Duurdere GPS-systemen maken bij de berekening van een verplaatsingsroute gebruik van gegevens over de verkeersdrukte.
Maar wie geen geld wil uitgeven aan zo’n GPS met een TMC-systeem (= Traffic Message Channel), kan nu ook gewoon bij Google Maps terecht.
Sinds donderdag 29 maart wordt bij de routebeschrijving in Google Maps rekening gehouden met de verkeerssituatie van het moment.
De gegevens over het verkeer worden bekomen via officiële kanalen (bij ons b.v. Verkeerscentrum Vlaanderen) maar ook in realtime via gegevens die worden doorgestuurd door weggebruikers met de My Location-toepassing op hun Androïd-smartphone.
Daardoor kan de verkeersinformatie goed up-to-date gehouden worden.
Hieronder zie je het resultaat voor een verplaatsing van Bilzen naar Merelbeke.
Ik heb hiervoor een routebeschrijving aangevraagd op donderdag 29 maart om 19.30u.
En je ziet in de rode omkadering dat de voorgestelde route met de kortste afstand en langs vergelijkbare wegen (autosnelweg) niet altijd de minste tijd vraagt.
Blijkbaar was de route over de Brusselse ring in “het toenmalige verkeer” wel korter, maar toch trager.
Wellicht is het de moeite waard om met deze Google-service even te checken welke routekeuze je best maakt vóór je aan een verplaatsing begint als je niet over een TMC-antenne beschikt.
Je kan dan eerst zelf beslissen welke weg je kiest en je nadien toch door je goedkopere GPS laten verder leiden, want omrekenen zal dat ding toch wel doen.
Misschien kan daar wel je voordeel meedoen als je binnenkort met de auto naar het verre zuiden, noorden, oosten of westen, op vakantie vertrekt.
Een voordeel in rijtijd weliswaar, maar in kostprijs?…
Milde reflecties van Hervé Tavernier op heden en verleden met ook wat tips, nieuwtjes, spelletjes en puzzelkes.
zaterdag 31 maart 2012
vrijdag 30 maart 2012
Vloerderspuzzel
Piet Klus wil in zijn tuin een decoratief vierkant leggen met tegels.
Maar zijn tegels zijn spijtig genoeg niet vierkant.
Ze zijn rechthoekig en het zijn serieuze joekels: 30cm x 54cm.
Wat is het kleinste aantal tegels dat hij nodig heeft om een vierkant te maken?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. helpen we hier Piet uit de nood
.
donderdag 29 maart 2012
A Google a day
Met mijn vrijdagpuzzeltjes wil ik jullie aanzetten om op een ontspannende wijze jullie grijsroze hersencelletjes regelmatig eens extra aan het werk te zetten.
Ik ben blij dat van de gemiddeld 80 à 100 dagelijkse bezoekers van mijn blogje er zo’n 10 à 20 wekelijks de puzzelhandschoen opnemen.
10 à 20% volstaat voor mij om in de puzzelboosheid te volharden.
Vrijdag de volgende aflevering dus. Doe dus maar eens mee, ook als je je tot nu toe niet geroepen voelde. Geestelijk en lichamelijk fit blijven: beiden zijn even belangrijk.
En ook Google wil onze hersengymnastiek stimuleren.
Sedert enige tijd publiceert Google zelfs dagelijks een puzzel. Maar dan wel van een andere soort dan mijn wekelijkse opgaven. Bij Google a day gaat het om…een zoekpuzzel. Wat dacht je!
Elke dag rond 18u. onze tijd krijgen we een nieuwe uitdaging voorgeschoteld. Eenvoudig zijn de opdrachten niet. Om het juiste antwoord te vinden is er heel wat zoekvaardigheid vereist.
Maar ook hier geldt: oefening baart kunst. En efficiënt kunnen zoeken op het net is mooi meegenomen.
Proberen dus.
En…tot morgen voor mijn vrijdagpuzzeltje!
Ik ben blij dat van de gemiddeld 80 à 100 dagelijkse bezoekers van mijn blogje er zo’n 10 à 20 wekelijks de puzzelhandschoen opnemen.
10 à 20% volstaat voor mij om in de puzzelboosheid te volharden.
Vrijdag de volgende aflevering dus. Doe dus maar eens mee, ook als je je tot nu toe niet geroepen voelde. Geestelijk en lichamelijk fit blijven: beiden zijn even belangrijk.
En ook Google wil onze hersengymnastiek stimuleren.
Sedert enige tijd publiceert Google zelfs dagelijks een puzzel. Maar dan wel van een andere soort dan mijn wekelijkse opgaven. Bij Google a day gaat het om…een zoekpuzzel. Wat dacht je!
Elke dag rond 18u. onze tijd krijgen we een nieuwe uitdaging voorgeschoteld. Eenvoudig zijn de opdrachten niet. Om het juiste antwoord te vinden is er heel wat zoekvaardigheid vereist.
Maar ook hier geldt: oefening baart kunst. En efficiënt kunnen zoeken op het net is mooi meegenomen.
Proberen dus.
En…tot morgen voor mijn vrijdagpuzzeltje!
woensdag 28 maart 2012
Geen krassen meer!?
Onze huid bezit het wonderlijk vermogen om zichzelf te herstellen van een wonde. En als de beschadiging niet te diep en te breed is, dan blijft daar zelfs geen litteken aan over.
Scheikundigen zijn al lang op zoek naar een methode om dat zelfherstel na te bootsen.
En nu blijkt het wondermiddel gevonden te zijn!
Op de 243ste National Meeting & Exposition of the American Chemical Society (ACS) liet prof. Marek W. Urban van de University of Southern Mississippi in Hattiesburg, eergisteren weten dat zijn onderzoeksgroep een soort plastic ontwikkeld heeft dat van kleur verandert als het geschonden wordt en… dat ook uit zichzelf de beschadiging herstelt!
Nog straffer: dat herstel is niet beperkt tot één keer, maar kan meerdere keren herhaald worden.
En ook merkwaardig: als het plastic gekrast wordt, verkleurt het…rood. De analogie met onze huid kan niet groter zijn!
Zogenaamde self-healing plastics bestaan al een tijdje, maar het gegeven dat een kleurverandering een beschadiging signaleert en dat het zelfherstel niet éénmalig is, betekent een opvallende nieuwe vondst.
Het herstel gebeurt onder invloed van zichtbaar licht, verwarming en verandering van de zuurtegraad (pH).
Door de kleurverandering bij beschadiging krijgt het materiaal een belangrijke signaalfunctie.
Volgens Urban kan het materiaal als een coating op allerlei oppervlakken aangebracht worden.
Daardoor worden de toepassingsmogelijkheden zeer groot: schermen van laptops, smartphones, meubels, precisieapparatuur enz.
En uiteraard... de carrosserie van je nieuwe auto.
Maar er zijn natuurlijk grenzen: echte brokkenrijd(st)ers zijn hier niet mee geholpen…
Hieronder zie je prof. Urban zelf zijn nieuw materiaal aankondigen op de ACS-conferentie in het San Diego Convention Center:
Scheikundigen zijn al lang op zoek naar een methode om dat zelfherstel na te bootsen.
En nu blijkt het wondermiddel gevonden te zijn!
Op de 243ste National Meeting & Exposition of the American Chemical Society (ACS) liet prof. Marek W. Urban van de University of Southern Mississippi in Hattiesburg, eergisteren weten dat zijn onderzoeksgroep een soort plastic ontwikkeld heeft dat van kleur verandert als het geschonden wordt en… dat ook uit zichzelf de beschadiging herstelt!
Nog straffer: dat herstel is niet beperkt tot één keer, maar kan meerdere keren herhaald worden.
En ook merkwaardig: als het plastic gekrast wordt, verkleurt het…rood. De analogie met onze huid kan niet groter zijn!
Bron beeld: Marek W. Urban via ACS
Zogenaamde self-healing plastics bestaan al een tijdje, maar het gegeven dat een kleurverandering een beschadiging signaleert en dat het zelfherstel niet éénmalig is, betekent een opvallende nieuwe vondst.
Het herstel gebeurt onder invloed van zichtbaar licht, verwarming en verandering van de zuurtegraad (pH).
Door de kleurverandering bij beschadiging krijgt het materiaal een belangrijke signaalfunctie.
Volgens Urban kan het materiaal als een coating op allerlei oppervlakken aangebracht worden.
Daardoor worden de toepassingsmogelijkheden zeer groot: schermen van laptops, smartphones, meubels, precisieapparatuur enz.
En uiteraard... de carrosserie van je nieuwe auto.
Maar er zijn natuurlijk grenzen: echte brokkenrijd(st)ers zijn hier niet mee geholpen…
Hieronder zie je prof. Urban zelf zijn nieuw materiaal aankondigen op de ACS-conferentie in het San Diego Convention Center:
dinsdag 27 maart 2012
Kijk vanavond eens omhoog
Het schouwspel dat Venus en Jupiter ons de laatste tijd bieden duurt nog even voort.
En het geluk is aan onze kant, want we beleven een paar magnifieke lentedagen, met ook ‘s avonds geen wolkje aan de lucht.
Kijk dus eens omhoog vanavond zo rond 21u.
In het westen zal je ze zien prijken aan het firmament: Venus en Jupiter en erboven de kleine sikkel van de wassende maan.
Maak misschien eens een foto van deze drievoudige conjunctie.
En links ernaast zie je het sterrenbeeld Orion, de jager, met diagonaal tegenover elkaar Rigel en Betelgeuze als helderste sterren.
Naar buiten dus, er is toch niets op TV…
En het geluk is aan onze kant, want we beleven een paar magnifieke lentedagen, met ook ‘s avonds geen wolkje aan de lucht.
Kijk dus eens omhoog vanavond zo rond 21u.
In het westen zal je ze zien prijken aan het firmament: Venus en Jupiter en erboven de kleine sikkel van de wassende maan.
Maak misschien eens een foto van deze drievoudige conjunctie.
En links ernaast zie je het sterrenbeeld Orion, de jager, met diagonaal tegenover elkaar Rigel en Betelgeuze als helderste sterren.
Naar buiten dus, er is toch niets op TV…
maandag 26 maart 2012
Taartenpuzzel – oplossing
Om het overblijvende deel van de lekkere confituurtaart in 4 gelijke stukken te verdelen, kan ze als volgt versneden worden:
Tot vrijdag!
Tot vrijdag!
Soms is reclame een illusie en… illusie een reclame
Wat men ons via de reclame voorspiegelt of belooft, strookt niet altijd precies met de werkelijkheid.
Maar onze hersenen zijn gemakkelijk “voor het lapje” te houden. En van deze beperking maken handige reclamemensen slim gebruik om hun waar aan de man te brengen.
Kijk maar naar dit geslaagd voorbeeld.
Wie zou dit super-drankje niet eens even willen proeven, want Bionade “schemckt hervorragend”?
