Milde reflecties van Hervé Tavernier op heden en verleden met ook wat tips, nieuwtjes, spelletjes en puzzelkes.
zondag 31 mei 2009
Nieuwe PC
De reden: een nieuwe PC.
Een Acer Aspire M7720 als je het wil weten en als je dat iets zegt.
En je weet hoe dat dan gaat: er moet van alles uitgeprobeerd worden en er moet van alles overgezet worden van de oude naar de nieuwe PC.
Dat kost tijd.
Maar morgen ben ik er weer.
Vandaag eigenlijk ook nog. Zij het dan erg laat...
zaterdag 30 mei 2009
Het wordt druk in het ISS
Het zal nu druk zijn in het ISS.
Met de aankomt gisterennamiddag van Frank De Wine en zijn ploeg, werd het aantal bewoners daar met de slag verdubbeld van 3 naar 6.
Zoals uit het logo hierboven kan afgelezen worden maken de Russische kosmonaut Roman Romanenko, onze Belgische astronaut Frank De Winne en de Canadese astronaut Robert Thirsk deel uit van de 20ste ISS-expeditie.
Je merkt dat ik hier nog een onderscheid maak tussen kosmonauten en astronauten. Dit onderscheid dateert eigenlijk nog van in de tijd van de koude oorlog. Toen was de concurrentie tussen de Russische en de Amerikaanse ruimtevaart nog erg groot en ieder hield strak vast aan zijn eigen terminologie.
Nu is die concurrentie gelukkig sterk vervaagd en is er zelfs goede samenwerking, maar alle ruimtereizigers kosmonauten of astronauten noemen: daar is men het nog niet over eens.
De drie kosmonauten/astronauten die vandaag aangekomen zijn, voegen zich bij de al aanwezige driekoppige bemanning van de 19de expeditie om samen aan de 20ste te beginnen.
De namen van de drie die er al waren vind je ook op het logo hierboven.
Probeer ze maar eens te ontcijferen.
Het groepje van 6 vormt een unicum in de ruimtevaartgeschiedenis.
Voor het eerst zijn de vijf grote internationale ruimtevaartorganisaties samen aanwezig in één en dezelfde missie: het Amerikaanse National Aeronautics and Space Administration (NASA), het Russische federaal ruimteagentschap (ROSCOSMOS), het Japanse Aerospace Exploration Agency (JAXA), het European Space Agency (ESA) en de Canadian Space Agency (CSA).
Het wordt dus voor het eerst, zoals Frank De Winne al zei, een echt International Space Station (ISS)
De Russische kosmonaut Padalka wordt de commandant van de 20 ste expeditie.
Van oktober 2009 tot november 2009 loopt de 21ste ISS-expeditie en neemt Frank De Winne het commando over.
De grotere bemanning moet het mogelijk maken om meer tijd en zorg te besteden aan het uitvoeren van wetenschappelijke experimenten.
In het verleden was er nogal wat kritiek op de ISS-missies omdat de beperkte bemanning teveel tijd moest investeren aan onderhoud- en herstelwerkzaamheden. Er werden bijgevolg vragen geplaatst bij de meerwaarde van dit enorm dure ISS-project (kostenraming: rond de 100 miljard dollar!).
Om de aanwezigheid van de grotere bemanning mogelijk te maken zijn er in de voorbije periode aanpassingen aan het ISS uitgevoerd.
Zo zijn er in maart door de bemanning van de Space Shuttle Discovery bijkomende zonnepanelen geplaatst om het beschikbaar elektrisch vermogen te verhogen. Absoluut nodig met zo veel meer volk aan boord en met alle bijkomende experimenten die gepland zijn.
Ook het systeem voor recyclage van lichaamsvloeistoffen (urine, zweet) dat je hierboven ziet, werd in een vorige shuttlevlucht naar het ISS gerepareerd en vernieuwd.
Bij het eten drinken ze nu hun eigen Spa-blauw en geeft een eigen pipi-sausje wat meer smaak aan de astronautenvoeding…
Astronauten/kosmonauten zijn dus echte moderne pioniers, die zoals hun voorgangers, Columbus, Stanley,… het comfort ondergeschikt maken aan hun doelstelling.
Gelukkig dat er nog mensen zijn bezeten met zo’n gedrevenheid.
Ik schrijf dat terwijl er naast mij een geurige tas-koffie-met-een koekske staat te dampen.
Gezondheid Frank De Winne!
vrijdag 29 mei 2009
Horizontale Tetris
Het vrijdagspelleke van deze week is er eentje voor de Tetrisfanaten.
Maar het wordt wel even wennen: "de blokskes" vallen niet
dit keer.
Je moet ze van links naar rechts "schieten" door op de spatiebalk te drukken. Het gekleurde projectiel beweeg je op en neer met de pijltjestoetsen.
Elke combinatie van 3 of 4 gelijk gekleurde blokjes doet die blokjes verdwijnen. Ongeveer zoals in Tetris dus. Maar de blokjes mogen horizontaal, vertikaal, in L-vorm of in een combinatie van dit alles met mekaar verbonden zijn.
Ik ben toch eens benieuwd hoe mijn Tetriskampioen-aan-huis het er met Gridshock zal van af brengen…
donderdag 28 mei 2009
De Lindau conferentie
Binnenkort heeft in het Duitse Lindau aan de Bodensee weer de jaarlijkse conferentie van Nobelprijswinnaars en beginnende wetenschappers plaats.
Dit is een zeer bijzonder gebeuren.
Het is een bijeenkomst waarop bekroonde topwetenschappers lezingen geven over hun specialiteit en werkmethode.
En vooral: waar ze in discussie gaan met jonge aankomende wetenschappers in dezelfde discipline.
De conferentie is gericht op de zogenaamde positieve wetenschappen.
Fysica, chemie en fysiologie samen met geneeskunde, komen in een roulatiesysteem aan de beurt. En elk vierde jaar is het thema een interdisciplinaire mix van de vorige drie.
Dit jaar is scheikunde het thema.
Jaarlijks zijn er duizenden kandidaat-deelnemers bij de jonge onderzoekers, maar het aantal plaatsen is beperkt.
Op 11 mei jongstleden werden er voor dit jaar weer 600 gegadigden geselecteerd.
Ik zie daar spijtig genoeg geen Belgen bij. Wel een twintigtal Nederlanders, veel Duitsers, veel Amerikanen en veel Indiërs.
