deze week.
De meesten onder ons zullen links putjes zien en rechts uitpuilende bolletjes.
Ik heb de putjes-helft een groen merkteken gegeven en de bolletjes-helft een rood merkteken.
Als we ons beeld nu 90° draaien, krijgen we het volgende te zien (let op de merktekens):
De putjes zijn ook uitpuilende bolletjes geworden!
En draaien we nog eens 90° naar rechts, dan zijn de uitpuilende bolletjes van het begin putjes geworden en de putjes zijn nu bolletjes (zie de merktekens)!
Weet je nu zelf wel waar de bolletjes en de putjes echt zijn?
Denk maar niet dat ik jullie met Photoshop probeer te bedotten. Je kan ter controle altijd zelf eens knippen en plakken.
En let vooral op als uw vrouw of vriendin een nieuw bolltetjeskleedje gekocht heeft.
Zeg dan niet: ”Goh, wat heb je toch mooie putjes!”
Want eigenlijk heeft ze mooie bolletjes...
zondag 24 juni 2012
Nog iets voor een regen(zon)dag
Gisteren liet ik jullie van zomerse stranden dromen.
Vandaag toon ik jullie een filmpje van Richard Wiseman, één van mijn favoriete goochelaars en illusionisten.
Hij leert ons een paar trucjes waarmee we altijd weddingschappen kunnen winnen.
Misschien leuk voor als je eens met een paar vrienden en/of vriendinnen samenzit.
Of gewoon om je thuis wat te amuseren als het weer eens regent en je TV je voetbalzat maakt.
YouTube voorziet hier nog geen ondertitels. Misschien vind je dat overbodig, maar ik vat de essentie van elk van de 10 weddenschappen kort samen:
1. belangrijk is dat je je wijsvinger met wat speeksel nat maakt vóór je op het briefje van €20 (of meer, of minder…) slaat
2. daar valt weinig over te zeggen, maar ik heb zelf ondervonden dat dit met geplastificeerde paperclips beter gaat dan met blank metalen exemplaren. Dit zal wel met de waterafstotende werking van het plastic te maken hebben
3. dit is een klassieker die de meesten wel zullen kennen
4. dit een Engels trucje en dus niet van toepassing tenzij je Engels sprekende vrienden hebt
5. uw slachtoffer moet je in alles nadoen, maar jij mag niet vergeten dat je je slok limonade niet mag doorslikken. Leuke weddenschap vind ik
6. dit is eigenlijk pure fysica: als je het wijnglas snel genoeg draait wordt middelpuntzoekende op het tomaatje voldoende groot zodat te wrijvingskracht tussen het glas en het tomaatje, het gewicht kan opheffen. Kan je nog volgen?
7. is evenals 4. een Engels trucje
8. raar! Zal wel te maken hebben dat beide kanten niet precies even ver doorgescheurd zijn denk ik. Of kent iemand een betere verklaring?
9. dat is een kwestie van oefenen
10. dit geen echt eerlijke truc vind ik. Dit ruikt een beetje naar diefstal.
Vandaag toon ik jullie een filmpje van Richard Wiseman, één van mijn favoriete goochelaars en illusionisten.
Hij leert ons een paar trucjes waarmee we altijd weddingschappen kunnen winnen.
Misschien leuk voor als je eens met een paar vrienden en/of vriendinnen samenzit.
Of gewoon om je thuis wat te amuseren als het weer eens regent en je TV je voetbalzat maakt.
YouTube voorziet hier nog geen ondertitels. Misschien vind je dat overbodig, maar ik vat de essentie van elk van de 10 weddenschappen kort samen:
1. belangrijk is dat je je wijsvinger met wat speeksel nat maakt vóór je op het briefje van €20 (of meer, of minder…) slaat
2. daar valt weinig over te zeggen, maar ik heb zelf ondervonden dat dit met geplastificeerde paperclips beter gaat dan met blank metalen exemplaren. Dit zal wel met de waterafstotende werking van het plastic te maken hebben
3. dit is een klassieker die de meesten wel zullen kennen
4. dit een Engels trucje en dus niet van toepassing tenzij je Engels sprekende vrienden hebt
5. uw slachtoffer moet je in alles nadoen, maar jij mag niet vergeten dat je je slok limonade niet mag doorslikken. Leuke weddenschap vind ik
6. dit is eigenlijk pure fysica: als je het wijnglas snel genoeg draait wordt middelpuntzoekende op het tomaatje voldoende groot zodat te wrijvingskracht tussen het glas en het tomaatje, het gewicht kan opheffen. Kan je nog volgen?
7. is evenals 4. een Engels trucje
8. raar! Zal wel te maken hebben dat beide kanten niet precies even ver doorgescheurd zijn denk ik. Of kent iemand een betere verklaring?
9. dat is een kwestie van oefenen
10. dit geen echt eerlijke truc vind ik. Dit ruikt een beetje naar diefstal.
zaterdag 23 juni 2012
Ter compensatie voor ons rotweer: streetview Hawaï
De zomer is wel begonnen maar ons kwakkelweer blijft maar duren: regen, wind, zware onweersdreiging en soms als het heel even lukt eens een smal streepje zon. Om er sikkeneurig van te worden.
Als compensatie dan maar dromen van zonnig warme stranden.
En nu Google streetview ook Hawaï heeft aangedaan, belet niets ons om onze zomerdromen wat extra op te fleuren met hemelse beelden van die zonovergoten eilandengroep.
En droom er de hoelameisjes maar bij…
Hieronder een kleine bloemlezing, maar je kan rustig verder zoeken.
Als je op onderstaande beelden klikt komt je automatisch of Google streetview terecht:
Als compensatie dan maar dromen van zonnig warme stranden.
En nu Google streetview ook Hawaï heeft aangedaan, belet niets ons om onze zomerdromen wat extra op te fleuren met hemelse beelden van die zonovergoten eilandengroep.
En droom er de hoelameisjes maar bij…
Hieronder een kleine bloemlezing, maar je kan rustig verder zoeken.
Als je op onderstaande beelden klikt komt je automatisch of Google streetview terecht:
vrijdag 22 juni 2012
Winst-of-verlies-puzzel
Een paar dagen geleden zagen we het nog op TV: door het aanhoudend regenweer in deze verzopen lente, klagen niet alleen de aardbeien- en kersenboeren steen en been. Ook de fietshandelaars zien hun omzet drastisch dalen.
Toch heeft fietsenmaker G. uit R. deze maand weer een paar fietsen verkocht.
Voor de eerste, een model van een paar jaar oud, vroeg hij € 600, en daar leed hij 25% verlies op.
Maar op de andere die hij ook voor € 600 verkocht, maakte hij 25% winst.
Heeft G. uit R. met de verkoop van die twee fietsen nu iets verdiend? Of heeft hij er bij ingeschoten?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. trek tellen we hier de centjes.
Toch heeft fietsenmaker G. uit R. deze maand weer een paar fietsen verkocht.
Voor de eerste, een model van een paar jaar oud, vroeg hij € 600, en daar leed hij 25% verlies op.
Maar op de andere die hij ook voor € 600 verkocht, maakte hij 25% winst.
Heeft G. uit R. met de verkoop van die twee fietsen nu iets verdiend? Of heeft hij er bij ingeschoten?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. trek tellen we hier de centjes.
donderdag 21 juni 2012
Vergeet de mayonaise niet!
Het leven wordt er niet eenvoudiger op.
Je zou soms kunnen denken: ik ga wat voorzichtiger leven en meer groenteslaatjes eten met hooguit een lichte vinaigrette op basis van zonnebloemolie vol polyonverzadigde vetzuren. Want dat is gezond.
Gezond?
Ja, maar toch niet 100%!
Want een groep wetenschappers van de Amerikaans Perdue University, onder leiding van Mario Ferruzi, hebben deze week in Molecular Nutrition & Food Research laten weten dat je toch best geen of niet teveel polyonverzadigde vetzuren bij je slaatje doet!
Een goede kwak mayonaise is dus nog zo slecht niet als we allen dachten.