Maar onze hersenen zijn gemakkelijk “voor het lapje” te houden. En van deze beperking maken handige reclamemensen slim gebruik om hun waar aan de man te brengen.
Kijk maar naar dit geslaagd voorbeeld.
Wie zou dit super-drankje niet eens even willen proeven, want Bionade “schemckt hervorragend”?
zondag 25 maart 2012
Naar het Amazonewoud
Op deze zonnige lentezondag is het ideaal om een fikse wandeling te maken. Geniet met volle teugen van de ontwakende natuur.
Maar als je dan voldaan thuis komt, kan je met behulp van Google Maps nog van een schitterend extraatje genieten: je kan met streetview een deel van het Amazonewoud bezoeken!
Dit is wat je kan doen als je op de links klikt:
- een tochtje maken op de brede Rio Negro
- een tochtje maken langs kleinere zijtakken waar het woud onder water staat
- een bezoekje brengen aan Tumbira, een de grootse gemeenschappen ter plaatse
- enkele kleinere nederzettingen bezoeken en eens bekijken hoe ze daar wonen en leven
- even door het dichte oerwoud wandelen
Het Google-team heeft hier een echt huzarenstukje uitgehaald.
In het filmpje hieronder kan je zien hoe dit uniek streetviewproject tot stand kwam.
Maar als je dan voldaan thuis komt, kan je met behulp van Google Maps nog van een schitterend extraatje genieten: je kan met streetview een deel van het Amazonewoud bezoeken!
Dit is wat je kan doen als je op de links klikt:
- een tochtje maken op de brede Rio Negro
- een tochtje maken langs kleinere zijtakken waar het woud onder water staat
- een bezoekje brengen aan Tumbira, een de grootse gemeenschappen ter plaatse
- enkele kleinere nederzettingen bezoeken en eens bekijken hoe ze daar wonen en leven
- even door het dichte oerwoud wandelen
Het Google-team heeft hier een echt huzarenstukje uitgehaald.
In het filmpje hieronder kan je zien hoe dit uniek streetviewproject tot stand kwam.
Niet te missen!
zaterdag 24 maart 2012
The sensorium of God: het e-boek vóór de printversie
Zoals ik hier al heb uitgelegd koop ik nog zelden fictieboeken. Mijn leesvoorkeur gaat uit naar (populair) wetenschappelijke werken en biografieën.
En Amazon is mijn belangrijkste leverancier.
Ik koop daar online e-boeken voor mijn Kindle DX.
Maar ik lees ze ook op mijn iPad2.
De Kindle gebruik ik overdag als het zonnetje schijnt, want dan is hij veel leesvriendelijker is dan de iPad met zijn sterk reflecterend scherm.
‘s Avonds geef ik de voorkeur aan de iPad met zijn scherp beeld (ja zelfs bij de iPad2 is dit zo…) en zijn achtergrondverlichting. Zo moet ik Mia in bed niet het slapen beletten met een storend nachtlampje.
De opmars van de e-boeken is onstuitbaar.
En de reden waarom ik het er hier vandaag over heb: voor het eerst heb ik het meegemaakt dat bij Amazon een recent boek sneller in de e-versie beschikbaar is dan in de gedrukte versie.
Ik ondervond dat een paar dagen geleden toen ik “The sensorium of God” van Stuart Clarke kocht.
Zoals je op het beeld hierboven kan zien kost de Kindleversie $10,28 of € 7,74 voor een boek van 288 blz. Je ziet dat de printversie op dit ogenblik bij Amazon nog niet beschikbaar is, maar ik ben er zeker van dat die duurder zal uitvallen. Bij uitgeverij Polygon kost het boek in gedrukte versie b.v. £ 12.99 = 15.54 euro.
Tussen haakjes: ik kocht een paar dagen geleden voor een vriend die 60 jaar geworden is, de gedrukte versie van de vertaling van “Just Kids” van Patti Smith voor…€19,99.
De e-boekversie kost bij Amazon £ 2.84 = €3.40. Over prijsverschillen gesproken!
Maar ik wil ook nog iets kwijt over “The sensorium of God” zelf.
Dit is een biografie over Isaac Newton en de 17de-18de eeuwse maatschappij waarin hij zijn belangrijke natuurwetten ontdekte.
Over zijn vriendschap met Edmond Halley (ja die van de komeet) en zijn discussies met Robert Hooke. Over zijn interesse voor de pseudo-wetenschap alchemie en zijn wat dubieuze relatie met Zwitserse wiskundige Nicolas Fatio de Duillier.
Een boeiend en verhelderend boek, aanbevolen aan iedereen die zich voor de geschiedenis van de wetenschap interesseert.
En je weet dat je daarvoor geen Kindle DX of iPad nodig hebt: het gratis Kindle for PC installeren volstaat om dit en andere e-boeken van Amazon op je PC te lezen aan dezelfde goedkope voorwaarden.
Na een paar dagen "The sensorium..." ben ik nog maar goed halfweg.
Vanavond doe ik verder, in bed en zonder leeslampje. Slaap wel Mia!
En Amazon is mijn belangrijkste leverancier.
Ik koop daar online e-boeken voor mijn Kindle DX.
Maar ik lees ze ook op mijn iPad2.
De Kindle gebruik ik overdag als het zonnetje schijnt, want dan is hij veel leesvriendelijker is dan de iPad met zijn sterk reflecterend scherm.
‘s Avonds geef ik de voorkeur aan de iPad met zijn scherp beeld (ja zelfs bij de iPad2 is dit zo…) en zijn achtergrondverlichting. Zo moet ik Mia in bed niet het slapen beletten met een storend nachtlampje.
De opmars van de e-boeken is onstuitbaar.
En de reden waarom ik het er hier vandaag over heb: voor het eerst heb ik het meegemaakt dat bij Amazon een recent boek sneller in de e-versie beschikbaar is dan in de gedrukte versie.
Ik ondervond dat een paar dagen geleden toen ik “The sensorium of God” van Stuart Clarke kocht.
Zoals je op het beeld hierboven kan zien kost de Kindleversie $10,28 of € 7,74 voor een boek van 288 blz. Je ziet dat de printversie op dit ogenblik bij Amazon nog niet beschikbaar is, maar ik ben er zeker van dat die duurder zal uitvallen. Bij uitgeverij Polygon kost het boek in gedrukte versie b.v. £ 12.99 = 15.54 euro.
Tussen haakjes: ik kocht een paar dagen geleden voor een vriend die 60 jaar geworden is, de gedrukte versie van de vertaling van “Just Kids” van Patti Smith voor…€19,99.
De e-boekversie kost bij Amazon £ 2.84 = €3.40. Over prijsverschillen gesproken!
Maar ik wil ook nog iets kwijt over “The sensorium of God” zelf.
Dit is een biografie over Isaac Newton en de 17de-18de eeuwse maatschappij waarin hij zijn belangrijke natuurwetten ontdekte.
Over zijn vriendschap met Edmond Halley (ja die van de komeet) en zijn discussies met Robert Hooke. Over zijn interesse voor de pseudo-wetenschap alchemie en zijn wat dubieuze relatie met Zwitserse wiskundige Nicolas Fatio de Duillier.
Een boeiend en verhelderend boek, aanbevolen aan iedereen die zich voor de geschiedenis van de wetenschap interesseert.
En je weet dat je daarvoor geen Kindle DX of iPad nodig hebt: het gratis Kindle for PC installeren volstaat om dit en andere e-boeken van Amazon op je PC te lezen aan dezelfde goedkope voorwaarden.
Na een paar dagen "The sensorium..." ben ik nog maar goed halfweg.
Vanavond doe ik verder, in bed en zonder leeslampje. Slaap wel Mia!
Labels:
Amazon,
boeken,
e-boeken,
geschiedenis,
iPad,
Kindle DX,
Newton,
wetenschappen
vrijdag 23 maart 2012
Taartenpuzzel
Vijf vrienden en vriendinnen kopen samen een lekkere vierkante confituurtaart.
Maar bij de verdeling loopt er iets mis, want een veelvraat neemt onmiddellijk een kwart van de “carré” voor zijn rekening:
Hoe moeten de 4 overblijvenden de rest van de taart nu in 4 gelijke stukken verdelen?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. verdelen we hier de taart.
Maar bij de verdeling loopt er iets mis, want een veelvraat neemt onmiddellijk een kwart van de “carré” voor zijn rekening:
Hoe moeten de 4 overblijvenden de rest van de taart nu in 4 gelijke stukken verdelen?
Laat het me weten tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. verdelen we hier de taart.
donderdag 22 maart 2012
Het lente-gen ontdekt
Jullie zullen het ook al wel gemerkt hebben: de lente is nu echt in het land.
Een paar dagen zonneschijn hebben er voor gezorgd dat Jan De Wilde weer volop mag zingen “de fallus impudicus staat al in bloei en de blaadjes krijgen bomen”.
Maar hoe komt dat toch?
Hoe weten de planten wanneer ze precies aan de bloei moeten beginnen?
Een groep Engelse biologen hebben gisteren (op de eerste dag van de lente nota bene !) in Nature een artikel gepubliceerd waarin ze aantonen dat een specifiek gen in de plantencellen, het PIF4, de eigenlijke regulator is.
Voor het bloeien van planten is het hormoon florigen nodig.
Florigen wordt geactiveerd door de daglengte en door de temperatuur. Afhankelijk van de plantensoort speelt één van die twee factoren de grootste rol.
Het Britse onderzoek heeft nu uitgewezen dat bij het verhogen van de temperatuur, PIF4, er voor zorgt dat florigen aangemaakt wordt en dat bijgevolg de planten met het bloeien beginnen.
Alhoewel mensen al eeuwen weten dat de lentewarmte voor de lente bloesems zorgt, is met dit onderzoek het mechanisme dat er achter zit duidelijk(er) geworden. Dit opent bijvoorbeeld perspectieven om gewassen te kweken die minder gevoelig zijn voor de gevolgen van de klimaatverandering.
De wetenschap heeft dus weer wat meer inzicht gekregen in het wonderlijk fenomeen dat zich elk voorjaar opnieuw in de natuur afspeelt.
Dat is mooi. Maar laat ons vooral niet vergeten om er met volle teugen van te genieten.
Een paar dagen zonneschijn hebben er voor gezorgd dat Jan De Wilde weer volop mag zingen “de fallus impudicus staat al in bloei en de blaadjes krijgen bomen”.
Maar hoe komt dat toch?
Hoe weten de planten wanneer ze precies aan de bloei moeten beginnen?
Een groep Engelse biologen hebben gisteren (op de eerste dag van de lente nota bene !) in Nature een artikel gepubliceerd waarin ze aantonen dat een specifiek gen in de plantencellen, het PIF4, de eigenlijke regulator is.
Voor het bloeien van planten is het hormoon florigen nodig.
Florigen wordt geactiveerd door de daglengte en door de temperatuur. Afhankelijk van de plantensoort speelt één van die twee factoren de grootste rol.