Is dat een teken aan de wand? Zegt dat iets over het niveau van ons wetenschappelijk (universitair) onderwijs?
De conferentie werd in 1951 in het leven geroepen door 2 Duitse wetenschappers Gustav Parade en Franz Karl Hein.
Vanaf de start stond de bijeenkomst onder de hoge bescherming van de adellijke familie Bernadotte. Eerst van graaf Lennart Bernadotte, nadien van zijn vrouw en op dit moment van zijn dochter Bettina.
De nauwe betrokkenheid van deze adellijke familie is steeds van groot belang geweest voor het welslagen van de organisatie. De graaf was immers de kleinzoon van de Zweedse koning Gustav V en zo had hij goede relaties met het Zweedse Nobelcomité. Dit comité heeft er dan ook steeds voor gezorgd dat de Nobelprijswinnaars present waren op de Lindau-conferentie.
Relaties zijn en blijven overal een belangrijke factor nietwaar.
De huidige organisatoren hebben op 8 mei van dit jaar, ter gelegenheid van de 100ste geboortedag van graaf Lennart Bernadotte, een belangrijke stap gezet in de digitale wereld.
Ze zijn namelijk begonnen met het digitaliseren van het klank- en beeldarchief van de voorbije conferenties.
En ze hebben een schitterende website geopend waar iedereen het resultaat van dat werk kan beluisteren en bekijken.
Dat we betekent dat wij, die er nooit konden of mochten bij zijn, nu toch kunnen genieten van de lezingen die er in het verleden gehouden werden.
Voor wie van wetenschappen houdt en belangstelling heeft voor wetenschapsgeschiedenis, is dit een site om vingers en duimen van af te likken.
Voor de lezingen van de oude goden zoals Sir Lawrence Bragg en Paul Dirac, moeten we ons tevreden stellen met geluidsopnamen en foto’s.
Maar het blijft voor mij een ongewoon genoegen om te kunnen luisteren naar die coryfeeën van de wetenschap waarmee ik tijdens mijn scheikundestudies in de jaren 60 ben opgevoed.
Zelfs als je geen wetenschapper bent, loont het de moeite om toch eens te luisteren naar het sublieme Oxford-English waarmee Bragg zijn auditorium toespreekt.
Van de lezingen van de laatste jaren zijn er natuurlijk ook filmbeelden.
Je kan dan ook echte online lectures volgen van bijvoorbeeld de Nederlandse Nobelprijswinnaars Paul Crutzen (Chemie 1995) en Martinus Veltman (Fysica 1999)
Aan Internet, met zijn vele mogelijkheden, heb ik al vele keren ontzettend veel plezier beleefd.
Deze site is er weer zo één waar ik uren kan blijven hangen.
Hadden we die mogelijkheden maar gehad toen we zelf nog aan het studeren waren…
Klik op de beelden hierboven, maak je keuze en geniet een beetje mee.
woensdag 27 mei 2009
Frank De Winne is op weg
Zo lang het duurt kan je hier de missie van Frank De Winne volgen.
Maar NASA TV zal wel na enige tijd op een ander ruimtevaartonderwerp overschakelen.
Ik hoop dat ook dit jullie nog wat kan boeien.
Het programmaschema kan je nakijken op hun site.
dinsdag 26 mei 2009
Zullen de bacteriën ons redden?
Het staat onomstotelijk vast: de voorraad fossiele brandstoffen waarover we op aarde beschikken is eindig. Ondanks het feit dat er nog regelmatig nieuwe oliereserves en gasvoorraden gevonden worden, kan het niet blijven duren.
En het tempo waarin we die voorraad opgebruiken stijgt exponentieel.
Er moet dus voor alternatieven gezorgd worden. En die moeten terzelfdertijd zo weinig mogelijk het milieu belasten.
In een eerste fase zijn biobrandstoffen voor sommigen een mogelijke oplossing.
Maar onmiddellijk krijg je een reeks discussies: is het verantwoord om rijke landbouwgronden op te offeren en granen te gebruiken voor de productie van bio-ethanol?
Beeld: Teleac (aangepast)
Hoe is dit ethisch te verantwoorden met hongersnood in de wereld?
Is het aanvaardbaar dat men bos en woud kapt om er suikerriet aan te planten en daar biobrandstof van te maken?
Wat is het effect op de CO2-uitstoot en het klimaat?
Heel wat vragen en tegengestelde belangen.
Er wordt dus koortsachtig gezocht naar andere oplossingen.
Men kan ook biobrandstof maken uit bio-afval: houtresten, zaagsel, oud papier, de niet-eetbare delen van maïs,…Dan moeten er al geen voedingsgewassen gebruikt worden.
Beeld: PWSBiobrandstof
Een andere mogelijkheid is het telen van vingergras (foto hierboven).
Deze grassoort doet het prima op arme gronden. Dan moeten er geen goede landbouwgronden gebruikt worden.
Maar bij al die pogingen om biomateriaal om te zetten in biobrandstof staat men steeds voor hetzelfde biochemisch probleem: hoe zet je de suikers in de biomassa zo efficiënt mogelijk om in ethanol?
Vereenvoudigd:
Want als je maisafval of zaagmeel of vingergras hebt, heb je nog geen suikers.
En als je suikers hebt, heb je nog niet direct goed omzetbare suikers zoals de glucose in bovenstaande reactievergelijking.
Er zijn dus nog heel wat stappen te zetten.
En het gehele proces moet ook economisch haalbaar en betaalbaar blijven.
Voorlopig is dat niet het geval en dus blijven de grondstoffen voor biobrandstof nog voedingsgewassen, zoals suikerriet en granen.
Omdat die rijk zijn aan gemakkelijk vrij te stellen en goed fermenteerbare koolhydraten. Een relatief goedkoop proces.
Maar er wordt ook intens naar andere oplossingen gezocht.
En dan verschijnen in alle plannen de bacteriën op de voorgrond.
Beeld: Eawag
Op de 109e General Meeting in Philadelphia van de American Society for Microbiology zijn verschillende lezingen gegeven waaruit duidelijk de overtuiging blijkt dat bacteriën een goedkoop en milieuvriendelijk alternatief kunnen worden voor aardolie.