Waarom is dat zo?
De groenten in onze slaatjes zitten propvol belangrijke vitamines en voedingscomponenten.
Maar als je niet de geschikte dressing toevoegt, kan je daar niet van profiteren. Een groot deel van die nuttige bestanddelen lossen op in vetten. En nu blijkt uit het onderzoek dat de zo geprezen polyonverzadigde vetzuren het slechts geschikt zijn als oplosmiddel voor de componenten die bescherming bieden tegen sommige kankers, sommige hart-en bloedvaatziekten en sommige oogziekten.
De mono-onverzadigde vetzuren bleken het best geschikt, dan de verzadigde vetzuren en dan pas de polyonverzadigde vetzuren.
Op basis van dit onderzoek zou je dus op je slaatje best mayonaise of een andere dressing gebruiken op basis van olijfolie en koolzaadolie, omdat die olies hoge concentraties aan het mono-onverzadigde vetzuur oliezuur bevatten.
Mayonaise en dressing op basis van zonnebloemolie en sojaolie, die hoge concentraties aan poly-onverzadigde vetzuren bevatten, zoals γ-linoleenzuur een omega-6-zuur, zijn dus veel minder geschikt.
Maar anderzijds is ons al dikwijls duidelijk gemaakt dat de poly-onverzadigde vetzuren van het omega-3 en omega-6 type belangrijk zijn om ons aderstelsel in goede conditie te houden en zelfs om depressies te voorkomen.
Wie kan dat nog allemaal goed doseren?
Zoals ik bij het begin al zei: het leven wordt er niet eenvoudiger op!
Je zou soms kunnen denken: ik ga wat voorzichtiger leven en meer groenteslaatjes eten met hooguit een lichte vinaigrette op basis van zonnebloemolie vol polyonverzadigde vetzuren. Want dat is gezond.
Gezond?
Ja, maar toch niet 100%!
Want een groep wetenschappers van de Amerikaans Perdue University, onder leiding van Mario Ferruzi, hebben deze week in Molecular Nutrition & Food Research laten weten dat je toch best geen of niet teveel polyonverzadigde vetzuren bij je slaatje doet!
Een goede kwak mayonaise is dus nog zo slecht niet als we allen dachten.
Waarom is dat zo?
De groenten in onze slaatjes zitten propvol belangrijke vitamines en voedingscomponenten.
Maar als je niet de geschikte dressing toevoegt, kan je daar niet van profiteren. Een groot deel van die nuttige bestanddelen lossen op in vetten. En nu blijkt uit het onderzoek dat de zo geprezen polyonverzadigde vetzuren het slechts geschikt zijn als oplosmiddel voor de componenten die bescherming bieden tegen sommige kankers, sommige hart-en bloedvaatziekten en sommige oogziekten.
De mono-onverzadigde vetzuren bleken het best geschikt, dan de verzadigde vetzuren en dan pas de polyonverzadigde vetzuren.
Op basis van dit onderzoek zou je dus op je slaatje best mayonaise of een andere dressing gebruiken op basis van olijfolie en koolzaadolie, omdat die olies hoge concentraties aan het mono-onverzadigde vetzuur oliezuur bevatten.
Mayonaise en dressing op basis van zonnebloemolie en sojaolie, die hoge concentraties aan poly-onverzadigde vetzuren bevatten, zoals γ-linoleenzuur een omega-6-zuur, zijn dus veel minder geschikt.
Maar anderzijds is ons al dikwijls duidelijk gemaakt dat de poly-onverzadigde vetzuren van het omega-3 en omega-6 type belangrijk zijn om ons aderstelsel in goede conditie te houden en zelfs om depressies te voorkomen.
Wie kan dat nog allemaal goed doseren?
Zoals ik bij het begin al zei: het leven wordt er niet eenvoudiger op!
woensdag 20 juni 2012
Kleine oorzaak, grote gevolgen en omgekeerd
Je hebt wellicht al ooit eens op TV recordpogingen gezien om in een kettingreactie het grootste aantal dominosteentjes te doen omvallen.
Maar het kan ook anders.
Als je er wat fysica bijhaalt kan je aantonen dat elk vallend steentje een volgend steentje kan vellen dat 50% groter en zwaarder is dan zijn voorganger.
Wie het bewijs daarvoor op papier wil zien kan Domino Fall lezen.
Maar als we aannemen dat die voorwaarde correct is, dan kunnen we snel inzien wat een enorme kettingreactie we met een piepklein dominosteentje kunnen veroorzaken.
In de veronderstelling dat alle stenen uit hetzelfde materiaal gemaakt zijn, mag elke volgende dominosteen dus een massa hebben die 1,5 x 1,5 x 1,5 = 3,375 keer zwaarder is dan die van zijn voorganger.
De tweede mag dus 3,375 keer zwaarder zijn dan de eerste, de derde mag (3,375)2 = 11,4 keer zwaarder zijn dan de eerste, de vierde mag (3,375)3= 38,4 keer zwaarder zijn dan de eerste enz.
De 12de mag dan liefst (3,375)11 = 674.160 keer zwaarder zijn dan de eerste!
De energie van zo'n een vallende dominosteen wordt gegeven door E = m.g.h (= de formule voor potentiële energie)
Daarin is:
m = de massa van de dominosteen
g = de constante valversnelling ter plaatse. Bij ons is g = 9,81 m/s2
h = de hoogte van het zwaartepunt Z boven de grond
Aangezien Z voor de 12de steen (1,5)12 keer hoger ligt dan voor de eerste steen, is de energie waarmee de 12de steen tegen de 13de botst 674.160 x (1,5)12 = meer dan 87 miljoen keer groter dan die waarmee de eerste steen tegen de tweede botst!
Niet te verwonderen dat een eerste steentje van 5mm hoog en 1 mm dik een 13de steen van 50 kg kan doen omvallen.
Maar misschien volstaat het dat jullie het gewoon zien om het te geloven: een piepkleine oorzaak met zeer grote gevolgen…
En per toeval bezorgde mijn dorpsgenoot Roger mij gisteren een filmpje met een Belgische dominoversie: de dominosteentjes zijn vervangen door lege bierflesjes! Wel allemaal flesje van bijna gelijke grootte.
In dit geval zou je eerder kunnen spreken van een zeer grote oorzaak met een piepklein gevolg. Want wie zet nu honderden bierflesjes op een rij voor één schamel verlept pintje?
dinsdag 19 juni 2012
131 jaar opwarming van de aarde in 26 seconden
Er mag dan nog wel discussie bestaan over de oorzaak, maar dat onze aarde opwarmt ten gevolge van de toename aan broeikasgassen (CO2, CH4,…) in onze atmosfeer, is een vaststaand feit.
Volgens gegevens van NASA’s Goddard Institute for Space Studies (GISS) was in 2011 de gemiddelde aardtemperatuur 0,51°C hoger dan halfweg de 20ste eeuw.
Op onderstaande grafiek is duidelijk te zien hoe de stijging vooral sedert het einde van de jaren ‘70 zeer uitgesproken is (zie pijltje):.
Het GISS begon met de registratie van de gemiddelde aardtemperatuur in 1880 en gebruikt daarvoor gegevens afkomstig van meer dan 1000 metrologische waarnemingsstations verspreid over heel de aarde.
Sedert het begin van het ruimtevaart zijn daar ook satellietwaarnemingen bijgekomen.
Op basis van die gegevens heeft de Scientific Visualization Studio van het NASA Goddard Space Flight Center Scientific een filmmontage gemaakt waarop de evolutie van de gemiddelde aardtemperatuur sedert 1880 wordt weergegeven en hoe die evolutie verspreid was over onze aardbol.
Als referentie is de gemiddelde aardtemperatuur van de periode 1951-1980 gekozen. Die temperatuur wordt met wit weergegeven.
Temperaturen hoger dan die referentietemperatuur gaan gradueel van lichtgeel tot donkerrood voor de hoogste temperaturen.
Temperaturen lager dan die referentietemperatuur gaan gradueel van licht geel tot donkerblauw voor de laagste temperaturen.