Het Britse onderzoek heeft nu uitgewezen dat bij het verhogen van de temperatuur, PIF4, er voor zorgt dat florigen aangemaakt wordt en dat bijgevolg de planten met het bloeien beginnen.
Alhoewel mensen al eeuwen weten dat de lentewarmte voor de lente bloesems zorgt, is met dit onderzoek het mechanisme dat er achter zit duidelijk(er) geworden. Dit opent bijvoorbeeld perspectieven om gewassen te kweken die minder gevoelig zijn voor de gevolgen van de klimaatverandering.
De wetenschap heeft dus weer wat meer inzicht gekregen in het wonderlijk fenomeen dat zich elk voorjaar opnieuw in de natuur afspeelt.
Dat is mooi. Maar laat ons vooral niet vergeten om er met volle teugen van te genieten.
woensdag 21 maart 2012
Krabben zijn goud waard
In mijn puzzeltje van vorige vrijdag speelden krabben een klein rolletje.
Maar in de moderne geneeskunde kunnen ze zeer binnenkort een super hoofdrol gaan spelen.
Een groep biochemici van de Technische Universität Wien onder leiding van prof. Astrid Mach-Aigner, zijn er immers in geslaagd om uit het pantser van krabben met hoge opbrengst en op een goedkope manier het peperdure anti-virusmiddel NANA (N-acetylneuraminic acid) te maken.
NANA, en de derivaten ervan, zijn zeer efficiënte middelen voor het behandelen van virale infecties zoals Aids (HIV), hepatitis B en C enz.
Antivirale middelen proberen virussen uit te schakelen door hen te beletten zich verder te ontwikkelen. Maar ze zijn ontzettend duur omwille van de hoge kosten om ze uit natuurlijke bronnen te extraheren of om ze synthetisch te produceren.
NANA kost om en nabij de € 2000,00 per gram! Dat is 50 maal meer dan goud!
De Weense onderzoekers zijn er in geslaagd om de veel voorkomende schimmel Trichoderma, genetisch zo te manipuleren dat hij uit het chitine van (o.a.) het krabbenpantser, NANA maakt.
De bronnen zijn dus in overvloed aanwezig: Trichoderma is in alle bodems te vinden en is gemakkelijk cultiveerbaar. En chitine is aanwezig in de pantsers van alle schaaldieren, kevers enz.
Men schat dat er alleen al in zee jaarlijks 10 miljard ton chitine gevormd wordt.
De kostprijs van NANA zal dus wel snel dalen.
Zal de krabprijs nu snel stijgen?
Krabben zijn in deze context in elk geval veel goud waard!
Maar in de moderne geneeskunde kunnen ze zeer binnenkort een super hoofdrol gaan spelen.
Een groep biochemici van de Technische Universität Wien onder leiding van prof. Astrid Mach-Aigner, zijn er immers in geslaagd om uit het pantser van krabben met hoge opbrengst en op een goedkope manier het peperdure anti-virusmiddel NANA (N-acetylneuraminic acid) te maken.
NANA, en de derivaten ervan, zijn zeer efficiënte middelen voor het behandelen van virale infecties zoals Aids (HIV), hepatitis B en C enz.
Antivirale middelen proberen virussen uit te schakelen door hen te beletten zich verder te ontwikkelen. Maar ze zijn ontzettend duur omwille van de hoge kosten om ze uit natuurlijke bronnen te extraheren of om ze synthetisch te produceren.
NANA kost om en nabij de € 2000,00 per gram! Dat is 50 maal meer dan goud!
De Weense onderzoekers zijn er in geslaagd om de veel voorkomende schimmel Trichoderma, genetisch zo te manipuleren dat hij uit het chitine van (o.a.) het krabbenpantser, NANA maakt.
De bronnen zijn dus in overvloed aanwezig: Trichoderma is in alle bodems te vinden en is gemakkelijk cultiveerbaar. En chitine is aanwezig in de pantsers van alle schaaldieren, kevers enz.
Men schat dat er alleen al in zee jaarlijks 10 miljard ton chitine gevormd wordt.
De kostprijs van NANA zal dus wel snel dalen.
Zal de krabprijs nu snel stijgen?
Krabben zijn in deze context in elk geval veel goud waard!
dinsdag 20 maart 2012
De evolutie van de maan
Astronomen zijn het er in grote meerderheid over eens: onze maan ontstond zowat 4,5 miljard jaar geleden uit een inslag van de planeet Theia op onze aarde.
Dit kolossale gebeuren zie je hier in gif-animatie voorgesteld:
Uiteraard was het maanoppervlak in aanvang niet wat het nu is.
Ten gevolge van het ontbreken van een dampkring (de zwaartekracht van de maan is te klein om gassen vast te houden) werd de maan het slachtoffer van een lawine van inslagen van meteorieten en asteroïden. En in het begin was er ook een deel eigen vulkanisme.
Hoe de evolutie in zijn werk ging kunnen we bekijken in een schitterend filmpje dat geproduceerd werd door het NASA Goddard Space Flight Center.
Daarbij is gebruik gemaakt van de massa aan studiemateriaal die in de voorbije decennia door NASA werd verzameld via maanlandingen en maansatellieten zoals de Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO).
Het is trouwens om de 1.000ste dag dat de LRO in een baan rond de maan draait te vieren dat het filmpje gepubliceerd werd.
Je zal zien dat het eerste grote treffen 4,3 miljard jaar geleden aan de zuidpool van de maan plaats vond.
De enorme Aitken-inslagkrater (13km diep en 2500km diameter!) was het gevolg.
Een aanhoudend bombardement volgde.
De recentste grote inslag gebeurde ongeveer een miljard jaar geleden.
Bekijk onderstaand filmpje in HD en fullscreen.
Het is die 3 minuten van jullie (kostbare) tijd ruim waard.
Dit kolossale gebeuren zie je hier in gif-animatie voorgesteld:
Uiteraard was het maanoppervlak in aanvang niet wat het nu is.
Ten gevolge van het ontbreken van een dampkring (de zwaartekracht van de maan is te klein om gassen vast te houden) werd de maan het slachtoffer van een lawine van inslagen van meteorieten en asteroïden. En in het begin was er ook een deel eigen vulkanisme.
Hoe de evolutie in zijn werk ging kunnen we bekijken in een schitterend filmpje dat geproduceerd werd door het NASA Goddard Space Flight Center.
Daarbij is gebruik gemaakt van de massa aan studiemateriaal die in de voorbije decennia door NASA werd verzameld via maanlandingen en maansatellieten zoals de Lunar Reconnaissance Orbiter (LRO).
Het is trouwens om de 1.000ste dag dat de LRO in een baan rond de maan draait te vieren dat het filmpje gepubliceerd werd.
Je zal zien dat het eerste grote treffen 4,3 miljard jaar geleden aan de zuidpool van de maan plaats vond.
De enorme Aitken-inslagkrater (13km diep en 2500km diameter!) was het gevolg.
Een aanhoudend bombardement volgde.
De recentste grote inslag gebeurde ongeveer een miljard jaar geleden.
Bekijk onderstaand filmpje in HD en fullscreen.
Het is die 3 minuten van jullie (kostbare) tijd ruim waard.
maandag 19 maart 2012
Nonkel-Pater-puzzel – oplossing
In de koffer zaten levende dieren met in totaal 15 koppen en 100 poten.
Wat de poten betreft kunnen we de slangen al uitsluiten.
De 100 poten zijn dus van de krabben en de spinnen.
Zoals je op het beeld hierboven kan tellen hebben spinnen 8 poten en krabben hebben er 10.
Dat laatste was voor sommige "oplossers" niet helemaal duidelijk. Maar even Googelen neemt alle twijfel weg: de krabben behoren tot de decapoda ofte de tienpotigen.
We moeten dus 100 poten bekomen door een goede combinatie van veelvouden van 8 en 10.
Er zijn twee mogelijkheden:
2 krabben en 10 spinnen: (2 x 10 + 10 x 8) poten = 100 poten en 12 koppen. Dus nog 3 slangen.
6 krabben en 5 spinnen: (6 x 10 + 5 x 8) poten = 100 poten en 11 koppen. Dus nog 4 slangen.
En aangezien nonkel voor het kleinste aantal slangen gekozen had, zaten er in zijn koffer:
3 slangen, 10 spinnen en 2 krabben.
Tot vrijdag!
Man of vrouw?
Bekijk bovenstaande foto’s.
Wat is het geslacht van de afgebeelde personen?
Spontaan zullen de meesten onder ons (dwarsliggers uitgezonderd…) zeggen dat ze links een vrouw zien en rechts een man.
Nochtans gaat het om één en dezelfde mannelijke persoon.
Maar de linkse foto is “gephotoshopt” en zachter gemaakt.
En zacht associëren onze hersenen, met een reflex naar de moederschoot en de geboorte, spontaan met vrouwelijk.
Maar dat dit een (maandag)illusie is weten we allemaal.
Want er bestaan (ook) feeksen van vrouwen en engelachtige mannen…
zondag 18 maart 2012
Wat een getwitter!
Twitteren is onvoorstelbaar populair.
Onderstaande grafiek laat dit zeer duidelijk zien: we naderen de 50 miljoen tweets (=twitterberichtjes) per dag.
Dat is een gemiddelde van 600 tweets per seconde.
Er is warempel een nieuwe eenheid ontstaan: de tweet per seconde of de TPS
En Twitter groeit nog steeds: in februari zijn er gemiddeld per dag 460.000 nieuwe twitteraars per dag bijgekomen!
Een spectaculaire wijze om het intens getwitter duidelijk te maken is te zien op onderstaande Google-Maps-mashup die ontwikkeld werd door Tweereal.
Op de kaart worden in realtime alle tweets weergegeven die voorzien zijn van een geotag.
Bedenk dat dit er maar een deel van het geheel zijn.
De tweets worden op de kaart weergegeven door uitdijende gekleurde cirkels vanuit de locaties waar de tweets verstuurd zijn.
Met schuifregelaars kan de straal en de doorzichtigheid van de cirkels ingesteld worden.
Ook de duur van elke cirkelanimatie en de precisie van de locatie is te bepalen.
Klik maar eens op onderstaande kaart om al dat getwitter te aanschouwen.
Gelukkig is er geen geluid toegevoegd, want dan zou het getjilp oorverdovend zijn…
Onderstaande grafiek laat dit zeer duidelijk zien: we naderen de 50 miljoen tweets (=twitterberichtjes) per dag.
Dat is een gemiddelde van 600 tweets per seconde.
Er is warempel een nieuwe eenheid ontstaan: de tweet per seconde of de TPS
En Twitter groeit nog steeds: in februari zijn er gemiddeld per dag 460.000 nieuwe twitteraars per dag bijgekomen!
Een spectaculaire wijze om het intens getwitter duidelijk te maken is te zien op onderstaande Google-Maps-mashup die ontwikkeld werd door Tweereal.
Op de kaart worden in realtime alle tweets weergegeven die voorzien zijn van een geotag.