Sommige bacteriën zouden in staat zijn om suikerriet om te zetten, niet tot ethanol en CO2, maar tot biodiesel.
Daardoor zou er tot 80 procent minder uitstoot van kooldioxide optreden!
Timothy Donohue van de Pensylvania State University wil dan weer de purperbacterie Rhodobacter sphaeroides (zie afbeelding hierboven) gebruiken, omdat die bacterie fotosynthese gebruikt om biomassa en zonlicht om te zetten in waterstof. En waterstof kan men met brandstofcellen omzetten in elektriciteit.
Maar dat staat nog niet op punt en aan die brandstofcellen is ook nog wel wat werk…
Dichter bij de deur, aan de universiteit van Wageningen, doet milieutechnoloog René Rozendal onderzoek naar het winnen van waterstof uit afvalwater met bacteriën.
Je ziet het: in de zoektocht naar efficiënte alternatieven voor onze slinkende fossiele brandstoffen, komen die kleine wezentjes steeds nadrukkelijker in the picture.
Niet te verwonderen eigenlijk, want het zijn in feite niets anders dan wonderbaarlijke minuscule scheikundige fabriekjes.
Het is alleen nog kwestie van ze te laten produceren wat we willen en op een economisch en ecologisch verantwoorden wijze.
Als dat op termijn kan, staat de biobrandstoffen nog een rooskleurige toekomst te wachten.
Maar dat zal spijtig genoeg nog wel even duren.
maandag 25 mei 2009
Frank De Winne naar het ISS
Woensdag a.s. vertrekt Frank De Winne vanaf de Russische basis Baikonoer met een Soyuzraket in zijn Soyuz TMA-15-capsule naar naar het Internationaal Space Station (ISS)
Het wordt dus tijd dat we daar eens wat aandacht aan besteden.
Een Vlaming actief in de ruimte is immers geen alledaags feit.
Het is al van 1992 geleden dat Dirk Frimout voor ons landje de spits afbeet. Hij draaide toen een week lang met de Amerikaanse Space Shuttle rond de aarde.
De Winne is na Dirk Frimout de 2de Vlaamse astronaut.
Maar hij is niet aan zijn proefstuk toe.
7 jaar geleden verbleef hij tijdens de zogenaamde Odissea-missie al 10 dagen in het ISS. Hij voerde toen hoofdzakelijk medisch getinte wetenschappelijke experimenten uit in opdracht van de Europese ruimtevaart organisatie ESA.
Dit keer zal de missie wel wat langer duren: maar liefst 6 maanden!
En dat De Winne bij ESA en NASA gewaardeerd wordt, blijkt uit het feit dat hij in de tweede helft van de missie die woensdag start, boordcommandant wordt van het ISS.
Het curriculum vitae van De Winne is tegenwoordig in bijna alle kranten en tijdschriften te vinden. En de volgende dagen zal hij ongetwijfeld nog meer aandacht krijgen.
Daar valt niets meer aan toe te voegen.
Maar wil je wat meer te weten komen over het ISS en wat daar precies allemaal gebeurt?
Surf dan even naar de schitterende NASA-site waar je op een interactieve wijze het ISS kan bezoeken.
Maar ook bij ESA kan je veel informatie vinden.
En ongelooflijk maar waar: in het Nederlands!
Frank De Boosere doet de laatste weken ook zijn duit in het zakje, door ons de passagetijden van het ISS boven ons landje te geven.
Maar als je daar in geïnteresseerd bent kan je op elk moment terecht op de ESA-zoeksite:
Maar misschien wil je het ISS gewoon “zien vliegen”?
Wel zijn locatie in real time zie je hieronder:
Wil je dat in een realistischere Google Map?
Klik dan op dit beeld:
Je ziet het: er kan niets meer gebeuren op of rond deze aardbol of internet biedt je de kans om er onmiddellijk met je neus bovenop te zitten.
Zeg dan nog eens dat we geen verwende kinderen zijn.
zondag 24 mei 2009
Hoofdrekenen
Het is thuis tegenwoordig “vollen bak”.
In het middelbaar onderwijs staat de examenperiode voor de deur.
Vooral de hoogste jaren gaan hun laatste lesweken in.
Ik krijg dus regelmatig meisjes en jongens over de vloer die nog wat uitleg komen vragen over chemie en fysica.
En als het dan over fysica gaat, dan is het kunnen oplossen van vraagstukken dikwijls het grote struikelblok.
Los van het inzicht in het probleem, valt mij daarbij op hoe weinig er nog overblijft van rekenvaardigheid.
Het algemeen aanvaard gebruik van elektronische rekenmachines heeft er toch voor gezorgd dat het kunnen hoofdrekenen bij de jonge mensen vrijwel helemaal weggedeemsterd is.
Nochtans is het handig als je niet steeds dat zakjapannertje moet bovenhalen om de simpelste berekening tot een goed einde te brengen.
Ik geef toe dat ook bij mij de snelheid waarmee ik een antwoord op een rekensom uit mijn mouw kan schudden af fel afgebot is.
Maar de truukjes om tot het resultaat te komen ken ik nog wel.
Ik zet er hier een vijftal op een rijtje. Ik hoop dat ze niet (allemaal) te onnozel en te overbekend zijn. En ik weet dat er nog veel andere rekentruuks bestaan.
Ik geef u ook de raad om ze eens toe te passen als de gelegenheid zich voordoet. Je zal zien hoe men zich zal verbazen over je rekengave en hoe men je zal bewonderen...
Maar het is ook goed om gewoon een beetje te oefenen.
Want voor jong, maar vooral voor oud(er) is een beetje hersengymnastiek nooit weg. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Maar dan moeten we ook de geest fit houden. Hoofdrekenen kan daar goed bij helpen.
- snel vermenigvuldigen met 4:
tweemaal na elkaar verdubbelen
32 x 4=?
32 x2 = 64 en 64 x 2 = 128
Variant: vermenigvuldigen met 0,4 of met 40:
deel het getal eerst door 10 of vermenigvuldig het eerst met 10 vóór je het voorgaande toepast.
Oefening:
4 x 53 =
54 x 40 = - snel kwadrateren van een getal dat op 5 eindigt:
- eerst de tientallen vermenigvuldigen met één meer
- achter het resultaat 25 schrijven
652 = ?