In 26 seconden kunnen we zien hoe het met onze aardtemperatuur in de laatste 131 jaar de verkeerde kant is uitgegaan.
Ik wil niet pessimistisch doen, maar hoe gaan we dat ooit nog kunnen omdraaien?
Volgens gegevens van NASA’s Goddard Institute for Space Studies (GISS) was in 2011 de gemiddelde aardtemperatuur 0,51°C hoger dan halfweg de 20ste eeuw.
Op onderstaande grafiek is duidelijk te zien hoe de stijging vooral sedert het einde van de jaren ‘70 zeer uitgesproken is (zie pijltje):.
Bron grafiek: NASA
Het GISS begon met de registratie van de gemiddelde aardtemperatuur in 1880 en gebruikt daarvoor gegevens afkomstig van meer dan 1000 metrologische waarnemingsstations verspreid over heel de aarde.
Sedert het begin van het ruimtevaart zijn daar ook satellietwaarnemingen bijgekomen.
Op basis van die gegevens heeft de Scientific Visualization Studio van het NASA Goddard Space Flight Center Scientific een filmmontage gemaakt waarop de evolutie van de gemiddelde aardtemperatuur sedert 1880 wordt weergegeven en hoe die evolutie verspreid was over onze aardbol.
Als referentie is de gemiddelde aardtemperatuur van de periode 1951-1980 gekozen. Die temperatuur wordt met wit weergegeven.
Temperaturen hoger dan die referentietemperatuur gaan gradueel van lichtgeel tot donkerrood voor de hoogste temperaturen.
Temperaturen lager dan die referentietemperatuur gaan gradueel van licht geel tot donkerblauw voor de laagste temperaturen.
In 26 seconden kunnen we zien hoe het met onze aardtemperatuur in de laatste 131 jaar de verkeerde kant is uitgegaan.
Ik wil niet pessimistisch doen, maar hoe gaan we dat ooit nog kunnen omdraaien?
Bron film: NASA
maandag 18 juni 2012
Een rare bewegingsillusie
Hoe onze hersenen bewegingsinformatie interpreteren en wat we bijgevolg zien, hangt af van de context van die beweging.
Dit wordt duidelijk geïllustreerd in onderstaand filmpje.
In dit filmpje, gepubliceerd door het wetenschappelijk weekblad New Scientist, zien we een compilatie van bewegingsexperimenten uitgevoerd door Stuart Anstis en zijn team aan de University of California.
Eerst zien we 4 man-vrouw koppels die elkaar liefdevol aankijken. Als ze ronddraaien, blijven we de beweging van de vier koppels apart zien: onze hersenen houden de man-vrouw relatie per koppel in stand.
Maar wanneer de koppels vervangen worden door 4 koppels met bolletjes, gebeurt er iets raars: eerst zien we de beweging van elk bolletjeskoppel apart, maar na een tijdje zien we twee vierkanten die door elkaar draaien in plaats van 4 aparte koppels: de globale beweging duwt de aparte bewegingen weg.
Ook als er meer bolletjes worden toegevoegd overheerst de globale beweging: we zien 2 pulserende achthoeken of cirkels i.p.v. 8 draaiende koppels bolletjes.
Maar als we in elk paar de bolletjes met een cirkeltje verbinden, zien onze hersenen weer eerder de aparte bewegingen.
Dus: naargelang de omstandigheden, naargelang de context, overheerst de globale dan wel de aparte beweging! Wat niet belet dat onze hersenen toch nog heen en weer floepen tussen apart en globaal…
Volgens het onderzoek van Anstis geven onze hersenen in eerste instantie steeds de voorkeur aan de aparte bewegingen.
Het groeperen van de verschillende bewegingsclusters tot een globaal bewegingspatroon is volgens de onderzoekers een trager proces van een hoger bewustzijnsniveau.
Maar blijkbaar onthouden onze hersenen ook hoe ze laatst de bewegingen gezien hebben: bij een volgende waarneming zie je soms direct de globale beweging omdat dit ook de interpretatie was die je hersenen er het laatst bij een vorige waarneming aan gaven!
Test met het filmpje hieronder maar eens uit of dat ook voor u het geval is.
En vergeef me als er inleidende IBM-reclame verschijnt: die kan ik niet zomaar verwijderen.
Wil je meer weten over deze rare maandagillusie, dan kan je in het Journal of Vision het artikel van Anstis lezen en nog illusionaire bewegingen zien.
Dit wordt duidelijk geïllustreerd in onderstaand filmpje.
In dit filmpje, gepubliceerd door het wetenschappelijk weekblad New Scientist, zien we een compilatie van bewegingsexperimenten uitgevoerd door Stuart Anstis en zijn team aan de University of California.
Eerst zien we 4 man-vrouw koppels die elkaar liefdevol aankijken. Als ze ronddraaien, blijven we de beweging van de vier koppels apart zien: onze hersenen houden de man-vrouw relatie per koppel in stand.
Maar wanneer de koppels vervangen worden door 4 koppels met bolletjes, gebeurt er iets raars: eerst zien we de beweging van elk bolletjeskoppel apart, maar na een tijdje zien we twee vierkanten die door elkaar draaien in plaats van 4 aparte koppels: de globale beweging duwt de aparte bewegingen weg.
Ook als er meer bolletjes worden toegevoegd overheerst de globale beweging: we zien 2 pulserende achthoeken of cirkels i.p.v. 8 draaiende koppels bolletjes.
Maar als we in elk paar de bolletjes met een cirkeltje verbinden, zien onze hersenen weer eerder de aparte bewegingen.
Dus: naargelang de omstandigheden, naargelang de context, overheerst de globale dan wel de aparte beweging! Wat niet belet dat onze hersenen toch nog heen en weer floepen tussen apart en globaal…
Volgens het onderzoek van Anstis geven onze hersenen in eerste instantie steeds de voorkeur aan de aparte bewegingen.
Het groeperen van de verschillende bewegingsclusters tot een globaal bewegingspatroon is volgens de onderzoekers een trager proces van een hoger bewustzijnsniveau.
Maar blijkbaar onthouden onze hersenen ook hoe ze laatst de bewegingen gezien hebben: bij een volgende waarneming zie je soms direct de globale beweging omdat dit ook de interpretatie was die je hersenen er het laatst bij een vorige waarneming aan gaven!
Test met het filmpje hieronder maar eens uit of dat ook voor u het geval is.
En vergeef me als er inleidende IBM-reclame verschijnt: die kan ik niet zomaar verwijderen.
Wil je meer weten over deze rare maandagillusie, dan kan je in het Journal of Vision het artikel van Anstis lezen en nog illusionaire bewegingen zien.
zondag 17 juni 2012
Een mijlpaal: Voyager I duikt de interstellaire ruimte in!
Binnenkort staan wij aardbewoners voor een historisch moment: een door mensen vervaardigd toestel gaat ons zonnestelsel verlaten en de onmetelijke interstellaire ruimte induiken.
Velen zullen bij dit nieuws eventjes de schouders ophalen, maar eigenlijk is dit voor de mensheid een formidabele mijlpaal.
In 1977 lanceerde NASA met een paar weken verschil Voyager I (V1) en Voyager II (V2), twee ruimtesondes die als eerste opdracht hadden om informatie over de verre planeten in ons zonnestelsel te verzamelen.
Dit werd een succesvolle missie en onze kennis over Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus is dankzij de Voyagers sterk toegenomen.
Maar 35 jaar later en respectievelijk 18 miljard km (V1) en 15 miljard km (V2) verder, snellen beide ruimtetuigen met een duizelingwekkende vaart van 17km per seconde (= 61.200 km/h) verder naar de interstellaire ruimte.
Ze zenden nog altijd radiosignalen naar de aarde, die weliswaar geen beeldinformatie meer bevatten, maar informatie over stralings- en deeltjesintensiteit.
Het is deze stralingsinformatie die er op wijst dat V1, die het verst gevorderd is, zeer dicht de grens van de interstellaire ruimte is genaderd.