Bedenk dat dit er maar een deel van het geheel zijn.
De tweets worden op de kaart weergegeven door uitdijende gekleurde cirkels vanuit de locaties waar de tweets verstuurd zijn.
Met schuifregelaars kan de straal en de doorzichtigheid van de cirkels ingesteld worden.
Ook de duur van elke cirkelanimatie en de precisie van de locatie is te bepalen.
Klik maar eens op onderstaande kaart om al dat getwitter te aanschouwen.
Gelukkig is er geen geluid toegevoegd, want dan zou het getjilp oorverdovend zijn…
zaterdag 17 maart 2012
Wissen, wiste, gewist
Ik heb nog de tijd meegemaakt dat inktvlekken en fouten gewist werden met een setje van twee flesjes: een kleurloze vloeistof en een donker paarse.
Toen ik later chemie ging studeren, begreep ik dat het hier om een kaliumpermanganaatoplossing (paars) en natriumthiosulfaatoplossing (kleurloos) ging.
Het inktwissen was pure chemie. Het permanganaat oxideerde de inktleurstof zodat de kleur verdween en het bruine mangaandioxide (MnO2) dat daarbij ontstond werd op zijn beurt door het thiosulfaat omgezet tot vrijwel kleurloos mangaanoxide (MnO).
Het werkte maar het was een geknoei.
Een paar jaar later kwamen de “Tintenkillers”.
En weer was hun werk niets anders dan chemie.
Maar in dit geval was er maar één actieve stof op de killerstift aanwezig: natriumsulfiet.
Dat natriumsulfiet verandert de chemische structuur van de inktkleurstof zodanig dat ze geen zichtbaar licht meer absorbeert en daardoor kleurloos wordt.
Toen kwamen “de potjes”, de Tipp-Ex.
De werking daarvan was eigenlijk fysica.
De witte vloeistof die in de potjes zit is titaniumdioxide opgelost in vluchtige oplosmiddelen.
Strijk je die oplossing over “een foutje” uit, dan verdampt het oplosmiddel en het witte deklaagje blijft achter. Tegenwoordig kan je dat laagje titaniumdioxide ook via een afstrijkrolletje op de fout aanbrengen. Dan zijn er geen schadelijke oplosmiddelen nodig.
Al die correctorstoffen waren nuttig vóór de tijd van de tekstverwerking.
Van zodra die op het toneel verscheen was hun rol grotendeels uitgespeeld. Fouten zijn nu verbeterbaar vóór er iets op papier komt.
En er komt nog altijd heelwat op papier!
En er wordt nogal wat bedrukt papier in de vuilmand gegooid, meer dan ooit.
Recyclage kan, maar dat is heel bewerkelijk en niet al te milieuvriendelijk.
Maar er is een oplossing op komst.
Een Engels-Duitse groep onderzoekers is er in geslaagd om met groen laserlicht tonerinkt van bedrukte pagina’s te verdampen, terwijl het papier onbeschadigd achterblijft! Hetzelfde blad papier kan dus meerdere keren gebruikt worden.
In de Proceedings of the Royal Society vind je een samenvatting van hun vondst.
Voorlopig is er nog geen “wisprinter” (of moet het “printwisser” zijn?) commercieel beschikbaar, maar dat zal wellicht een kwestie van tijd zijn.
Groen laserlicht dat er voor zorgt dat er minder papier nodig is en dat er dus minder bomen moeten sneuvelen.
Groener kan het niet…
Toen ik later chemie ging studeren, begreep ik dat het hier om een kaliumpermanganaatoplossing (paars) en natriumthiosulfaatoplossing (kleurloos) ging.
Het inktwissen was pure chemie. Het permanganaat oxideerde de inktleurstof zodat de kleur verdween en het bruine mangaandioxide (MnO2) dat daarbij ontstond werd op zijn beurt door het thiosulfaat omgezet tot vrijwel kleurloos mangaanoxide (MnO).
Het werkte maar het was een geknoei.
Een paar jaar later kwamen de “Tintenkillers”.
En weer was hun werk niets anders dan chemie.
Maar in dit geval was er maar één actieve stof op de killerstift aanwezig: natriumsulfiet.
Dat natriumsulfiet verandert de chemische structuur van de inktkleurstof zodanig dat ze geen zichtbaar licht meer absorbeert en daardoor kleurloos wordt.
Toen kwamen “de potjes”, de Tipp-Ex.
De werking daarvan was eigenlijk fysica.
De witte vloeistof die in de potjes zit is titaniumdioxide opgelost in vluchtige oplosmiddelen.
Strijk je die oplossing over “een foutje” uit, dan verdampt het oplosmiddel en het witte deklaagje blijft achter. Tegenwoordig kan je dat laagje titaniumdioxide ook via een afstrijkrolletje op de fout aanbrengen. Dan zijn er geen schadelijke oplosmiddelen nodig.
Al die correctorstoffen waren nuttig vóór de tijd van de tekstverwerking.
Van zodra die op het toneel verscheen was hun rol grotendeels uitgespeeld. Fouten zijn nu verbeterbaar vóór er iets op papier komt.
En er komt nog altijd heelwat op papier!
En er wordt nogal wat bedrukt papier in de vuilmand gegooid, meer dan ooit.
Recyclage kan, maar dat is heel bewerkelijk en niet al te milieuvriendelijk.
Maar er is een oplossing op komst.
Een Engels-Duitse groep onderzoekers is er in geslaagd om met groen laserlicht tonerinkt van bedrukte pagina’s te verdampen, terwijl het papier onbeschadigd achterblijft! Hetzelfde blad papier kan dus meerdere keren gebruikt worden.
In de Proceedings of the Royal Society vind je een samenvatting van hun vondst.
Voorlopig is er nog geen “wisprinter” (of moet het “printwisser” zijn?) commercieel beschikbaar, maar dat zal wellicht een kwestie van tijd zijn.
Groen laserlicht dat er voor zorgt dat er minder papier nodig is en dat er dus minder bomen moeten sneuvelen.
Groener kan het niet…
vrijdag 16 maart 2012
Nonkel-Pater-puzzel
Nonkel Pater komt na een lang verblijf op zijn missiepost voor een korte vakantie terug naar Vlaanderen en hij heeft een grote koffer bij.
Als hij van de Congoboot stapt wordt hij tegengehouden door een douanier, die daarenboven een echte papenvreter blijkt te zijn.
”Wat zit daar in die grote koffer paterke?” vraagt hij smalend.
Nonkel antwoordt met tintelende pretoogjes: “Levende dieren met in totaal 15 koppen en 100 poten!”
”Wilt ge met mijn voeten spelen paterke? Maak die koffer open!” snauwt de kwade douanier.
”Let op, dat ze u niet bijten” lacht het paterke en hij licht het deksel van de koffer.
Verbaasd ziet de tolbeambte in de koffer slangen, krabben en vervaarlijke spinnen door elkaar krioelen.
”Tel maar hoeveel het er van elke soort zijn” zegt nonkel.
Maar de papenvreter is al lang nergens meer te bespeuren…
Weet jij hoeveel slangen, krabben en spinnen er in Nonkel Paters koffer zaten?
En let op: er zijn twee oplossingen mogelijk, maar omdat slangen het meest wegen, had nonkel voor "de samenstelling" met het kleinste aantal slangen gekozen.
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. maken we hier duidelijk wat er in nonkels kleine dierentuin zat..
Als hij van de Congoboot stapt wordt hij tegengehouden door een douanier, die daarenboven een echte papenvreter blijkt te zijn.
”Wat zit daar in die grote koffer paterke?” vraagt hij smalend.
Nonkel antwoordt met tintelende pretoogjes: “Levende dieren met in totaal 15 koppen en 100 poten!”
”Wilt ge met mijn voeten spelen paterke? Maak die koffer open!” snauwt de kwade douanier.
”Let op, dat ze u niet bijten” lacht het paterke en hij licht het deksel van de koffer.
Verbaasd ziet de tolbeambte in de koffer slangen, krabben en vervaarlijke spinnen door elkaar krioelen.
”Tel maar hoeveel het er van elke soort zijn” zegt nonkel.
Maar de papenvreter is al lang nergens meer te bespeuren…
Weet jij hoeveel slangen, krabben en spinnen er in Nonkel Paters koffer zaten?
En let op: er zijn twee oplossingen mogelijk, maar omdat slangen het meest wegen, had nonkel voor "de samenstelling" met het kleinste aantal slangen gekozen.
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. maken we hier duidelijk wat er in nonkels kleine dierentuin zat..
donderdag 15 maart 2012
Hoe laat is het precies?
Wil je nu een echt precies weten hoe laat het is?
Dan moet je te rade gaat bij een atoomklok.
Ik neem aan dat je zo’n ding niet onmiddellijk in huis hebt, maar geen nood: de webapp Time.is presenteert de juiste atoomkloktijd probleemloos op je computerscherm.
En je krijgt er nog gratis een paar extraatjes bij:
- je komt te weten hoeveel je PC-klok vóór of achter loopt op de atoomtijd
- je kan de tijd opvragen op 7 miljoen locaties over de wereld verspreid
- je kan tijdsverschillen tussen locaties berekenen
- je krijgt een handige kalender die je onmiddellijk het verschil in aantal dagen tussen 2 data toont.
En die kalender is nog afdrukbaar ook.
- je krijgt de locatie waarvan je de tijd opvraagt, aangeduid op kaart
- je krijgt allerlei statistieken over de locatie
- je ziet in één oogopslag hoe laat het is in 8 wereldsteden, maar je kan daar je eigen vaste locatie
aan
- enz. enz.
Nog even dit: hoe goed je computerklok ook is, na enige tijd treedt er toch een zekere drift op.
Als dit, zoals bij mij eergisteren maar 2,5 seconden verschil oplevert, is het niet de moeite waard om te gaan sleutelen.
Maar als dat verschil te groot wordt, kan je een uw PC-klok synchroniseren met een andere timeserver en/of de synchronisatiefrequentie verhogen.
Maar dat bespreek ik in één van mijn volgende blogberichtjes.
Time.is staat al met een snelkoppeling op mijn bureaublad, zo’n leuk en handig ding vind ik het.
En zeg nu niet dat je niet weet hoe laat het is!
Dan moet je te rade gaat bij een atoomklok.
Ik neem aan dat je zo’n ding niet onmiddellijk in huis hebt, maar geen nood: de webapp Time.is presenteert de juiste atoomkloktijd probleemloos op je computerscherm.
En je krijgt er nog gratis een paar extraatjes bij:
- je komt te weten hoeveel je PC-klok vóór of achter loopt op de atoomtijd
- je kan de tijd opvragen op 7 miljoen locaties over de wereld verspreid
- je kan tijdsverschillen tussen locaties berekenen
- je krijgt een handige kalender die je onmiddellijk het verschil in aantal dagen tussen 2 data toont.
En die kalender is nog afdrukbaar ook.