6 x 7 = 42
4225
Dus 652 = 4225
Oefening:
1152 =
952 = - snel vermenigvuldigen van een getal van één of twee cijfers met 99:
- verminder het getal met 1: dat levert is het linker gedeelte van de uitkomst.
- trek het getal af van 100: nu heb je het rechterdeel van de uitkomst.
Opmerking: aftrekken gaat soms sneller door op te tellen.
Als je b.v. 100 – 88 moet berekenen gaat dit sneller door te bedenken hoeveel je bij 88 moet optellen om 100 te bekomen.
15 x 99=?
15 – 1 = 14 is linker gedeelte
100 – 15 = 85 is rechter gedeelte
1485
Dus 15 x 99 = 1485
Oefening:
75 x 99 =
99 x 48 = - snel aftrekken door de getallen te veranderen:
- verander de getallen zó dat de aftrekker ervan een tienvoud wordt.
Maar denk eraan dat je beide getallen dan met hetzelfde vermeerdert of vermindert.
86 – 59 = 87 – 60 = 27
61 – 32 = 59 – 30 = 29
Oefening:
64 – 39 =
76 – 48 = - snel vermenigvuldigen van een getal van drie of meer cijfers met 11:
Hoe je een getal van twee cijfers met 11 moet vermenigvuldigen weet je wellicht van op de lagere school: schrijf de som van de twee cijfers tussen beide in.
Dus 26 x 11 = 286
Als de som van de cijfers groter is dan 10, schrijf de eenheid er tussenin en voeg je één toe aan het eerste cijfer:
76 x 11 = 836
Maar hoe vermenigvuldig je nu een getal van drie of meer cijfers met 11?
- het laatste cijfer van het getal is ook het meeste rechtse cijfer van de uitkomst
- tel het de eenheden en de tientallen van het getal op. Het resultaat geeft u de tientallen van de uitkomst.
Als die optelling de 10 overschrijdt, noteer je enkel de eenheden van die som en neem je 1 mee naar de volgende stap
- tel de tientallen en de honderdtallen van het getal op. Het resultaat geeft u de honderdtallen van de uitkomst.
Als die optelling de 10 overschrijdt, noteer je enkel de eenheden van die som en neem je 1 mee naar de volgende stap.
Zet dit verder tot uiteindelijk de twee meest linkse cijfers van het getal opgeteld zijn
- schrijf het meest linkse cijfer van het getal ook als meest linkse cijfer van het resultaat, tenzij de laatste som die je maakte groter was dan 10: dan moet je er 1 bij optellen
342 x 11=
meest rechtse cijfer van resultaat is 2
4+2 = 6 cijfer van de tientallen is 6
3+4 = 7 cijfer van de honderdtallen is 7
3 is het meest linkse cijfer, zowel van het getal als van het resultaat.
Dus 342 x 11 = 3762
594 x 11=
meest rechtse cijfer van resultaat is 4
4+2 = 13 cijfer van de tientallen is 3 en ik neem 1 mee
5+9+1 = 15 cijfer van de honderdtallen is 5 en ik neem 1 mee
meest linkse cijfer van het resultaat is 5+1 = 6
Dus 594 x 11 = 6534
Oefening:
613 x 11 =
577 x 11 =
Voilà dat waren mijn 5 rekentruukjes.
Ik hoop dat je misschien iets bijgeleerd hebt en dat je zo’n beetje hoofdrekenen wel eens plezierig vindt.
Je kan zelf oefeningen bijmaken zoveel je wil.
En varianten zoeken b.v. op truuk: vermenigvuldigen met 0,99 of met 990.
En mocht je zelf nog ne fameuzen rekentruuk kennen: laat maar iets horen.
Nu ga ik eerst nog snel uit het hoofd 24 x 26 en 29 x 31 berekenen, want voor een vermenigvuldiging van 2 getallen die 2 verschillen ken ik ook nog nen truuk.
En dan ga ik slapen want het is weeral morgen.
zaterdag 23 mei 2009
Mijn browsertjes
Ik heb hier al eens terloops laten vallen dat ik 3 browsers op mijn PC geïnstalleerd heb om op internet te surfen:
Internet Explorer 8 (IE 8), Firefox 3 en Google Chrome 2.0.
Die overdaad is niet echt nodig, maar wie blogt en/of websites bouwt, doet er toch goed aan om regelmatige eens te controleren hoe zijn webpagina’s er in de meest gebruikte browsers uitzien. Want dat kan soms opvallend verschillen.
Het is dan kwestie van een aanvaardbaar compromis te vinden dat in elke browser voldoende goed oogt.
Dit testwerk verplicht er mij toe om IE8 nog op mijn PC te houden.
Maar om zelf te surfen gebruik ik IE niet meer. IE is mij te traag en biedt te weinig extra’s die ik elders wel vind.
Voor het grondige surfwerk heb ik daarom al sinds lang mijn hart verpand aan Firefox.
De reden daarvoor ligt hem vooral in de mogelijkheid om de standaard Firefoxbrowser uit te breiden met zogenaamde add-ons.
Dit zijn kleine gratis programaatjes, meestal door amateur-progammeurs ineengezet.
Die add-ons verhogen de functionaliteit van de standaardbrowser op een interessante wijze.
Ik heb zo’n 30-tal add-ons aan Firefox toegevoegd.
Het zou me te ver leiden om daar een overzicht van te geven en uit te leggen wat die add-ons precies allemaal doen.
Ik zal me beperken tot enkele die één van mijn grootste internet-bezigheden ondersteunen: het zoeken met Google vanuit Firefox.
Een eerste interessante add-on daarvoor, Search Cloudlet, voegt boven de zoekresultaten een “zoekwolk” toe.
Binnen de context van mijn eigen zoekopdracht, geeft die “wolk” mij snel een overzicht van de meest gevraagde zoektermen gerelateerd aan het onderwerp.
Ik kan die termen met één klik aan mijn zoekopdracht toevoegen.
Je ziet hieronder, als voorbeeld, het resultaat van zoeken naar “Romershoven”.
Google verwijst naar Wikipedia, maar erboven zie je “de wolk”.
Met één klik op b.v. “ketelslegers”, zoek ik met Google naar alles over de stam Ketelslegers in Romershoven! Handig en… leerzaam. In dat geval toch...
Zeer recent heb ik ook de Wolfram-Alpha-Google add-on geïnstalleerd in Firefox.