Die grens wordt gevormd door de rand van de heliosfeer. Dit is het gebied rond de zon waar de zonnewind dominant is. Op de grens van die heliosfeer heerst de zogenaamde heliopause: de zonnewind en de straling afkomstig uit de verdere ruimte heffen elkaar op.
De signalen afkomstig van V1 wijzen er op dat hij zich nu in het heliopausegebied bevindt en dus “binnenkort” de interstellaire ruimte binnen vliegt.
V1 heeft net als V2 een gouden plaat van 30,48cm diameter bij waarop informatie over onze aarde en zijn bewoners is aangebracht.
Niet alleen onder de vorm van de gravures die je hierboven kan zien, maar ook onder de vorm van beelden, gesproken boodschappen in allerlei talen, muziek en aardse geluiden.
Wie weet is er ooit ergens iets of iemand die er iets mee doet en ons een antwoordje stuurt?
Velen zullen bij dit nieuws eventjes de schouders ophalen, maar eigenlijk is dit voor de mensheid een formidabele mijlpaal.
Bron beeld: NASA
In 1977 lanceerde NASA met een paar weken verschil Voyager I (V1) en Voyager II (V2), twee ruimtesondes die als eerste opdracht hadden om informatie over de verre planeten in ons zonnestelsel te verzamelen.
Dit werd een succesvolle missie en onze kennis over Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus is dankzij de Voyagers sterk toegenomen.
Maar 35 jaar later en respectievelijk 18 miljard km (V1) en 15 miljard km (V2) verder, snellen beide ruimtetuigen met een duizelingwekkende vaart van 17km per seconde (= 61.200 km/h) verder naar de interstellaire ruimte.
Ze zenden nog altijd radiosignalen naar de aarde, die weliswaar geen beeldinformatie meer bevatten, maar informatie over stralings- en deeltjesintensiteit.
Het is deze stralingsinformatie die er op wijst dat V1, die het verst gevorderd is, zeer dicht de grens van de interstellaire ruimte is genaderd.
Die grens wordt gevormd door de rand van de heliosfeer. Dit is het gebied rond de zon waar de zonnewind dominant is. Op de grens van die heliosfeer heerst de zogenaamde heliopause: de zonnewind en de straling afkomstig uit de verdere ruimte heffen elkaar op.
De signalen afkomstig van V1 wijzen er op dat hij zich nu in het heliopausegebied bevindt en dus “binnenkort” de interstellaire ruimte binnen vliegt.
Bron beeld: NASA
V1 heeft net als V2 een gouden plaat van 30,48cm diameter bij waarop informatie over onze aarde en zijn bewoners is aangebracht.
Niet alleen onder de vorm van de gravures die je hierboven kan zien, maar ook onder de vorm van beelden, gesproken boodschappen in allerlei talen, muziek en aardse geluiden.
Wie weet is er ooit ergens iets of iemand die er iets mee doet en ons een antwoordje stuurt?
zaterdag 16 juni 2012
Over taxus, taxol en Taxol®
Het wordt stilaan tijd om de hagen te scheren. Dus ook de taxushagen.
Jullie zien dat mijn eigen taxus baccata zo’n scheerbeurt best kan gebruiken.
En jullie weten ook dat je tot 31 augustus het taxussnoeisel gratis kan binnenbrengen bij het plaatselijk containerpark.
Het wordt daar verzameld en dan voor verdere bewerking doorgestuurd naar farmaceutische bedrijven waar men er het waardevolle 10-DAB (= 10-deacylbaccatine III) uit extraheert.
10-DAB is een voorloper van paclitaxel (= Taxol®).
Taxol® (een gedeponeerde merknaam dus) en de producten die er van zijn afgeleid, zijn waardevolle middelen in de strijd tegen allerlei kankers omdat ze blijkbaar de celdeling bij kankercellen afremmen.
Je ziet hieronder de verschilpunten in de molecule van 10-DAB en die van Taxol®: de OH-groep (klein rood vierkant) in 10-DAB wordt langs chemische weg vervangen heeft door een veel ingewikkelder groep (groot rood vierkant) om het effectieve Taxol® te bekomen:
Maar Taxol® wordt op die synthetische wijze pas sinds 1988 gemaakt.
Voordien werd taxol (toen nog geen gedeponeerde merknaam!) geïsoleerd uit de schors van de Noord-Amerikaanse taxussoort taxus brfivolia.
De opbrengst was echter enorm klein: slechts 500mg taxol uit 12kg schors! En aangezien het oogsten van de schors de bomen kapot maakt, kwam er onmiddellijk een protestbeweging op gang om de Amerikaanse taxus te redden. Een verscheurend dilemma dus: de keuze tussen bomen en mensen…
De oplossing kwam in de jaren 80 van de vorige eeuw. Ze kwam uit Frankrijk.
De Franse scheikundige Pierre Potier van het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS) kon in 1981 aantonen dat de naalden van de Europese taxussoort taxus baccata een verbinding bevatten met een structuur die een sterke verwantschap vertoonde met die van taxol: het 10-deacylbaccatine III of 10-DAB.
En in 1988 kon Andrew Greene, een Amerikaanse chemicus die in Frankrijk werkte, taxol synthetiseren uit 10-DAB.
Daarenboven kon men uit 10kg taxusnaalden 1g 10-DAB isoleren. En door het oogsten van de taxusnaalden gaat de taxus niet kapot. De Amerikaanse taxus was gered en de Europese kon zonder schade dienen als bron voor een interessant anti-kankermiddel!
Maar voor de Franse chemie zit er een wrang nasmaakje aan dit succesverhaal.
Amerikaanse scheikundigen verbeterden het syntheseproces van de Fransen zodat de opbrengst aan werkzaam product hoger werd.
Het Amerikaans farmaceutisch bedrijf Bristol-Myers Squibb (BMS) kreeg van de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) in Amerika het alleenrecht om taxol op de markt te brengen. En prompt namen ze een patent op de naam taxol! Dit was ongezien: nog nooit was een patent genomen op de naam van een natuurlijk product!
Taxol mocht dus niet langer als de naam voor de actieve stof gebruikt worden. Het werd een merknaam: Taxol®.
En de stof die de Franse chemici uit hun kolven getoverd hadden moest nu paclitaxel genoemd worden!
Maar taxol of Taxol® het doet er niet toe: met ons taxussnoeisel kunnen we dodelijk zieke mensen helpen en dat is het belangrijkste.
Vergeet dit niet en doe mee!
vrijdag 15 juni 2012
Verdeelpuzzel
Je zou het puzzelke van deze week eerder een spelleke kunnen noemen.
Verdeel met 4 rechte lijnen (die uiteraard elkaar mogen kruisen) het vierkant hieronder in 8 secties, zodat de secties respectievelijk 1,2,3,4,5,6,7 en 8 zwarte vierkantjes bevatten.
Dat zal wat “probeerwerk” vragen veronderstel ik. Maar misschien ook wat plezierig tijdverdrijf op deze miezerige regendagen. Wat dacht je van een wedstrijdje "om ter snelst" met je huisgeno(o)t(en)?
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. trek ik hier de lijntjes.
Verdeel met 4 rechte lijnen (die uiteraard elkaar mogen kruisen) het vierkant hieronder in 8 secties, zodat de secties respectievelijk 1,2,3,4,5,6,7 en 8 zwarte vierkantjes bevatten.
Dat zal wat “probeerwerk” vragen veronderstel ik. Maar misschien ook wat plezierig tijdverdrijf op deze miezerige regendagen. Wat dacht je van een wedstrijdje "om ter snelst" met je huisgeno(o)t(en)?
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. trek ik hier de lijntjes.
donderdag 14 juni 2012
Over het telefoonverkeer bij insecten en planten
Als we soms zouden denken dat we met ons SMS-, e-mail- en voicemailgedoe superieure communicators zijn, dan hebben we zonder de insecten- en plantenwereld gerekend.
Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen UR zijn er namelijk achter gekomen dat insecten planten als een soort telefoon gebruiken en zelfs voice-mail berichten in de grond achterlaten!