- je krijgt de locatie waarvan je de tijd opvraagt, aangeduid op kaart
- je krijgt allerlei statistieken over de locatie
- je ziet in één oogopslag hoe laat het is in 8 wereldsteden, maar je kan daar je eigen vaste locatie
aan
- enz. enz.
Nog even dit: hoe goed je computerklok ook is, na enige tijd treedt er toch een zekere drift op.
Als dit, zoals bij mij eergisteren maar 2,5 seconden verschil oplevert, is het niet de moeite waard om te gaan sleutelen.
Maar als dat verschil te groot wordt, kan je een uw PC-klok synchroniseren met een andere timeserver en/of de synchronisatiefrequentie verhogen.
Maar dat bespreek ik in één van mijn volgende blogberichtjes.
Time.is staat al met een snelkoppeling op mijn bureaublad, zo’n leuk en handig ding vind ik het.
En zeg nu niet dat je niet weet hoe laat het is!
woensdag 14 maart 2012
Het geheim van het manneke in de maan
Onze maan is toch wel een bijzonder ruimteding.
De tijd die ze nodig heeft om rond haar eigen as te draaien is precies gelijk aan de tijd die ze nodig heeft om rond de aarde te draaien.
Die synchrone draaiingen zijn een gevolg van de zwaartekrachtwerking tussen de aarde en de maan. Astronomen en natuurkundigen spreken van een “tidal lock”.
Maar die synchrone draaiing heeft een merkwaardig gevolg: we zien steeds dezelfde kant van de maan!
Haar achterkant laat ze nooit zien. Het is te zeggen: niet van op aarde.
Satellieten hebben intussen het maanlandschap, zowel aan “de voorkant” als aan “de achterkant” grondig bestudeerd.
En daaruit blijkt dat de achterkant opvallend pokdaliger en bergachtiger is dan de voorkant.
De voorkant is gekenmerkt door een aantal uitgestrekte vlakten van donker basalt, de zogenaamde mare”s (“maanzeeën”).
En de positie van die donkere vlekken is zodanig dat ze (als je veel verbeelding hebt…) de indruk van een gezicht wekken: het mannetje in de maan!
Maar toch is hier iets eigenaardigs aan de hand: waarom is het precies de kant met de grote vlakten die steeds naar de aarde gericht blijft en niet de bergachtige kant?
Is dit toeval?
Wordt de bergachtige achterkant met zijn grotere massa-ophoping niet meer aangetrokken door de aardse zwaartekracht? Moest die achterkant dus niet de voorkant worden?
Op al die “prangende” vragen heeft een studie van een aantal wetenschappers van de Hebrew University van Jeruzalem en het Amerikaanse Caltech een antwoord gevonden.
Je kan een samenvatting van hun artikel dat een paar dagen geleden in Icarus verscheen, lezen op een pagina van de Caltech site.
Maar ik probeer de uitleg hier samen te vatten.
De maan is geen mooie homogene bol. De maan vertoont een uitstulping.
Na het ontstaan van de maan draaide ze sneller rond haar as dan nu. Een paar miljard jaren geleden waren dus alle kanten van de maan op aarde zichtbaar.
Maar bij elke rotatie oefende de zwaartekracht van de aarde een remmende werking uit. Vooral de massa van de uitstulping was een belangrijke remmende factor. De afremming duurde tot de “tidal lock” optrad en de rotatiesnelheid van de maan om haar eigen as gelijk werd aan de omloopsnelheid rond de aarde.
De onderzoekers maakten een computersimulatie van die vertraging van de maanrotatie.
En uit die simulatie bleek dat de snelheid waarmee de rotatie afnam de beslissende rol heeft gespeeld in het bepalen van welke kant van de maan we blijven zien na de tidal lock.
Als de rotatie snel afnam, was de kans op beide kanten fifty-fifty.
Maar als de maanrotatie langzaam afnam, werd de kans dat de vlakkere kant naar de aarde gericht bleef twee keer zo groot als de kans dat de “kraterige” kant de voorkant werd.
We hebben het dus aan de trage afname van de draaisnelheid te danken dat we het mannetje in de maan kunnen bewonderen.
Zoals mijn moederke altijd zei: “Haast en spoed is zelden goed”.
Dat geldt dus ook voor de maanromantiek…
De tijd die ze nodig heeft om rond haar eigen as te draaien is precies gelijk aan de tijd die ze nodig heeft om rond de aarde te draaien.
Die synchrone draaiingen zijn een gevolg van de zwaartekrachtwerking tussen de aarde en de maan. Astronomen en natuurkundigen spreken van een “tidal lock”.
Maar die synchrone draaiing heeft een merkwaardig gevolg: we zien steeds dezelfde kant van de maan!
Haar achterkant laat ze nooit zien. Het is te zeggen: niet van op aarde.
Satellieten hebben intussen het maanlandschap, zowel aan “de voorkant” als aan “de achterkant” grondig bestudeerd.
En daaruit blijkt dat de achterkant opvallend pokdaliger en bergachtiger is dan de voorkant.
De voorkant is gekenmerkt door een aantal uitgestrekte vlakten van donker basalt, de zogenaamde mare”s (“maanzeeën”).
En de positie van die donkere vlekken is zodanig dat ze (als je veel verbeelding hebt…) de indruk van een gezicht wekken: het mannetje in de maan!
Maar toch is hier iets eigenaardigs aan de hand: waarom is het precies de kant met de grote vlakten die steeds naar de aarde gericht blijft en niet de bergachtige kant?
Is dit toeval?
Wordt de bergachtige achterkant met zijn grotere massa-ophoping niet meer aangetrokken door de aardse zwaartekracht? Moest die achterkant dus niet de voorkant worden?
Op al die “prangende” vragen heeft een studie van een aantal wetenschappers van de Hebrew University van Jeruzalem en het Amerikaanse Caltech een antwoord gevonden.
Je kan een samenvatting van hun artikel dat een paar dagen geleden in Icarus verscheen, lezen op een pagina van de Caltech site.
Maar ik probeer de uitleg hier samen te vatten.
De maan is geen mooie homogene bol. De maan vertoont een uitstulping.
Na het ontstaan van de maan draaide ze sneller rond haar as dan nu. Een paar miljard jaren geleden waren dus alle kanten van de maan op aarde zichtbaar.
Maar bij elke rotatie oefende de zwaartekracht van de aarde een remmende werking uit. Vooral de massa van de uitstulping was een belangrijke remmende factor. De afremming duurde tot de “tidal lock” optrad en de rotatiesnelheid van de maan om haar eigen as gelijk werd aan de omloopsnelheid rond de aarde.
De onderzoekers maakten een computersimulatie van die vertraging van de maanrotatie.
En uit die simulatie bleek dat de snelheid waarmee de rotatie afnam de beslissende rol heeft gespeeld in het bepalen van welke kant van de maan we blijven zien na de tidal lock.
Als de rotatie snel afnam, was de kans op beide kanten fifty-fifty.
Maar als de maanrotatie langzaam afnam, werd de kans dat de vlakkere kant naar de aarde gericht bleef twee keer zo groot als de kans dat de “kraterige” kant de voorkant werd.
We hebben het dus aan de trage afname van de draaisnelheid te danken dat we het mannetje in de maan kunnen bewonderen.
Zoals mijn moederke altijd zei: “Haast en spoed is zelden goed”.
Dat geldt dus ook voor de maanromantiek…
dinsdag 13 maart 2012
Lachgas erger dan koolstofdioxide
Als het over de opwarming van de aarde gaat, komt onmiddellijk de overmaat aan CO2 op tafel die we door allerlei verbrandingsprocessen (biologische en industriële) produceren.
Vooral de fossiele brandstoffen kolen, aardolie, gas,…worden met de vinger gewezen.
De zogenaamde biologische brandstoffen (biogassen, bioethanol,…) worden dan dikwijls als waardevolle alternatieven naar voor geschoven omdat ze een gunstiger ecobalans zouden hebben.
Dat wil zeggen dat bij biobrandstoffen de optelsom van alle milieubelastende en –besparende elementen positiever zou zijn dan bij fossiele brandstoffen. En biobrandstoffen zijn daarenboven hernieuwbaar. Fossiele brandstoffen geraken op.
Maar daar schijnt nu een serieuze kink in de kabel te komen.
De laatste jaren is immers gebleken dat niet alleen CO2 een belangrijke rol speelt in het opwarmingsproces.
Onder andere N2O, stikstof(II)oxide, lachgas, is een zeer sterk broeikasgas.
Tussen haakjes: lachgas dankt zijn rare naam aan het effect dat optreedt bij het inademen ervan.
En laat nu precies lachgas een onvermijdbaar bijproduct zijn bij de aanmaak van biobrandstoffen. Want om biobrandstoffen te maken zijn nu eenmaal stikstofmeststoffen nodig. Die meststoffen moeten immers voor de groei van de planten zorgen waaruit die biobrandstoffen gefabriceerd worden. En die stikstofmeststoffen worden deels omgezet in N2O.
Het gevolg van het ontstaan van lachgas is dat het verwachte positief effect van biobrandstoffen op de opwarming van de aarde tot nul herleid is. Het effect is zelfs negatief. Want 1kg N2O draagt evenveel bij tot de opwarming als 300kg CO2 !
Dit blijkt uit een studie van de The Research Council of Norway die een paar dagen geleden gepubliceerd werd.
Vooral in groei-economieën zoals China kan de emissie van lachgas problematisch worden.
Intense landbouw leidt daar tot verzuring van de gronden. En in zure gronden kunnen bacteriën die het schadelijke N2O omzetten tot onschadelijk stikstofgas, hun werk niet doen. De vrijstelling van lachgas stijgt er dus voortdurend en zal nog verder stijgen als de productie van biobrandstoffen er zal toenemen. Landbouwingenieurs zullen dus naar efficiënte middelen moeten zoeken om de verzuring van de gronden en dus ook de toename van de N2O-emissie tegen te gaan.
Je ziet dus dat lachgas absoluut geen lachertje is…
Vooral de fossiele brandstoffen kolen, aardolie, gas,…worden met de vinger gewezen.
De zogenaamde biologische brandstoffen (biogassen, bioethanol,…) worden dan dikwijls als waardevolle alternatieven naar voor geschoven omdat ze een gunstiger ecobalans zouden hebben.
Dat wil zeggen dat bij biobrandstoffen de optelsom van alle milieubelastende en –besparende elementen positiever zou zijn dan bij fossiele brandstoffen. En biobrandstoffen zijn daarenboven hernieuwbaar. Fossiele brandstoffen geraken op.
Maar daar schijnt nu een serieuze kink in de kabel te komen.
De laatste jaren is immers gebleken dat niet alleen CO2 een belangrijke rol speelt in het opwarmingsproces.
Onder andere N2O, stikstof(II)oxide, lachgas, is een zeer sterk broeikasgas.
Tussen haakjes: lachgas dankt zijn rare naam aan het effect dat optreedt bij het inademen ervan.