Met die add-on wordt elke zoekopdracht in Google uitgebreid met de zoekresultaten in de splinternieuwe Wolfram Alpha zoekrobot. Zo profiteer ik van het beste van beide zoekers.
Hieronder een voorbeeld van zoeken naar Bilzen en Hoeselt.
Klik op het beeld voor een grotere weergave.
Maar als ik snel wil zoeken én surfen, en dat is zeer dikwijls hat geval, laat ik Firefox aan de kant.
Dan is Google Chrome onklopbaar.
Naast zijn razende snelheid, is één van de gemakkelijke dingen in Google Chrome, dat je de adresbalk ook gewoon als zoekbalk kan gebruiken.
Voor de rest heeft deze browser zeker niet de toeters en bellen van Firefox. In het browserwereldje is hij nogal rudimentair. Maar wel een echte bolide!
En er is wat aan het veranderen.
Een paar dagen geleden, op 21 mei, is versie 2.0 van Google Chrome gelanceerd.
Die nieuwe versie is wat opgesmukt met extra mogelijkheden die al lang in Firefox en zelfs in IE aanwezig waren.
En de browser is nu zelfs nog sneller geworden!
Ik laat jullie naar een filmpje kijken waarin een nogal houterige Google-meneer, de nieuwigheden van Google Chrome 2.0 uit de doeken doet.
Wil je meer informatie dan moet je op de Google Chrome Blog zijn.
Voilà, nu kennen jullie ook al mijn browsergewoonten.
Ik besef dat ik zo langzamerhand al mijn geheimen prijsgeef.
Ik hou er gelukkig toch nog een paar in petto. Nog even geduld dus.
vrijdag 22 mei 2009
Minim
Dit spelleke werkt met zogenaamde moleculen, maar het heeft uiteindelijk weinig of niets met chemie te maken.
Je zou kunnen zeggen dat je hier moleculen moet afbreken door te klikken op gelijke atomen (=gelijke cijfers én gelijke vorm) die met elkaar verbonden zijn.
Klikken op twee verbonden 1’s levert een 2. Twee 2’s combineren tot een 3. Twee 3’s tot een 4 enz.
In de wat hogere levels zijn sommige atomen verbonden met een dikke blauwe of rode lijn. Als je op die lijn klikt verwisselen de atomen van plaats. Bij blauwe lijnen kan je blijven wisselen, bij rode lijnen kan dat maar één keer, want de rode lijn wordt dan een gewone witte lijn.
Sommige atomen zijn rekenatomen: de combinatie met de atomen waarmee ze verbonden zijn, levert een atoom op ter waarde van de som, het verschil, het product of het quotiënt.
Maar hoger dan 10 of lager dan 1 is verboden en delingen moeten opgaan.
En tenslotte zijn er nog bewerkingsatomen die gecombineerd met een verbonden atoom een rekenatoom opleveren.
Je kan de atomen altijd een beetje verslepen om een beter zicht op de molecule te krijgen.
Voilà, weer een mooi denkspelletje. Gemakkelijk in het begin, maar pittiger en pittiger van zodra je in level 5 en hoger aankomt.
Omwille van het vervelende geluid ga ik het spel hier niet “embedden”.
Klik op het beeld hieronder en je verhuist naar een externe site waar je naar hartenlust moleculen kan vernietigen
donderdag 21 mei 2009
Over sterrenlevens gesproken
Ik ben een matige “Mijn Restaurant”-fan, maar ik gruwel van de lange reclame-pauzes tussenin. Dat is zaptijd.
Gelukkig krijgen we dan de laatste weken de kans om op Canvas Stijn Meuris aan het werk te zien.
Niet als zanger van Noordkaap, niet als regisseur. Maar als amateur-astronoom met een zes-weken-lang verhaal over de kosmos en het heelal.
Stijn doet dat uitstekend, bevattelijk en humoristisch, maar voor mij iets te hyperkinetisch. Ik hou het dus geen hele uitzending vol. En als de reclame voorbij is ga ik me liever verder ergeren aan de flutcommentaar van Dirk De Prins of de arrogantie van Peter Goossens.
Maar dinsdagavond, tijdens de laatste aflevering, heeft Stijn me toch langer bij zich kunnen houden.
Toen ik bij zijn programma aankwam, had hij het over de levenscyclus van een ster zoals onze zon.
Bron: Wikipedia (aangepast) – Klik voor een groter beeld
In de onontkoombare evolutie van haar geboorte tot haar einde als witte dwerg, is onze zon nu ongeveer 4,5 miljard jaar onderweg
Maar binnen 5 miljard jaar begint ze eigenlijk al aan haar stervensfase. Als rode reus heeft ze dan al haar binnenplaneten opgeslokt, wellicht ook onze aarde. De volgende 5 miljard jaar schrompelt ze ineen tot een witte dwerg, om dan tenslotte langzaamaan helemaal uit te doven.
In het juninummer van de Scientific American beschrijven de astronomen Michael W. Werner en Michael A. Jura de ontdekking van asteroïden, kometen en planeetachtige massa’s die rond witte dwergen cirkelen.
Het zou volgens die astronomen dus kunnen dat buitenplaneten de explosie van een rode reus overleven. En in de volgende fase rond de witte dwerg blijven draaien.
Ze denken dat de kritische afstand om als planeet de rode-reus-explosie te overleven 1 AE-is (AE = astronomische eenheid = afstand aarde-zon).
Dus als onze zon explodeert zou Mars het kunnen overleven (afstand tot de zon = 1,5 AE).
Voor onze aarde zou het kantje boordje zijn.
Het is ook de vraag of in de gewijzigde omstandigheden, een vorm van leven mogelijk blijft op een planeet die rond een witte dwerg draait.
In het artikel beschrijven de astronomen hoe ook rond neutronensterren en rond bruine dwergen planeetachtige structuren ontdekt zijn.
Neutronensterren zijn zoals witte dwergen ook het gevolg van een explosie van een ster. Maar dan niet van een rode reus, maar van een veel grotere supernova. Ze ontstaan dus op het levenseinde van enorm grote, zware sterren, vele keren de afmeting van onze zon.