Ecologe Roxina Soler en haar collega’s hadden in 2008 al ontdekt dat sommige ondergrondse wortel-etende insecten hun bovengrondse blad-etende rivalen konden laten weten dat ze best een andere plant uitzochten om hun honger te stillen: die plant was al bezet!
De onderzoekers konden aantonen dat de ondergrondse insecten door het eten van de wortels de chemische samenstelling van de plantenbladeren wijzigen, waardoor er vluchtige stoffen (phytotoxinen) uit de bladeren vrijkomen. De bovengrondse insecten detecteren die stoffen en weten zó dat ze op die plant niet gewenst zijn. En nog erger: parasitaire wespen die hun eitjes leggen in de bovengrondse insecten, kunnen die “groene telefoontjes” ook opvangen. Ze weten dus waar ze met hun eitjes terecht kunnen!
Maar daarmee houdt het niet op!
Recent nieuw onderzoek door Olga Kostenko van het NIOO-KNAW heeft aangetoond dat die planteninsecten ook “een soort voice-mail” in de bodem achterlaten via een effect op de bodemschimmels.
Nieuwe planten die op die bodem terecht komen pikken die opgeslagen berichten op en sturen die via chemische signaalstoffen weer door naar de insecten. En die signalen zijn zeer specifiek: ze zijn verschillend naargelang de vroegere plant last had van wortel-etende of blad-etende insecten.
De natuur heeft de iPhone dus al lang vóór Steve Jobs uitgevonden…
Onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) en Wageningen UR zijn er namelijk achter gekomen dat insecten planten als een soort telefoon gebruiken en zelfs voice-mail berichten in de grond achterlaten!
Ecologe Roxina Soler en haar collega’s hadden in 2008 al ontdekt dat sommige ondergrondse wortel-etende insecten hun bovengrondse blad-etende rivalen konden laten weten dat ze best een andere plant uitzochten om hun honger te stillen: die plant was al bezet!
De onderzoekers konden aantonen dat de ondergrondse insecten door het eten van de wortels de chemische samenstelling van de plantenbladeren wijzigen, waardoor er vluchtige stoffen (phytotoxinen) uit de bladeren vrijkomen. De bovengrondse insecten detecteren die stoffen en weten zó dat ze op die plant niet gewenst zijn. En nog erger: parasitaire wespen die hun eitjes leggen in de bovengrondse insecten, kunnen die “groene telefoontjes” ook opvangen. Ze weten dus waar ze met hun eitjes terecht kunnen!
Maar daarmee houdt het niet op!
Recent nieuw onderzoek door Olga Kostenko van het NIOO-KNAW heeft aangetoond dat die planteninsecten ook “een soort voice-mail” in de bodem achterlaten via een effect op de bodemschimmels.
Nieuwe planten die op die bodem terecht komen pikken die opgeslagen berichten op en sturen die via chemische signaalstoffen weer door naar de insecten. En die signalen zijn zeer specifiek: ze zijn verschillend naargelang de vroegere plant last had van wortel-etende of blad-etende insecten.
De natuur heeft de iPhone dus al lang vóór Steve Jobs uitgevonden…
woensdag 13 juni 2012
Het tweede werk van barmhartigheid
Ik stam nog uit de tijd van de Mechelse Catechismus.
Mijn dorpsgenoot Roger ook.
Wij hebben indertijd nog de zeven werken van barmhartigheid van buiten moeten leren:
De hongerigen spijzen
De dorstigen laven
De naakten kleden
De vreemdelingen herbergen
De zieken verzorgen
De gevangenenverlossen bezoeken
De doden begraven
Ik durf niet ontkennen dat het mij enig zoekwerk gekost heeft om ze weer alle zeven op een rijtje te krijgen.
Alleen met het tweede had ik geen last.
Roger ook niet.
Hij bezorgde me zelfs een filmpje dat aantoont hoe veel moeite het kan kosten om dat werk in praktijk te brengen. Maar de aanhouder wint…
Mijn dorpsgenoot Roger ook.
Wij hebben indertijd nog de zeven werken van barmhartigheid van buiten moeten leren:
De hongerigen spijzen
De dorstigen laven
De naakten kleden
De vreemdelingen herbergen
De zieken verzorgen
De gevangenen
De doden begraven
Ik durf niet ontkennen dat het mij enig zoekwerk gekost heeft om ze weer alle zeven op een rijtje te krijgen.
Alleen met het tweede had ik geen last.
Roger ook niet.
Hij bezorgde me zelfs een filmpje dat aantoont hoe veel moeite het kan kosten om dat werk in praktijk te brengen. Maar de aanhouder wint…
dinsdag 12 juni 2012
Een virtueel bezoek aan de grotten van Lascaux
Jullie zullen wel weten dat in de vorige eeuw (1940) in het kleine Franse dorpje Lascaux, per toeval een grot ontdekt werd met een groot aantal wandschilderingen uit de periode van 10.000 tot 15.000 jaar vóór Christus.
De wandschilderingen in deze grot stellen dierenfiguren voor (bizons, paarden, stieren en mythische éénhoorns) in zogenaamde aardkleuren: bruine, gele, rode en zwarte pigmenten afkomstig van metaaloxiden die ter plaatse te vinden waren (ijzeroxiden voor rood, geel en bruin, mangaandioxide voor bruin-zwart).
De grotschilderingen van Lascaux waren meteen één van de belangrijkste vondsten van de Paleolithische kunst. Ze werden dan ook overdruk bezocht, met alle gevolgen van dien: algen en schimmels werden binnengebracht en samen met het uitgeademde CO2 tastten ze de muurschilderingen aan. In 1963 was de maat vol: de grotten werden voor het publiek gesloten.
Ter compensatie werd in de buurt een Lascaux II-grot geïnstalleerd waar vanaf 1984 een facsimile van de oorspronkelijke grot te bekijken valt.
Maar in deze internettijden is natuurlijk nog meer mogelijk.
Vrij recent werd in opdracht van het Franse Ministère de la Culture et de la Communication een site over Lascaux ontwikkeld, waarvan de Flash-versie toelaat om virtueel in de grotten rond te lopen.
De navigatie gaat vrij vlot via menu’s ondergaan en links van de pagina (zie gele pijlen op het beeld hieronder), maar de interactiemogelijkheden zijn toch (te) beperkt.
En erg vervelend vind ik de monotone klank die als achtergrond gebruikt wordt. Ik raad aan om die zo snel mogelijk af te zetten via “Son / Sound” in het menu onderaan (zie verticale gele pijl).
”Lascaux – visite de la grotte” blijft de moeite van een bezoek zeker waard.
Wonderbaar hoe onze zeer verre voorouders, met zeer primitieve middelen, wat hun intrigeerde zo kunstzinnig in beeld hebben gebracht.
De wandschilderingen in deze grot stellen dierenfiguren voor (bizons, paarden, stieren en mythische éénhoorns) in zogenaamde aardkleuren: bruine, gele, rode en zwarte pigmenten afkomstig van metaaloxiden die ter plaatse te vinden waren (ijzeroxiden voor rood, geel en bruin, mangaandioxide voor bruin-zwart).
De grotschilderingen van Lascaux waren meteen één van de belangrijkste vondsten van de Paleolithische kunst. Ze werden dan ook overdruk bezocht, met alle gevolgen van dien: algen en schimmels werden binnengebracht en samen met het uitgeademde CO2 tastten ze de muurschilderingen aan. In 1963 was de maat vol: de grotten werden voor het publiek gesloten.
Ter compensatie werd in de buurt een Lascaux II-grot geïnstalleerd waar vanaf 1984 een facsimile van de oorspronkelijke grot te bekijken valt.
Maar in deze internettijden is natuurlijk nog meer mogelijk.
Vrij recent werd in opdracht van het Franse Ministère de la Culture et de la Communication een site over Lascaux ontwikkeld, waarvan de Flash-versie toelaat om virtueel in de grotten rond te lopen.