En laat nu precies lachgas een onvermijdbaar bijproduct zijn bij de aanmaak van biobrandstoffen. Want om biobrandstoffen te maken zijn nu eenmaal stikstofmeststoffen nodig. Die meststoffen moeten immers voor de groei van de planten zorgen waaruit die biobrandstoffen gefabriceerd worden. En die stikstofmeststoffen worden deels omgezet in N2O.
Het gevolg van het ontstaan van lachgas is dat het verwachte positief effect van biobrandstoffen op de opwarming van de aarde tot nul herleid is. Het effect is zelfs negatief. Want 1kg N2O draagt evenveel bij tot de opwarming als 300kg CO2 !
Dit blijkt uit een studie van de The Research Council of Norway die een paar dagen geleden gepubliceerd werd.
Vooral in groei-economieën zoals China kan de emissie van lachgas problematisch worden.
Intense landbouw leidt daar tot verzuring van de gronden. En in zure gronden kunnen bacteriën die het schadelijke N2O omzetten tot onschadelijk stikstofgas, hun werk niet doen. De vrijstelling van lachgas stijgt er dus voortdurend en zal nog verder stijgen als de productie van biobrandstoffen er zal toenemen. Landbouwingenieurs zullen dus naar efficiënte middelen moeten zoeken om de verzuring van de gronden en dus ook de toename van de N2O-emissie tegen te gaan.
Je ziet dus dat lachgas absoluut geen lachertje is…
maandag 12 maart 2012
Bootje-varen-puzzel – oplossing
Stroomopwaarts is de verplaatsingssnelheid (v) = de eigen snelheid van de boot (vb) + de snelheid van het water (vw).
En die verplaatsingssnelheid (v) = 60km/2uur = 30km/h
Stroomopwaarts is de verplaatsingssnelheid (v’) = de eigen snelheid van de boot (vb) - de snelheid van het water (vw).
En die verplaatsingssnelheid (v’) = 60km/3uur = 20km/h
Of in de formuletaal van de fysica:
vb + vw = 30km/h (1)
vb – vw = 20km/h (2)
(1) – (2) geeft ons 2.vw = 10km/h. En dus is vw = 5km/h
Tot vrijdag!
Een grijsfantoom
Het beeld hieronder is een nieuw voorbeeld van een fantoom- of spookbeeldillusie.
Alhoewel de grijze balk in het midden overal egaal grijs is, zien we het grijs onder (en boven) de grijze gebieden op de horizontaal gearceerde balken, anders en diffuser dan het grijs ernaast.
Alhoewel de grijze balk in het midden overal egaal grijs is, zien we het grijs onder (en boven) de grijze gebieden op de horizontaal gearceerde balken, anders en diffuser dan het grijs ernaast.
Bron beeld: Akiyoshi Kitaoka
zondag 11 maart 2012
InfoNu!
Op internet is er een massa informatie te vinden. Maar om te vinden wat je wil, moet je goed kunnen zoeken. En dat kan tijdrovend zijn.
Om daar iets aan te doen bestaan er compilatiesites, waar artikels over allerlei onderwerpen zijn samengebracht.
InfoNu! is er zo één.
Het kenmerkende van InfoNu! is, dat de artikels niet elders van het net geplukt zijn (of zouden mogen zijn…), maar dat ze geschreven zijn door zogenaamde ”infoteurs”, dat zijn lezers en losse medewerkers aan de site.
En… alles is in het Nederlands!
Om over de kwaliteit van de artikels te waken is er een redactie die eerst controleert en beoordeelt vóór er iets gepubliceerd wordt in één van de 19 hoofdrubrieken.
En lezers kunnen reageren op wat er verschijnt.
InfoNu! heeft nogal wat Wikipedia-achtige trekjes, maar het is kleinschaliger en overzichtelijker.
De moeite waard om er eens te gaan rondneuzen.
Om daar iets aan te doen bestaan er compilatiesites, waar artikels over allerlei onderwerpen zijn samengebracht.
InfoNu! is er zo één.
Het kenmerkende van InfoNu! is, dat de artikels niet elders van het net geplukt zijn (of zouden mogen zijn…), maar dat ze geschreven zijn door zogenaamde ”infoteurs”, dat zijn lezers en losse medewerkers aan de site.
En… alles is in het Nederlands!
Om over de kwaliteit van de artikels te waken is er een redactie die eerst controleert en beoordeelt vóór er iets gepubliceerd wordt in één van de 19 hoofdrubrieken.
En lezers kunnen reageren op wat er verschijnt.
InfoNu! heeft nogal wat Wikipedia-achtige trekjes, maar het is kleinschaliger en overzichtelijker.
De moeite waard om er eens te gaan rondneuzen.
zaterdag 10 maart 2012
Nog eens een les in bescheidenheid
Onze zon, die zich op 148.500.000.000 kilometer van de aarde bevindt, is erg actief de laatste tijd.
De onvoorstelbare gas- en plasmaexplosies die zich aan het zonneoppervlak afspelen, komen zelfs in het VRT-nieuws terecht.
NASA observeert en volgt met speciale zonnesatellieten (SDO = Solar Dynamics Observatory en SOHO = Solar and Heliospheric Observatory) de gebeurtenissen op de voet. En dit levert spectaculaire beelden en video’s op.
Maar ook een les in bescheidenheid.
Zo publiceerden ze een paar dagen geleden een foto waar je onze aarde ziet naast zo’n majestueuze protuberans. Een niemendalletje.
En dan te bedenken dat onze zon een onmerkbaar stipje in ons melkwegstelsel.
En dat ons melkwegstelsel er maar ééntje is in een cluster van lokale melkwegstelsels.
En dat die cluster maar een onderdeeltje is van de Virgo Supercluster.
En dat de Virgo Supercluster er maar ééntje is in de verzameling lokale superclusters.
En dat die lokale supercluster niets anders dan een puntje is in het geheel van het waarneembare universum.
En dat het waarneembare universum er misschien maar ééntje in een set van multiversa…
Welk mensje durft nog zeggen dat hij weet wat de oorsprong en de bestaansreden is van dit alles?
Wie heeft nog die wijsheid in pacht?
Opnieuw denk ik terug aan mijn leraar Frans, die mij 50 jaar geleden al confronteerde met wat Blaise Pascal 300 jaar geleden zei toen hij het over onze betekenis in het immense heelal had: “de mens is slechts een ziertje, een niemendalletje, een rietstengeltje (l’homme n’est q’un roseau)”.
De onvoorstelbare gas- en plasmaexplosies die zich aan het zonneoppervlak afspelen, komen zelfs in het VRT-nieuws terecht.
NASA observeert en volgt met speciale zonnesatellieten (SDO = Solar Dynamics Observatory en SOHO = Solar and Heliospheric Observatory) de gebeurtenissen op de voet. En dit levert spectaculaire beelden en video’s op.
Maar ook een les in bescheidenheid.
Zo publiceerden ze een paar dagen geleden een foto waar je onze aarde ziet naast zo’n majestueuze protuberans. Een niemendalletje.
En dan te bedenken dat onze zon een onmerkbaar stipje in ons melkwegstelsel.
En dat ons melkwegstelsel er maar ééntje is in een cluster van lokale melkwegstelsels.
En dat die cluster maar een onderdeeltje is van de Virgo Supercluster.
En dat de Virgo Supercluster er maar ééntje is in de verzameling lokale superclusters.
En dat die lokale supercluster niets anders dan een puntje is in het geheel van het waarneembare universum.
En dat het waarneembare universum er misschien maar ééntje in een set van multiversa…
Welk mensje durft nog zeggen dat hij weet wat de oorsprong en de bestaansreden is van dit alles?
Wie heeft nog die wijsheid in pacht?
Opnieuw denk ik terug aan mijn leraar Frans, die mij 50 jaar geleden al confronteerde met wat Blaise Pascal 300 jaar geleden zei toen hij het over onze betekenis in het immense heelal had: “de mens is slechts een ziertje, een niemendalletje, een rietstengeltje (l’homme n’est q’un roseau)”.
Klik op dit beeld voor een grotere en scrollbare weergave
vrijdag 9 maart 2012
Bootje-varen-puzzel
Het puzzeltje van vandaag is een klassieker. Verstokte puzzelaars zullen het wel herkennen denk ik.
Op een mooie lentedag maakt een bootje een pleziertochtje van 60km op een rivier.
Stroomafwaarts doet hij er op volle kracht vooruit 2 uur over.
Op zijn terugtocht doet hij stroomopwaarts over dezelfde afstand 3 uur, alhoewel hij weer op volle kracht vooruit vaart.
Wat is de gemiddelde stroomsnelheid van het rivierwater in km/h?
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. berekenen we hier hoe snel het water “vliedt”.
Op een mooie lentedag maakt een bootje een pleziertochtje van 60km op een rivier.
Stroomafwaarts doet hij er op volle kracht vooruit 2 uur over.
Op zijn terugtocht doet hij stroomopwaarts over dezelfde afstand 3 uur, alhoewel hij weer op volle kracht vooruit vaart.
Wat is de gemiddelde stroomsnelheid van het rivierwater in km/h?
Stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. berekenen we hier hoe snel het water “vliedt”.
donderdag 8 maart 2012
Super menu: vis met bosvruchten en aardbeien
Het begint hier stilaan op een aflevering van Dagelijkse Kost te lijken.
Vorige week woensdag liet ik hier nog weten dat je meer vis moet eten om je hersenen fit te houden.
Vandaag kan ik jullie melden dat een bessen- en aardbeienslaatje daar nog een schepje bovenop doet.
Uit een onderzoek dat zeer recent in het Journal of Agricultural and food Chemistry verscheen, blijkt dat zo’n bessenmenu zeer gunstige effecten heeft op onze hersenactiviteit en dat het ook het verzwakken van het geheugen bij het ouder worden kan tegengaan.
Waar de vis zijn positieve werking te danken heeft aan de hoge concentraties aan omega-3 vetzuren, zijn het bij de bessen de hoge concentraties aan anti-oxidanten die het hem doen.
Daarenboven beïnvloeden bepaalde bestanddelen in deze fruitsoorten ook de wijze waarop neuronen in onze hersenen signalen aan elkaar doorgeven.
Wat die bestanddelen precies zijn moet nog verder uitgezocht worden.
Laat ze maar verder zoeken.
Maar intussen weten we al wat ons te doen staat: eet meer vis met bosvruchten en aardbeien.
Het is lekker, gezond en je blijft er geestelijk fit mee.
Alleen: je kan dat zomaar niet bij elkaar op je bord mikken.
Dat wordt een uitdaging voor Jeroen, Piet en… Mia om daar iets appetijtelijks mee te creëren.
Ik ben benieuwd.
Vorige week woensdag liet ik hier nog weten dat je meer vis moet eten om je hersenen fit te houden.
Vandaag kan ik jullie melden dat een bessen- en aardbeienslaatje daar nog een schepje bovenop doet.