Overblijfsel van Kepler’ s supernova – 1604 – Bron: Wikimedia
Bruine dwergen zijn geen familie van witte dwergen. Het zijn eigenlijk zonnetjes die omwille van hun te kleine massa niet volledig tot ontwikkeling zijn gekomen na hun geboorte. Het zijn nooit echte zonnen geworden. In hun binnenste grijpen er geen kernfusies plaats zoals dat bij onze zon het geval is.
De belangrijkste conclusie uit dit alles: planeten cirkelen blijkbaar niet alleen rond sterren zoals onze zon, maar ook rond meer exotische heelalobjecten zoals neutronensterren en bruine dwergen.
Zoals het in het artikel gezegd wordt: "unlikely suns reveal improbable planets"(ongewone zonnen brengen onwaarschijnlijke planeten aan het licht)
Hoe dieper we met onze telescopen en sondes in het heelal doordringen, hoe meer het ons blijft verbazen.
En hoe meer we beseffen, hoe weinig we nog maar weten.
Stijn Meuris kan in elk geval gemakkelijk stof vinden voor minstens nog eens zes uitzendingen.
woensdag 20 mei 2009
Yes you do!
Onze leeftijd (>60) is gekenmerkt door het minder goed functioneren van ons geheugen. Daar kan je niet naast kijken.
En als we met lotgenoten samenzitten, gaat het dikwijls daarover.
Hoe we ons niet meer de naam kunnen herinneren van die minister die betrokken was bij het Agusta-schandaal.
Of hoe we niet meer kunnen zeggen hoe de vrouw van prins Laurent nu weer heet. En we zien ze nochtans zo duidelijk vóór ons.
Of hoe we, als we naar Blokken of De Slimste Mens kijken, het antwoord op alle vragen weten, maar we krijgen het er niet meer op tijd uit.
Maar als we onszelf zo samen zitten te beklagen, voelen we ons toch goed omdat we niet alleen zijn. Er zijn veel lotgenoten in die geheugenmiserie. En die miserie kan soms extreme vormen aannemen…
Beeld: Knoflog
Maar misschien zouden we beter wat minder klagen.
Misschien zouden wat meer zelfvertrouwen moeten hebben. Misschien moeten we er onszelf meer van overtuigen dat we wát we weten, we ook wel zullen terugvinden op onze hersen-harde-schijf.
Dat is ook wat het onderzoek van een groep psychologen van de North Carolina State University heeft uitgewezen.
De resultaten van dit onderzoek zijn in het aprilnummer van het tijdschrift Experimental Aging Research gepubliceerd.
Ze hebben 103 senioren tussen 60 en 82 jaar aan geheugentesten onderworpen.
Die grote bende werd in twee groepen verdeeld.
Aan de eerste groep werd verteld dat de test de bedoeling had om het effect van leeftijd op het geheugen na te gaan. De deelnemers van die groep moesten op hun antwoordblad, naast hun naam ook hun leeftijd vermelden. M.a.w. de stereotype overtuiging dat een oudere een slechter geheugen heeft werd door de testers gestimuleerd en benadrukt.
Aan de tweede groep werd gezegd dat de test de bedoeling had om de vooroordelen over geheugenverlies bij ouderen te onderzoeken en te weerleggen. Er werd gezegd dat ze hun leeftijd niet moesten vermelden omdat die toch via hun naam bij de testers bekend was.
Bij die tweede groep probeerde men dus juist de stereotype overtuiging van slecht geheugen weg te dringen.
En ja hoor: de tweede groep scoorde beduidend beter dan eerste.
Daarbij viel nog op dat de deelnemers met de hoogste opleidingen het meest last hadden van de negatieve stereotype overtuiging.
Enfin we weten nu wat we moeten doen als we nog eens met de oudjes samenzitten. Geen gezeur en geen geklaag, maar peptalk.
Yes we can!
En ik weet weer wie die minister van de Agusta-affaire was: Willy Claes! Hoe kon ik dat nu vergeten.
En de vrouw van prins Laurent ken ik ook: Claire Coombs!
Zeg Mia weet ge soms niet waar ik mijnen bril gelegd heb?
Beeld: Bigshop.nl
dinsdag 19 mei 2009
Slaap je mager
Wie mij kent weet wel dat ik al sinds lang iets probeer te doen aan mijn overgewicht.
Met vallen en opstaan. Maar meer vallen dan opstaan moet ik zeggen.
Ik volg dus met belangstelling alle nieuws over methodes die tot een paar kilootjes minder zouden kunnen leiden.
Ik ben chemicus genoeg om mij niet te wagen aan pillenslikkerij.
Zo zal je me niet naar de apotheek zien rennen om daar zonder voorschrift de fameuze Alli-vermageringspil te halen.
Ik weet dat dé enige natuurlijk methode om te vermageren is: verbruik per dag meer energie dan je met je voeding opneemt.
Kies b.v. voor een uitgebalanceerd 1200 kcal-dieet en zorg dat je door bewegen en gezond sporten b.v 1400 kcal per dag verbruikt.
Meer is er niet nodig.
Tot zover de theorie. Voor de praktijk is er veel wilskracht en discipline nodig. En daar loopt het gemakkelijk mis. Ik kan er van meespreken.
Maar misschien moet ik nog een andere slechte gewoonte gaan bijwerken: ik slaap te weinig.
Ik ben er elke morgen rond 7.30u. uit.
Toch niet zó laat voor iemand met pensioenstatus.
Maar ‘s avonds kan ik er maar niet in.
Het is meestal al ‘s anderendaags vóór ik onder de dekens kruip: 1u à 2u ‘s nachts is mijn gewone doen.
En die te korte nachtrust van 5 à 6 uur per nacht zou wel eens mee aan de basis kunnen liggen van mijn kilootjes teveel.
Wetenschappers van het Amerikaanse Walter Reed Army Medical Center maakten zeer recent op de 105e International Conference of the American Thoracic Society in San Diego de resultaten bekend van hun onderzoek over het verband tussen zwaarlijvigheid en slaapgedrag.
De groep onder leiding van dr. Eliasson onderzocht 14 verpleegsters op hun slaapgewoonten, hun activiteiten en hun energieverbruik.
Tussen haakjes: dit is toch wel een erg kleine proefgroep vind ik.
Ze zagen dat de proefpersonen met de kortste nachtrust gemiddeld 12% zwaarder waren dan de langslapers. De kortslapers hadden gemiddeld een BMI (Body Mass Index) van 28,3. De langslapers hadden een BMI van 24,5.