De navigatie gaat vrij vlot via menu’s ondergaan en links van de pagina (zie gele pijlen op het beeld hieronder), maar de interactiemogelijkheden zijn toch (te) beperkt.
En erg vervelend vind ik de monotone klank die als achtergrond gebruikt wordt. Ik raad aan om die zo snel mogelijk af te zetten via “Son / Sound” in het menu onderaan (zie verticale gele pijl).
”Lascaux – visite de la grotte” blijft de moeite van een bezoek zeker waard.
Wonderbaar hoe onze zeer verre voorouders, met zeer primitieve middelen, wat hun intrigeerde zo kunstzinnig in beeld hebben gebracht.
maandag 11 juni 2012
Collectepuzzel – oplossing
Als de heft van de aanwezige mannen € 2,00 gaf, dan gaven de mannen gemiddeld € 1,00.
Als één derde van de aanwezige vrouwen € 3,00 gaf, dan gaven de vrouwen ook gemiddeld € 1,00.
Alle kerkgangers gaven dus gemiddeld € 1,00.
De collectant ontving dus 54 x € 1,00 = € 54,00.
Spijtig genoeg moet hij het tegenwoordig met een pak minder stellen…
Tot vrijdag.
Een rare bewegingsillusie
Met onderstaande illusie heeft prof. Stuart Anstis, een psycholoog van de University of California San Diego (UCSD), een finaleplaats behaald in de Best illusion of the year contest 2012.
Het gaat hier om een zeer rare bewegingsilusie.
Als je in het filmpje heironder op één van de bewegende gele of rode bolletjes focust, zie je dat bolletje een perfect horizontale lijn beschrijven.
Maar ondertussen zie je het bolletje waarop je niet focust een zigzaglijn of een gebogen bewegingslijn maken!
En als je het hele filmpje niet rechtaan, maar vanuit je ooghoeken bekijkt (men spreekt van perifeer kijken), dan zie je beide bolletjes zigzagbewegingen maken. Daarbij hangt de bewegingsrichting samen met de richting van het lijnenpatroon dat de achtergrond van elk bolletje vormt.
Blijkbaar wordt de informatie afkomstig van de rand (de periferie) van ons netvlies gedomineerd door het sterk contrast van het zwart-wit lijnenpatroon. De correcte bewegingsinformatie van de bolletjes wordt er door weggedrukt en onze hersenen zien de bolletjes met de dominerende lijnen mee bewegen.
Het gaat hier om een zeer rare bewegingsilusie.
Als je in het filmpje heironder op één van de bewegende gele of rode bolletjes focust, zie je dat bolletje een perfect horizontale lijn beschrijven.
Maar ondertussen zie je het bolletje waarop je niet focust een zigzaglijn of een gebogen bewegingslijn maken!
En als je het hele filmpje niet rechtaan, maar vanuit je ooghoeken bekijkt (men spreekt van perifeer kijken), dan zie je beide bolletjes zigzagbewegingen maken. Daarbij hangt de bewegingsrichting samen met de richting van het lijnenpatroon dat de achtergrond van elk bolletje vormt.
Blijkbaar wordt de informatie afkomstig van de rand (de periferie) van ons netvlies gedomineerd door het sterk contrast van het zwart-wit lijnenpatroon. De correcte bewegingsinformatie van de bolletjes wordt er door weggedrukt en onze hersenen zien de bolletjes met de dominerende lijnen mee bewegen.
zondag 10 juni 2012
Dag Pa!
Een maand na Moederdag is het vandaag Vaderdag.
Daarom aan alle vaderkes mijn groet.
Mijn eigen vaderke is er al lang niet meer.
Het was een stille harde werker. Een mandenmaker. Een man van weinig woorden, niet geleerd maar erg verstandig en met een hart van koekenbrood.
Mijmerend over wie en hoe hij was, dit mooi gedicht van Herman De Conink.
Voor hem en voor alle vaders die er niet meer zijn.
Vader
De dingen die voorbij zijn, blijven rustig verder leven,
sereen, omdat ze niet meer zo acuut
en niet meer zo heel heel even
moeten gebeuren van minuut tot minuut.
Zo ging mijn vader, sinds hij stierf
ook in mijn dromen al een paar keer dood, maar trager,
er niet de tijd voor nemend, maar een eeuwigheid,
en leeft hij tóch nog verder, verder en wat vager.
Hij zegt niets meer, hij is een sfeer, mijn vader,
van ouwe woorden, het woord 'altegader',
het woord 'gelaat' en 'schoot' (van ons gezin) en 'schoon'.
Zo rustig wil ik ook wel sterven, een keer of zes, zeven
in de dromen van mijn zoon.
Tot ik gewoon blijf leven.
HERMAN DE CONINCK
zaterdag 9 juni 2012
Over het waarom en het voorkomen van koffie morsen
Ik heb het al meerdere keren meegemaakt na een wandeltocht: ik ga voor Mia en/of voor mijzelf een tas koffie halen aan het buffet van de cafetaria en de evenwichtsoefening om die lading zonder morsen tot aan de tafel te krijgen mislukt: het ondersteunend schoteltje wordt een kleine (koffie)zwemkom. En ik weet dat ik niet alleen ben: er zijn op aarde talloze koffiebibberaars.
Dit wereldwijd probleem(!) was voor een groep natuurkundigen van de University of California voldoende groot om er een deel van hun kostbare tijd in te steken en hun bevindingen te publiceren in Physical Review E, één van de fysica-tijdschriften van de gerenommeerde American Physical Society.
En dat die studie au sérieux werd aangepakt ziet u in het volgende beeld uit het artikel:
Maar vergeet al die fysica en wiskunde en onthou misschien de wonderbare conclusies uit het onderzoek:
- wie ooit legerdienst deed, weet dat een peloton soldaten niet in cadans over een brug mag stappen omdat de brug dan op het zelfde ritme hevig mee kan gaan trillen, met alle gevolgen vandien.
Ook zo voor de koffie in de tas. “Koffietaswandelaars” hebben de neiging om te versnellen omdat ze zo rap als mogelijk ter plaatse willen zijn. Doe dat niet, want door te versnellen heb je meer kans dat de vloeistof in resonantie komt met uw stapritme en dan begint hij zo hevig te bewegen dat hij uit het kopje vliegt.
Volgens de studie gebeurt dat meestal tussen de 7de en 10de stap!
Vertraag dus eerder (maar niet overdrijven natuurlijk, want dan is de koffie koud…) - als je vertrekt met de tas in de hand versnel dan… langzaam
- kijk niet naar uw voeten of naar uw partner die in de verte zit te wachten, maar kijk naar de koffiemok. Je zal dan automatisch vertragen en corrigeren en de resonantie vermijden.
- gebruik een aangepaste tas! Leg dat maar uit aan de al zo getergde café- en restaurantbazen!
Tassen waarin bijvoorbeeld ringen aan de binnenkant zijn aangebracht (ze spreken van “annular ring baffles”) zouden de resonantie breken en het morsen beletten.
Dit onderzoek verdient zonder twijfel een Nobelprijs. Een Ig Nobelprijs natuurlijk.
vrijdag 8 juni 2012
Collectepuzzel
In Romershoven is er nog om de 14 dagen een zondagsmis.
Bij die gelegenheid wordt er telkens een collecte gehouden.
En de Rommelaren hebben de naam van nogal vrijgevig te zijn.
Alhoewel: daar zitten grote verschillen op.
Dat zal je wel merken aan volgende niet echt gebeurde omhaling.
Op die bewuste zondag waren er 54 kerkgangers aanwezig, mannen en vrouwen, geen kinderen.
De helft van de aanwezige mannen legde € 2,00 in de “klapschotel”. De andere helft gaf niets
Een derde van de aanwezige vrouwen gaf zelfs € 3,00. Maar de overige vrouwen gaven niets.
Hoeveel geld heeft de collectant die zondag bijeengehaald?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandagavond om 21.30u. tellen we hier de eurootjes.
donderdag 7 juni 2012
Venus niet gezien. De zon ook niet
Romershoven, woensdagnacht, 3.45u. De wekker rinkelt ons wakker en fluks gooi ik de lakens weg.