Vervang het potje roomijs door een verse pladijs…
Uit een onderzoek dat zeer recent in het Journal of Agricultural and food Chemistry verscheen, blijkt dat zo’n bessenmenu zeer gunstige effecten heeft op onze hersenactiviteit en dat het ook het verzwakken van het geheugen bij het ouder worden kan tegengaan.
Waar de vis zijn positieve werking te danken heeft aan de hoge concentraties aan omega-3 vetzuren, zijn het bij de bessen de hoge concentraties aan anti-oxidanten die het hem doen.
Daarenboven beïnvloeden bepaalde bestanddelen in deze fruitsoorten ook de wijze waarop neuronen in onze hersenen signalen aan elkaar doorgeven.
Wat die bestanddelen precies zijn moet nog verder uitgezocht worden.
Laat ze maar verder zoeken.
Maar intussen weten we al wat ons te doen staat: eet meer vis met bosvruchten en aardbeien.
Het is lekker, gezond en je blijft er geestelijk fit mee.
Alleen: je kan dat zomaar niet bij elkaar op je bord mikken.
Dat wordt een uitdaging voor Jeroen, Piet en… Mia om daar iets appetijtelijks mee te creëren.
Ik ben benieuwd.
woensdag 7 maart 2012
Over ratten- en ander vergif
Een paar dagen geleden waren we met een groepje vrienden op wandel.
En toen we op een zeker moment voorbij een weide vol imposante molshopen passeerden, vertelde mijn compagnon Julien hoe hij vroeger van zijn pa mollen had leren vangen.
Geen methode om Gaia blij mee te maken, maar volgens Julien zeer efficiënt.
Van een regenworm werden de twee uiteinden afgeknepen, zodat hij geen kant meer op kon.
En dan werd dat beestje grondig in een potje vergif gedrenkt en in de mollenrit gelegd.
De hongerige mol die door het pijnlijk gekronkel van de pier gelokt werd, was aan zijn laatste ochtend- of avondmaal toe: R.I.P.!
Julien vertelde nog dat zijn pa het vergif meebracht uit Maastricht.
”Was dat rattenvergif?” vroeg ik. “Dat weet ik niet” zei Julien.
Het zou rattenvergif kunnen geweest zijn. Maar rattenvergif is een verzamelnaam die vele ladingen dekt.
Het vroeger traditionele rattenvergif was een arseenverbinding: arseen(III)oxide, As2O3.
Dit is een langzaam werkend gif, dat indertijd het geliefd middel was van venijnige gifmengsters, omdat het geen opvallende smaak heeft (knoflookachtig) en (vroeger) niet gemakkelijk kon opgespoord worden.
Maar er zijn andere, modernere en betere ratten- en mollenvergiften: coumarine- en strychninederivaten bijvoorbeeld.
En dat bracht me bij een oud boekje op mijn (opgeruimde) zolder met als duidelijke titel:
”Gifkeuken der natuur”.
Want veel van de strafste vergiften zijn geen synthetische chemicaliën, maar natuurlijke stoffen afkomstig uit de planten- en dierenwereld.
Ter informatie, en zonder dat ik u op foute gedachten wil brengen, geef ik u hier een overzichtje van de 5 gevaarlijkste chemicaliën ter wereld.
Ik zou dat lijstje langer kunnen maken, maar ik denk dat 5 volstaat om mee te beginnen.
En nog iets over giftigheid van stoffen: alles hangt af van de hoeveelheid en de concentratie. In principe kunnen alle stoffen giftig zijn, zelfs water, als de dosis maar een bepaalde fatale drempel overschrijdt.
De gifstoffen uit mijn lijstje zijn nu precies stoffen waarvan die fatale drempel zeer laag ligt.
Maar zelfs die gevaarlijke stoffen kunnen in aangepaste hoeveelheden toegediend, geneeskrachtig werken.
1. Batrachotoxine
Dit is wellicht het allerstrafste zenuwgif. Het is te vinden op de huid van de blauwe pijlgifkikker, die zijn naam niet gestolen heeft. Want de Andes-indianen smeerden met het dodelijke huidvocht hun blaaspijppijltjes in als ze op jacht gingen.
En dodelijk is het: bij de mens volstaat 1 à 2 μg (=miljoensten van een gram!) per kilogram lichaamgewicht! Voor iemand van 100kg komt dit neer op 0,0002g !
2. Strychnine
Het zou wel eens strychnine kunnen geweest zijn, of een derivaat van strychnine, wat de pa van Julien uit Maastricht meebracht. Strychnine is immers aanwezig in “Taupicide” een veelzeggende naam als je weet hoe men mollen in het Frans noemt.
Maar ook voor mensen is het een zeer gevaarlijk goedje: 30 à 200 mg = 0,030g à 0,200g zijn dodelijk. Zo is volgens sommigen Alexander de Grote de strychninedood gestorven.
3. Nicotine
Nog zo’n erg giftig plantenfabricaat. Nicotine is inderdaad niet alleen een stof die verslaving veroorzaakt bij tabaksrokers, maar 40 à 65 mg nicotine zijn dodelijk voor niet-rokers. Rokers hebben hier enig voordeel: ze kunnen wat meer nicotine verdragen…
4. Kaliumcyanide of cyaankali : KCN
Dit is één van de klassiekers onder de gifstoffen. Eigenlijk is het niet KCN, maar HCN (waterstofcyanide of blauwzuur) dat de giftige stof is. Blauwzuur is het gas dat vrijkomt als cyaankali in contact komt met zuren. Bedenk dan dat onze maag eigenlijk een zakje maagzuur is…
Bekende zelfmoordslachtoffers van cyaankali zijn naar het schijnt Hitler en Göring.
En uit mijn jeugdjaren herinner ik mij het geval van de dood van de Amerikaanse gangster Caryl Chessman die in 1960 in de gaskamer stierf door blauwzuur. Deze executie deed in heel de wereld de discussie over de uitvoering van de doodstraf ongehoord fel oplaaien.
Maar cyaankali kan ook in figuurlijke zin een giftig goedje zijn:
5. Digoxine
Dit is de bekende giftige stof uit vingerhoedskruid.
Dit is typisch zo’n stof die in aangepaste hoeveelheden juist een belangrijke geneeskrachtige werking heeft: tussen 0,0625 mg en 0,25 mg is digoxine een middel dat voorgeschreven wordt in gevallen van chronisch hartfalen. Bij hogere dosissen is het een dodelijk gif.
Je merkt het: keus te over als je mollen of andere vier- of tweevoeters naar de eeuwige jachtvelden wil helpen.
Maar vergeet na het mengen je handen niet te wassen…
En toen we op een zeker moment voorbij een weide vol imposante molshopen passeerden, vertelde mijn compagnon Julien hoe hij vroeger van zijn pa mollen had leren vangen.
Geen methode om Gaia blij mee te maken, maar volgens Julien zeer efficiënt.
Van een regenworm werden de twee uiteinden afgeknepen, zodat hij geen kant meer op kon.
En dan werd dat beestje grondig in een potje vergif gedrenkt en in de mollenrit gelegd.
De hongerige mol die door het pijnlijk gekronkel van de pier gelokt werd, was aan zijn laatste ochtend- of avondmaal toe: R.I.P.!
Julien vertelde nog dat zijn pa het vergif meebracht uit Maastricht.
”Was dat rattenvergif?” vroeg ik. “Dat weet ik niet” zei Julien.
Het zou rattenvergif kunnen geweest zijn. Maar rattenvergif is een verzamelnaam die vele ladingen dekt.
Het vroeger traditionele rattenvergif was een arseenverbinding: arseen(III)oxide, As2O3.
Dit is een langzaam werkend gif, dat indertijd het geliefd middel was van venijnige gifmengsters, omdat het geen opvallende smaak heeft (knoflookachtig) en (vroeger) niet gemakkelijk kon opgespoord worden.
Maar er zijn andere, modernere en betere ratten- en mollenvergiften: coumarine- en strychninederivaten bijvoorbeeld.
En dat bracht me bij een oud boekje op mijn (opgeruimde) zolder met als duidelijke titel:
”Gifkeuken der natuur”.
Want veel van de strafste vergiften zijn geen synthetische chemicaliën, maar natuurlijke stoffen afkomstig uit de planten- en dierenwereld.
Ter informatie, en zonder dat ik u op foute gedachten wil brengen, geef ik u hier een overzichtje van de 5 gevaarlijkste chemicaliën ter wereld.
Ik zou dat lijstje langer kunnen maken, maar ik denk dat 5 volstaat om mee te beginnen.
En nog iets over giftigheid van stoffen: alles hangt af van de hoeveelheid en de concentratie. In principe kunnen alle stoffen giftig zijn, zelfs water, als de dosis maar een bepaalde fatale drempel overschrijdt.
De gifstoffen uit mijn lijstje zijn nu precies stoffen waarvan die fatale drempel zeer laag ligt.
Maar zelfs die gevaarlijke stoffen kunnen in aangepaste hoeveelheden toegediend, geneeskrachtig werken.
1. Batrachotoxine
Dit is wellicht het allerstrafste zenuwgif. Het is te vinden op de huid van de blauwe pijlgifkikker, die zijn naam niet gestolen heeft. Want de Andes-indianen smeerden met het dodelijke huidvocht hun blaaspijppijltjes in als ze op jacht gingen.
En dodelijk is het: bij de mens volstaat 1 à 2 μg (=miljoensten van een gram!) per kilogram lichaamgewicht! Voor iemand van 100kg komt dit neer op 0,0002g !
2. Strychnine
Het zou wel eens strychnine kunnen geweest zijn, of een derivaat van strychnine, wat de pa van Julien uit Maastricht meebracht. Strychnine is immers aanwezig in “Taupicide” een veelzeggende naam als je weet hoe men mollen in het Frans noemt.
Maar ook voor mensen is het een zeer gevaarlijk goedje: 30 à 200 mg = 0,030g à 0,200g zijn dodelijk. Zo is volgens sommigen Alexander de Grote de strychninedood gestorven.
3. Nicotine
Nog zo’n erg giftig plantenfabricaat. Nicotine is inderdaad niet alleen een stof die verslaving veroorzaakt bij tabaksrokers, maar 40 à 65 mg nicotine zijn dodelijk voor niet-rokers. Rokers hebben hier enig voordeel: ze kunnen wat meer nicotine verdragen…
4. Kaliumcyanide of cyaankali : KCN
Dit is één van de klassiekers onder de gifstoffen. Eigenlijk is het niet KCN, maar HCN (waterstofcyanide of blauwzuur) dat de giftige stof is. Blauwzuur is het gas dat vrijkomt als cyaankali in contact komt met zuren. Bedenk dan dat onze maag eigenlijk een zakje maagzuur is…
Bekende zelfmoordslachtoffers van cyaankali zijn naar het schijnt Hitler en Göring.