Het rare van het geval was dat de zwaardere kortslapers over dag actiever waren en meer bewogen dan de langslapers. Ze verbruikten dus ook meer energie. Maar ze aten ook veel meer dan de langslapers zodat de balans uiteindelijk negatief overhelde en ze zwaarder werden.
Dr. Eliasson ziet een verklaring in de verhoogde stress die bij de kortslapers zou voorkomen. Die verhoogde stress zou ontstaan door het vaak minder georganiseerd zijn ten gevolge van het niet uitgeslapen zijn. De verhoogde stress kan dan volgens hem leiden tot ongezond gedrag. Teveel en ongezond eten b.v.
Dat mensen met een te korte nachtrust meer zouden eten klopt ook met onderzoek naar de concentratie aan de hormonen die bij mensen de eetlust beïnvloeden.
Het hormoon ghreline bevordert de eetlust. Het hormoon leptine remt de eetlust.
En ja hoor: bij kortslapers vond men 15% meer van het ghreline en 15% minder van het leptine. Niet te verwonderen dat die nachtuilen honger hadden.
Een slaapkuur als afslankmiddel ? Ik zie dat toch niet echt zitten.
Toch zal ik er vanavond of vannacht maar iets vroeger inkruipen.
Maar ik ga eerst nog een klein stukje chocolade sneukelen nu Mia het niet ziet.
Ik kan er echt niets aan doen: mijn ghreline-spiegel is nog te hoog van die vorige te korte nachten.
Hmm... lekker. Slaapwel!
maandag 18 mei 2009
Muesli is good for you
Ik heb hier al eens verteld dat ik (bijna) iedere dag begin met een gezond ontbijt: muesli met fruit en magere yoghurt.
Dit is ontegensprekelijk een mengsel dat de nodige koolhydraten, eiwitten en vitamines levert om de dag goed mee te beginnen.
Maar nu blijkt dat zo’n mueslietje nog veel meer in petto heeft.
De sport- en fitnessfreaks zouden er dan ook goed aan doen om eens de studie van een groep wetenschappers van de universiteit van Texas –Austin te lezen.
Veel van die sportfanaten hebben tegenwoordig de gewoonte om zich na de inspanning aan dure sportdrinks te laven. Kwestie van het vochtverlies en de verbruikte bouwstenen bij te spijkeren.
Bij intensief aan sport doen aan een hoog hartritme, verbruik je immers veel suikers en worden eiwitten in het lichaam sneller afgebroken dan ze kunnen bijgemaakt worden.
Bijgevolg is er achteraf extra aanvulling nodig om de suiker- en eiwitbalans in de spieren te herstellen.
En daar kunnen goedgekozen sportdranken wel voor zorgen.
Maar dat kost een centje: een setje Extran of Aquarius kost al snel 17 à 20€ voor 24 flesjes van 33 cl.
Hetzelfde effect is nochtans veel goedkoper te bereiken.
Vorige week heeft een onderzoeksgroep onder leiding van Lynne Kammer hierover een studie gepubliceerd in het Journal of the International Society of Sports Nutrition.
Daarin tonen ze aan dat een portie muesli met magere melk hetzelfde herstelresultaat geeft als de veel duurdere drankjes.
Voor het eiwitherstel in de spieren is zo’n bakje mueslipap zelfs effectiever.
Het komt er dus nu alleen nog op aan de bodyfreaks ervan te overtuigen om hun trendy petflesjesgelurk te vervangen door een poosje papje-lepelen. Zou dat wel lukken?
En wat mezelf betreft: de muesli heb ik al.
Aan het sporten moet ik nu toch wel echt gaan beginnen…
zondag 17 mei 2009
Wolfram Alpha is er
Internet is sinds gisteren een nieuw fenomeen(tje) rijker.
Wiskundige Stephen Wolphram heeft zijn zoekmachine "Wolfram Alpha” voor het grote publiek toegankelijk gemaakt.
Wolfram Alpha is geen gewone zoeker zoals het alomtegenwoordige Google.
Als gewone zoekmachine komt ze, volgens mij, nog niet tot aan de enkels van Google.
Het is eerder een soort ingenieuze rekenmachine, die allerlei berekeningen kan maken op gegevens die opgeslagen zitten in de databases waar ze toegang toe heeft. Zo’n berekeningen maken, dáár is ze erg sterk in.
En je mag de opgaven in gewone mensentaal doen. Zij het dan (tot nu toe?) alleen in het Engels. Of in een wiskundig interpreteerbare vorm.
Vóór je echt gaat experimenteren doe je er best aan om het demofilmpje eens te bekijken. Dan weet je onmiddellijk wat de karaktrekken van Wolfram Alpha zijn.
Vandaag heb ik voor de aardigheid eens mijn geboortedatum geprobeerd onder de vorm 31-07-1945.
Onmiddellijk kreeg ik een resem gegevens waarvan ik er hier slechts enkele laat zien:
Ik loop dus al 23.301 dagen op deze aardbol rond!
Je kan dat een onnozel aardigheidje vinden en dat is het ook.
Maar interessanter wordt het als aan Wolphram vraagt wat de levensverwachting is van een 63-jarige Belg!
Hij rekende mij dan snel voor dat ik, op basis van de Belgische statistieken, kan verwachten het tot ongeveer mijn 81ste te rekken (81,36 jaar om precies te zijn). Nog 18 jaar dus. Oei!
En Wolfram laat het niet bij gewoon dat getalletje. Ik krijg er onmiddellijk allerlei statistieken en grafieken bij waarop zijn berekening steunt.
En als ik Hoeselt intik, krijg ik onmiddellijk een kaartje met de ligging, maar ook gegevens over het weer van het moment: de temperatuur, de relatieve vochtigheid, de windsnelheid.
Een laatste voorbeeld om aan te tonen hoe sterk Wolfram wel is als wiskundige rekenaar.
Dit is wat ik krijg als ik vraag om de functie 3x2 + 5x + 2 te integreren:
Dat kan Google in elk geval niet.
Wolphram Alfa is dus een echt speciaal zoek-goudmijntje.
Vooral studenten, wetenschappers en bloggers zullen er gretig gebruik van maken denk ik.
Maar iedereen kan er leuke dingen mee doen.
Of wil je soms niet weten wat het verschil is in calorietjes en cholesterol-effect als je voor de verscheurende keuze staat tussen een Twix en een Snickers?