”Waar ga je naartoe?” vraagt Mia.
”Naar Venus kijken” zeg ik.
”Blijf dan maar hier” fluistert ze…
Maar ik kan aan de verleiding weerstaan.
Ik raap mijn GPS, mijn GSM, mijn verrekijker, mijn eclipsbrillen, mijn mylarfilters, mijn fototoestel en… mijn paraplu bij elkaar en vertrek richting de rode parking van KRC Genk.
Onderweg plenst de regen tegen mijn voorruit. Dat ziet er slecht uit, zoals voorspeld.
En inderdaad: het is nooit beter geworden gisterenmorgen.
Ondanks de fantastische waarnemingsplaats boven op de oude mijnterril van Waterschei en het arsenaal aan waarnemingsmateriaal dat door de mensen van de Genkse volkssterrenwacht Cosmodrome naar boven werd gesleept, ondanks de cameraploeg van VTM en de journalisten van Het Belang van Limburg: we hebben ze niet gezien, noch de zon, noch Venus.
Maar het ontbijt was lekker!
Op dan maar naar de eerstvolgende Mercuriusovergang op 9 mei 2016 om 13.05u
Tenminste als 't God en de nog overblijvende Clarissen beliefd.
Aan enthousiasme op voorhand ontbrak het nochtans niet:
“We hadden beter onze Venus in bed bekeken” zei iemand. En daarmee herhaalde hij wat ik ‘s morgens vroeg ook al had gehoord
Oké, dat regelen we straks dan wel, want daar moeten we geen 122 jaar op wachten…
”Waar ga je naartoe?” vraagt Mia.
”Naar Venus kijken” zeg ik.
”Blijf dan maar hier” fluistert ze…
Maar ik kan aan de verleiding weerstaan.
Ik raap mijn GPS, mijn GSM, mijn verrekijker, mijn eclipsbrillen, mijn mylarfilters, mijn fototoestel en… mijn paraplu bij elkaar en vertrek richting de rode parking van KRC Genk.
Onderweg plenst de regen tegen mijn voorruit. Dat ziet er slecht uit, zoals voorspeld.
En inderdaad: het is nooit beter geworden gisterenmorgen.
Ondanks de fantastische waarnemingsplaats boven op de oude mijnterril van Waterschei en het arsenaal aan waarnemingsmateriaal dat door de mensen van de Genkse volkssterrenwacht Cosmodrome naar boven werd gesleept, ondanks de cameraploeg van VTM en de journalisten van Het Belang van Limburg: we hebben ze niet gezien, noch de zon, noch Venus.
Maar het ontbijt was lekker!
Op dan maar naar de eerstvolgende Mercuriusovergang op 9 mei 2016 om 13.05u
Tenminste als 't God en de nog overblijvende Clarissen beliefd.
Aan enthousiasme op voorhand ontbrak het nochtans niet:
Oké, dat regelen we straks dan wel, want daar moeten we geen 122 jaar op wachten…
woensdag 6 juni 2012
Hoe muggen (Belgische) regenvlagen overleven
Muggen zijn Mia’s beste vrienden niet. Ook ik hou er niet van, maar ik heb er toch veel minder last van dan zij. Met het (stilaan…) warmere weer hebben we dan ook ons muskietennet weer boven ons bed geïnstalleerd.
En als het regent haalt Mia opgelucht adem, want dat is volgens haar geen muggenweer.
Maar hoe zit dat eigenlijk: kunnen muggen die tijdens hun vlucht door een fikse plensbui overvallen worden, dat wel overleven? Kunnen ze wel vliegen in de regen?
Een kleine zoektocht op het net leverde snel het antwoord: regendruppels kunnen die prikbeestjes zomaar niet klein krijgen.
Nochtans is het niet zo voor de hand liggen dat die lichtgewichtjes een bombardement overleven met regendruppels die 50 keer zwaarder zijn dan zijzelf . Bedenk maar eens wat er van ons zou overblijven als we een gewicht van pakweg 3000 kg op onze kop zouden krijgen.
Dat dit hen toch lukt is grondig onderzocht door een groep fysici onder leiding van prof. David Hu van het Georgia Institute of Technology.
Met hoge snelheidscamera’s (4000 beelden per seconde!) filmden ze muggen die ze met regendruppels bestookten.
Hieruit bleek dat de zware druppels de muggen niet verpletterden, zelfs als ze centraal getroffen werden. Ze werden gewoon naar beneden geduwd. Dit is een gevolg van het feit dat de snelheid van de druppels nauwelijks verandert bij de botsing met een lichte mug. Daardoor is de krachtstoot die de mug ervaart heel gering. Vergelijk dat een beetje met een ei dat je vanop een grote hoogte op een bed met veren laat vallen: het ei breekt niet. De muggen ook niet.
Maar zonder risico’s zijn die druppels toch ook weer niet. Als een mug naar beneden geduwd wordt door zo’n waterklomp ondergaat ze een zeer sterke versnelling. Volgens het team van prof. Hu kan die versnelling tot 300 keer de valversnelling (= g = 9,81 m/s2) bedragen.
300 g = 300 x 9,8 m/s2 = 2942 m/s2. Ter vergelijking: piloten in jachtvliegtuigen ondervinden bij een looping hooguit 9 g = 88 m/s2.
Blijkbaar is het muggenskelet meestal in staat om die enorme versnelling te verwerken.
Meestal. Want het grootste gevaar lopen ze als ze laag boven de grond vliegen. Als ze dan met zo’n kolossale versnelling naar beneden geduwd worden, is de dodelijke impact met de grond niet te vermijden.
Bekijk het filmpje hieronder maar eens. Je zal dan ook zien dat muggen nog extra tegen regendruppels beschermd worden doordat de haren op hun lichaam waterafstotend (= hydrofoob) zijn.
Mia is dus weer een illusie armer: regenweer kan muggen niet echt deren.
Maar gelukkig vliegen ze niet uit als ‘t regent (denk ik en hoopt zij)…
En als het regent haalt Mia opgelucht adem, want dat is volgens haar geen muggenweer.
Maar hoe zit dat eigenlijk: kunnen muggen die tijdens hun vlucht door een fikse plensbui overvallen worden, dat wel overleven? Kunnen ze wel vliegen in de regen?
Een kleine zoektocht op het net leverde snel het antwoord: regendruppels kunnen die prikbeestjes zomaar niet klein krijgen.
Nochtans is het niet zo voor de hand liggen dat die lichtgewichtjes een bombardement overleven met regendruppels die 50 keer zwaarder zijn dan zijzelf . Bedenk maar eens wat er van ons zou overblijven als we een gewicht van pakweg 3000 kg op onze kop zouden krijgen.
Dat dit hen toch lukt is grondig onderzocht door een groep fysici onder leiding van prof. David Hu van het Georgia Institute of Technology.
Met hoge snelheidscamera’s (4000 beelden per seconde!) filmden ze muggen die ze met regendruppels bestookten.
Hieruit bleek dat de zware druppels de muggen niet verpletterden, zelfs als ze centraal getroffen werden. Ze werden gewoon naar beneden geduwd. Dit is een gevolg van het feit dat de snelheid van de druppels nauwelijks verandert bij de botsing met een lichte mug. Daardoor is de krachtstoot die de mug ervaart heel gering. Vergelijk dat een beetje met een ei dat je vanop een grote hoogte op een bed met veren laat vallen: het ei breekt niet. De muggen ook niet.
Maar zonder risico’s zijn die druppels toch ook weer niet. Als een mug naar beneden geduwd wordt door zo’n waterklomp ondergaat ze een zeer sterke versnelling. Volgens het team van prof. Hu kan die versnelling tot 300 keer de valversnelling (= g = 9,81 m/s2) bedragen.
300 g = 300 x 9,8 m/s2 = 2942 m/s2. Ter vergelijking: piloten in jachtvliegtuigen ondervinden bij een looping hooguit 9 g = 88 m/s2.