Experimenteer dus maar eens een beetje en laat me iets weten als je iets bijzonders ontdekt hebt.
zaterdag 16 mei 2009
Leve de frisse neus
Ondanks de recente gevallen van Mexicaanse griep in ons Vlaanderenland, kan niemand ontkennen dat de beroering rond die griep al heel fel geluwd is.
Het A(H1N1)-virus schijnt uiteindelijk niet op de bedreiging uit te draaien die er aanvankelijk leek in te zitten.
Maar ook het vogelgriepvirus A(H1N5) is tot nu toe bij de mens niet de ziekteverwekker geworden waarvoor men gevreesd had.
Een groep Amerikaanse en Britse onderzoekers onder leiding van professor Wendy Barclay denkt nu een deel van de reden daarvoor gevonden te hebben.
In een studie die ze recent publiceerden in het tijdschrift PLoS Pathogens, tonen ze aan dat de temperatuur in de menselijke neus te laag is opdat het virus zich goed zou kunnen verder ontwikkelen.
Daardoor wordt een verspreiding van mens tot mens via niezen b.v. veel minder waarschijnlijk.
De gemiddelde temperatuur in de menselijke neus bedraagt 32 °C. Dit is beduidend lager dan de 40°C in de ingewanden van vogels waar het virus zich wel sterk ontwikkelt.
In mijn blogbericht van 5 mei heb ik al uitgelegd dat aan het virusoppervlak van alle influenza A-virussen, H- en N-eiwitten voorkomen.
Je kon toen lezen hoe die eiwitten een rol spelen in de vermenigvuldiging van het virus.
Een schematische voorstelling van die vermenigvuldiging zie je hieronder:
Bron: Flutrackers.com (bewerkt)
De reden van het niet gedijen van het A(H1N5)-virus bij de lagere temperatuur in onze neuzen, heeft volgens de studie te maken met de structuur van die oppervlakte-eiwitten bij het A(H1N5)-virus.
Die oppervlakte-eiwitten zouden wat hun werking betreft temperatuurgevoelig zijn en bij die lagere temperaturen niet goed functioneren waardoor het virus zich niet goed kan vermenigvuldigen.
Een mutatie van het vogelgriepvirus zal dus volgens de studie maar tot een gevaarlijkere situatie leiden, als door die mutatie de eiwitstructuren zó veranderen dat ze bij de lagere temperaturen wel "goed" werken.
Wie dus regelmatig een frisse neus gaat halen zal nu zeker dubbel zo gemotiveerd zijn!
vrijdag 15 mei 2009
Schuiven maar
Het spelletje van deze week is in het begin redelijk gemakkelijk, maar vergis je niet: het wordt erg pittig op den duur.
De regels zijn simpel:
klik met de muis op de schuivertjes
om de rode of anders gekleurde balletjes
op de rode of anders gekleurde doelen
te schuiven in zo weinig mogelijk beurten.
De muziek kan uit via "options" in het hoofdmenu.
Schuiven maar!
donderdag 14 mei 2009
Doet de zon raar?
De zonne-astonomen zitten toch wel een beetje met problemen.
Want de zon doet niet wat ze van haar verwachten.
De zon “moet” door een min of meer regelmatige cyclus van zonneactiviteit gaan, met voorspelbare minima en maxima in zonne-activiteit. Zo’n cyclus duurt ongeveer 11 jaar.
En daar loopt het nu (een beetje?) mis.
Klik op het beeld voor een grotere weergave
Normaal had men al in maart 2008 een minimum in de zonneactiviteit verwacht en aansluitend de opstart van een nieuwe cyclus: de zogenaamde solar cycle 24. Dit is de 24ste cyclus sinds het begin van de zonnewaarnemigen in 1749.
Die nieuwe cyclus zou dan zijn maximum moeten bereiken op het einde van 2011 tot midden 2012.
Maar de zon deed niet mee. De activiteit bleef uitermate laag en men neemt nu aan dat ze haar minimum bereikt heeft in december 2008. Met een vertraging van een 9-tal maanden dus.
Blijkbaar is er iets mis met het model waarop de cyclusberekeningen steunt. Er moet dus verder onderzoek gebeuren en het model moet aangepast worden.
Intussen zijn de zonne-astronomen het er wel over eens dat cyclus 24 nu toch wel echt begonnen is.
Met de waargenomen vertraging denkt men nu dat het maximum midden 2013 zal bereikt worden.
Recent is al een toenemende activiteit waargenomen.
Hieronder zie je een beeld van 9 mei, afkomstig van NASA’s STEREO-satellieten die speciaal voor zonnewaarnemingen gelanceerd zijn.
De 2 lichte vlekken boven rechts zijn zonnevlekken.
Zonnevlekken zijn koelere ( maar toch nog zo’n 4500°°C!) vlekken op het zonne-oppervlak. Ze hebben gemiddeld een diameter ter grootte van onze aarde. Het ontstaan van die vlekken hangt samen met kolossale erupties van geladen deeltjes. Daardoor ontstaan zonnewinden die ook hun invloed hebben op onze aardse atmosfeer.
Er bestaan duidelijke meningsverschillen over de intensiteit die de zonne-activiteit in de nieuwe cyclus zal bereiken. Volgens sommigen zal die laag zijn, volgens anderen hoog.
Het zal dus afwachten worden.
Maar de gevolgen zijn belangrijk.
Een gemiddeld lage activiteit zou volgens sommigen kunnen leiden tot een mini-ijstijd. D.w.z. een korte periode van een iets lagere gemiddelde temperatuur op aarde.
Hoge activiteit met energierijke zonnewinden kan tot ernstige storingen leiden in elektriciteitsvoorzieningen, GPS, GSM, satellietverbindingen enz.
Het NASA-filmpje hieronder geeft daar wat meer informatie over.
In deze tijd van klimaatdiscussie wordt de zonne-activiteit ook onmiddellijk gekoppeld aan de oorzaak/oorzaken van de klimaatsverandering.
Er is een kamp dat in die koppeling gelooft.
Vooral een Deense groep rond Hendrik Svensmark haalt daar argumenten voor aan.
Een ander kamp, het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) minimaliseert de invloed van de zonne-activiteit
Die discussie is volop aan gang.
Ik wacht nog even af om daar verder over te bloggen.