Blijkbaar is het muggenskelet meestal in staat om die enorme versnelling te verwerken.
Meestal. Want het grootste gevaar lopen ze als ze laag boven de grond vliegen. Als ze dan met zo’n kolossale versnelling naar beneden geduwd worden, is de dodelijke impact met de grond niet te vermijden.
Bekijk het filmpje hieronder maar eens. Je zal dan ook zien dat muggen nog extra tegen regendruppels beschermd worden doordat de haren op hun lichaam waterafstotend (= hydrofoob) zijn.
Mia is dus weer een illusie armer: regenweer kan muggen niet echt deren.
Maar gelukkig vliegen ze niet uit als ‘t regent (denk ik en hoopt zij)…
dinsdag 5 juni 2012
Zouden we de Venusboog kunnen zien?
Zoals ik jullie een paar dagen geleden liet weten: morgen van 00:03:55 tot 06:54:59 trekt Venus voorbij tussen onze aarde en de zon.
Vanaf zonsopgang (om 5.26u. in Genk) tot het laatste contact kunnen we dit uniek gebeuren ook in onze contreien bewonderen.
En uniek is het wel: pas over 105 jaar, in 2117, is dit nog eens te zien. En zo’n overgang gebeurt maar 4 keer in 243 jaar. Zelfs onze kleinkinderen gaan het dus niet meer live meemaken.
Maar of wij het live gaan kunnen meemaken hangt van de weergoden af. En dat ziet er niet goed uit: er wordt voor woensdagmorgen 100% bewolking voorspeld:
En een weerwonder mogen we ook vergeten. Want al zijn er nog eieren, er zijn geen Clarissekes meer. We hebben het ver gebracht…
We kunnen dus alleen maar hopen dat Frank Deboosere & Cie een serieuze rekenfout gemaakt hebben en dat het zonneke toch door de wolken piept.
Desnoods moeten we maar naar plan B overschakelen en via internet vanaf middernacht(!) live uitzendingen volgen vanuit wolkeloze oorden: hier en hier.
De Venusovergang van morgen heeft nochtans iets bijzonders in petto: we zouden de zogenaamde Venusboog kunnen zien.
Die Venusboog is pas bij de vorige passage in 2004 ontdekt door de Franse amateur-astronoom André Rondi.
Het gaat om een oplichtende band rond de rand van Venus.
Die band was goed te zien was toen de planeet zijn intrede (ingress) en zijn uittrede (egress) op de zonneschijf maakte:
Natuurkundigen hebben intussen een verklaring gevonden voor het verschijnsel: het gaat om een bijzondere breking van het zonnelicht door luchtlagen boven de hoogste wolkenformaties van de planeet.
Verdere studie van dit brekingsverschijnsel zou beter inzicht kunnen geven in de samenstelling van het aparte wolkendek van Venus: zeer hoge percentages koolzuurgas (CO2) en zwavelzuur (H2SO4).
En misschien wordt dan ook een begin van verklaring gevonden voor de super-rotatie: het rare verschijnsel dat het wolkendek van Venus supersnel rond de planeet circuleert: 4 keer sneller dan de planeet rond zijn eigen as draait! De merkwaardige lichtbreking in de Venusboog zou daar iets mee kunnen te maken hebben.
Astronomen en fysici willen daarom van deze Venusovergang gebruikmaken om die super-rotatie grondig te bestuderen. Wereldwijd staan er daarom morgen 9 coronografen klaar om de Venusboog te onderzoeken.
In de 18de en 19de eeuw waren de waarnemingen van de Venusovergang vooral gericht op de bepaling van de Astronomische Eenheid, de afstand van de aarde tot de zon.
Via de 3de wet van Kepler konden daarmee de afstanden tussen alle planeten in ons zonnestelsel berekend worden. Ons zonnestelsel kreeg concrete afmetingen.
In 2004 werd vooral de absorptie van het zonlicht door Venus onderzocht in het kader van het Kepler-project, de zoektocht naar aardachtige planeten elders in het heelal.
Morgen is de Venusboog aan de orde.
In 1882 dacht de Amerikaanse astronoom William Harkness bij de toenmalige Venusovergang in de volgende poëtische bewoordingen over de toekomstige 21ste eeuw:
”We are now on the eve of the second transit of a pair, after which there will be no other till the twenty-first century of our era has dawned upon earth, and the June flowers are blooming in 2004…
What will be the state of science when the next transit season arrives? God only knows”.
Wat zal het in 2117 zijn?
Vanaf zonsopgang (om 5.26u. in Genk) tot het laatste contact kunnen we dit uniek gebeuren ook in onze contreien bewonderen.
En uniek is het wel: pas over 105 jaar, in 2117, is dit nog eens te zien. En zo’n overgang gebeurt maar 4 keer in 243 jaar. Zelfs onze kleinkinderen gaan het dus niet meer live meemaken.
Maar of wij het live gaan kunnen meemaken hangt van de weergoden af. En dat ziet er niet goed uit: er wordt voor woensdagmorgen 100% bewolking voorspeld:
En een weerwonder mogen we ook vergeten. Want al zijn er nog eieren, er zijn geen Clarissekes meer. We hebben het ver gebracht…
We kunnen dus alleen maar hopen dat Frank Deboosere & Cie een serieuze rekenfout gemaakt hebben en dat het zonneke toch door de wolken piept.
Desnoods moeten we maar naar plan B overschakelen en via internet vanaf middernacht(!) live uitzendingen volgen vanuit wolkeloze oorden: hier en hier.
De Venusovergang van morgen heeft nochtans iets bijzonders in petto: we zouden de zogenaamde Venusboog kunnen zien.
Die Venusboog is pas bij de vorige passage in 2004 ontdekt door de Franse amateur-astronoom André Rondi.
Het gaat om een oplichtende band rond de rand van Venus.
Die band was goed te zien was toen de planeet zijn intrede (ingress) en zijn uittrede (egress) op de zonneschijf maakte:
Natuurkundigen hebben intussen een verklaring gevonden voor het verschijnsel: het gaat om een bijzondere breking van het zonnelicht door luchtlagen boven de hoogste wolkenformaties van de planeet.
Verdere studie van dit brekingsverschijnsel zou beter inzicht kunnen geven in de samenstelling van het aparte wolkendek van Venus: zeer hoge percentages koolzuurgas (CO2) en zwavelzuur (H2SO4).
En misschien wordt dan ook een begin van verklaring gevonden voor de super-rotatie: het rare verschijnsel dat het wolkendek van Venus supersnel rond de planeet circuleert: 4 keer sneller dan de planeet rond zijn eigen as draait! De merkwaardige lichtbreking in de Venusboog zou daar iets mee kunnen te maken hebben.
Astronomen en fysici willen daarom van deze Venusovergang gebruikmaken om die super-rotatie grondig te bestuderen. Wereldwijd staan er daarom morgen 9 coronografen klaar om de Venusboog te onderzoeken.
Klik hier voor een langere film over de Venusatmosfeer.
In de 18de en 19de eeuw waren de waarnemingen van de Venusovergang vooral gericht op de bepaling van de Astronomische Eenheid, de afstand van de aarde tot de zon.
Via de 3de wet van Kepler konden daarmee de afstanden tussen alle planeten in ons zonnestelsel berekend worden. Ons zonnestelsel kreeg concrete afmetingen.
In 2004 werd vooral de absorptie van het zonlicht door Venus onderzocht in het kader van het Kepler-project, de zoektocht naar aardachtige planeten elders in het heelal.
Morgen is de Venusboog aan de orde.
In 1882 dacht de Amerikaanse astronoom William Harkness bij de toenmalige Venusovergang in de volgende poëtische bewoordingen over de toekomstige 21ste eeuw:
”We are now on the eve of the second transit of a pair, after which there will be no other till the twenty-first century of our era has dawned upon earth, and the June flowers are blooming in 2004…
What will be the state of science when the next transit season arrives? God only knows”.
Wat zal het in 2117 zijn?
Abonneren op:
Posts (Atom)