En uit mijn jeugdjaren herinner ik mij het geval van de dood van de Amerikaanse gangster Caryl Chessman die in 1960 in de gaskamer stierf door blauwzuur. Deze executie deed in heel de wereld de discussie over de uitvoering van de doodstraf ongehoord fel oplaaien.
Maar cyaankali kan ook in figuurlijke zin een giftig goedje zijn:
Dit is de bekende giftige stof uit vingerhoedskruid.
Dit is typisch zo’n stof die in aangepaste hoeveelheden juist een belangrijke geneeskrachtige werking heeft: tussen 0,0625 mg en 0,25 mg is digoxine een middel dat voorgeschreven wordt in gevallen van chronisch hartfalen. Bij hogere dosissen is het een dodelijk gif.
Je merkt het: keus te over als je mollen of andere vier- of tweevoeters naar de eeuwige jachtvelden wil helpen.
Maar vergeet na het mengen je handen niet te wassen…
dinsdag 6 maart 2012
Tornadogeweld in beeld.
Amerika wordt de laatste weken gekweld door extreem tornadogeweld.
Op TV zien we dan de resultaten van de ravage die wordt aangericht.
Maar in onderstaand filmpje, gemaakt met een bewakingscamera, zie je zo’n tornado aan het werk op een parkeerplaats.
Angstaanjagend.
Op TV zien we dan de resultaten van de ravage die wordt aangericht.
Maar in onderstaand filmpje, gemaakt met een bewakingscamera, zie je zo’n tornado aan het werk op een parkeerplaats.
Angstaanjagend.
maandag 5 maart 2012
Kasseipuzzel – oplossing
Om de oplossing aanschouwelijker te maken veronderstellen we een kassei(tje) van b.v. 2 kg en een volume van 1 liter.
Als die kassei in het bootje ligt wordt er door de kassei een volume water weggeduwd dat overeenkomt met zijn gewicht.
En aangezien 1 liter water een volume heeft van 1 kg, zal onze kassei van 2kg en volume van 2 liter water wegduwen.
Als de kassei op de bodem van het meertje ligt, duwt hij maar evenveel water weg als zijn eigen volume en dat is 1 liter. In het water en dus ook op de bodem duwt de kassei maar 1 liter water weg.
Gevolg: als de kassei over boord gaat, gaat ZAKT het niveau van het water van het meer!
Dat zal natuurlijk niet veel zijn, maar zakken is zakken...
N.B.: dit puzzeltje is een paar jaren lang een “denkvraag” geweest bij mijn toetsen over de wet van Archimedes.
Flikkerende ruit
De maandag-illusie van vandaag is afkomstig van Sebastiaan Mathôt van de Vrije Universiteit Amsterdam.
Sebastiaan Mathôt is een psycholoog die bestudeert hoe onze hersenen een bruikbaar en stabiel beeld proberen te creëren uit de opeenvolging van signalen die ze ontvangen als we de wereld rondom ons bekijken.
Als we in onderstaand filmpje focussen op het bolletje dat binnen de ruit heen en weer beweegt, kunnen onze hersenen blijkbaar geen goed beeld vormen van de ruit errond, die we dan niet scherp aan het bekijken zijn.
Als gevolg daarvan zien we een flikkering die er niet is als je focust op de ruit zelf.
Nog even zeggen dat je de reclame voor IBM bij het begin van het filmpje erbij moet nemen…
Sebastiaan Mathôt is een psycholoog die bestudeert hoe onze hersenen een bruikbaar en stabiel beeld proberen te creëren uit de opeenvolging van signalen die ze ontvangen als we de wereld rondom ons bekijken.
Als we in onderstaand filmpje focussen op het bolletje dat binnen de ruit heen en weer beweegt, kunnen onze hersenen blijkbaar geen goed beeld vormen van de ruit errond, die we dan niet scherp aan het bekijken zijn.
Als gevolg daarvan zien we een flikkering die er niet is als je focust op de ruit zelf.
Nog even zeggen dat je de reclame voor IBM bij het begin van het filmpje erbij moet nemen…
Bron van het filmpje: New Scientist
zondag 4 maart 2012
Het Googelt overal
Nu ook in Rusland Google Streetview actief is, is bijna de hele wereld vanop onze PC (of Mac) te bekijken.
Maar Google houdt het niet bij de begane grond...
Ik lees op Google Sightseeing dat Google, in samenwerking met de University of Queensland, aan “onderwater streetview” begonnen is.
Het is de bedoeling om tegen september heel Australië’s Great Barrier Reef in beeld te brengen met speciale 360°-panoramacamera’s.
In afwachting van de 50.000 (!) panorama’s die aangekondigd zijn, die kunnen we nu al van een Sea View-voorsmaakje genieten:
Maar ook in de lucht is Google actief.
Er is nog wel geen echte Sky View, maar kan je toch al op een Google Map een verzameling panoramische luchtfoto’s bekijken van ‘s werelds beroemdste landschappen:
Het Googelt dus werkelijk overal: te land, ter zee en in de lucht!
Maar Google houdt het niet bij de begane grond...
Ik lees op Google Sightseeing dat Google, in samenwerking met de University of Queensland, aan “onderwater streetview” begonnen is.
Het is de bedoeling om tegen september heel Australië’s Great Barrier Reef in beeld te brengen met speciale 360°-panoramacamera’s.
In afwachting van de 50.000 (!) panorama’s die aangekondigd zijn, die kunnen we nu al van een Sea View-voorsmaakje genieten:
Klikt op het beeld om naar Sea View te gaan.
Maar ook in de lucht is Google actief.
Er is nog wel geen echte Sky View, maar kan je toch al op een Google Map een verzameling panoramische luchtfoto’s bekijken van ‘s werelds beroemdste landschappen:
Klik op het beeld en dan op de ballonnetjes.
Het Googelt dus werkelijk overal: te land, ter zee en in de lucht!
zaterdag 3 maart 2012
Op naar de schrikkelseconde
Een paar dagen geleden hebben een 29ste februari beleefd, een schrikkeldag.
Je weet zonder twijfel dat zo’n schrikkeldag om de 4 jaar moet ingevoerd worden omdat onze aarde zich niet netjes aan het “jaarregeltje” houdt: ze doet er geen 365 dagen over om een toertje rond de zon te draaien, maar 365,2421875 dagen.
Let op: dat is de huidige waarde.
En om die afwijking van de vooropgestelde jaartijd van 365 dagen te compenseren, lassen we om de vier jaar (beter: ieder jaartal dat deelbaar is door 4) een extra dag in. Maar eeuwjaren die deelbaar zijn door 100 zijn geen schrikkeljaren, tenzij ze deelbaar zijn door 400.
Je ziet dat er nogal gerekend en geteld moet worden het verschil weg te werken.
En dan moeten we nog bedenken dat de omlooptijd van de aarde rond de zon ook niet constant blijft.
We zullen dus goede boekhouders moeten blijven hebben om de jaarrekening kloppend te houden…
Maar dit is nog niet alles.
Ook de daglengte is niet constant. Onder andere door de getijdenwerking doet onze aarde er van langsom langer over om rond haar eigen as te draaien.
Net zoals de vooropgestelde jaarlengte 365 dagen is, is de vooropgestelde daglengte 24 uren of (24 x 60 x 60) seconden = 86.400 seconden.
Maar dat klopt niet meer.
Door metingen met uiterst precieze atoomklokken van de aardrotatietijd t.o.v. astronomische objecten is vastgesteld dat de daglengte per dag gemiddeld 0,002 seconden langer duurt dan 86.400 seconden.
Na twee dagen is de rotatietijd dus 86.400,004 seconden, na drie dagen 86.400,006 seconden enz.
Na 500 dagen (ongeveer anderhalf jaar) loopt het verschil met de vooropgestelde daglengte van 86.400 seconden op tot 1 seconde. Op dat moment moet er 1 seconde extra aan de gecoördineerde wereldtijd (UTC) worden toegevoegd.
Op 30 juni van dit jaar is het weer tijd om ons 1 seconde te doen schrikkelen.
Hou je dus klaar.
Want dan zijn we allemaal automatisch officieel 1 seconde ouder, ondanks het feit dat we geen seconde langer geleefd hebben!
Maar ach na bijna 67 jaren in dit leven maak ik mij daar maar weinig zorgen over.
Jullie toch ook niet?
Je weet zonder twijfel dat zo’n schrikkeldag om de 4 jaar moet ingevoerd worden omdat onze aarde zich niet netjes aan het “jaarregeltje” houdt: ze doet er geen 365 dagen over om een toertje rond de zon te draaien, maar 365,2421875 dagen.
Let op: dat is de huidige waarde.
En om die afwijking van de vooropgestelde jaartijd van 365 dagen te compenseren, lassen we om de vier jaar (beter: ieder jaartal dat deelbaar is door 4) een extra dag in. Maar eeuwjaren die deelbaar zijn door 100 zijn geen schrikkeljaren, tenzij ze deelbaar zijn door 400.
Je ziet dat er nogal gerekend en geteld moet worden het verschil weg te werken.
En dan moeten we nog bedenken dat de omlooptijd van de aarde rond de zon ook niet constant blijft.
We zullen dus goede boekhouders moeten blijven hebben om de jaarrekening kloppend te houden…
Maar dit is nog niet alles.
Ook de daglengte is niet constant. Onder andere door de getijdenwerking doet onze aarde er van langsom langer over om rond haar eigen as te draaien.
Net zoals de vooropgestelde jaarlengte 365 dagen is, is de vooropgestelde daglengte 24 uren of (24 x 60 x 60) seconden = 86.400 seconden.
Maar dat klopt niet meer.
Door metingen met uiterst precieze atoomklokken van de aardrotatietijd t.o.v. astronomische objecten is vastgesteld dat de daglengte per dag gemiddeld 0,002 seconden langer duurt dan 86.400 seconden.
Na twee dagen is de rotatietijd dus 86.400,004 seconden, na drie dagen 86.400,006 seconden enz.
Na 500 dagen (ongeveer anderhalf jaar) loopt het verschil met de vooropgestelde daglengte van 86.400 seconden op tot 1 seconde. Op dat moment moet er 1 seconde extra aan de gecoördineerde wereldtijd (UTC) worden toegevoegd.
Bron beeld: kc7eph – Flickr
Op 30 juni van dit jaar is het weer tijd om ons 1 seconde te doen schrikkelen.
Hou je dus klaar.
Want dan zijn we allemaal automatisch officieel 1 seconde ouder, ondanks het feit dat we geen seconde langer geleefd hebben!
Maar ach na bijna 67 jaren in dit leven maak ik mij daar maar weinig zorgen over.
Jullie toch ook niet?
vrijdag 2 maart 2012
Kasseipuzzel
Om het puzzeltje van deze week op te lossen, moet je niet alleen regelmatig vis eten, je moet ook nog weten wat Archimedes ontdekt had toen hij plots “Eureka, eureka!” schreeuwend in zijn blote flikker zijn bad uit stoof.
De goede man had toen… de wet van Archimedes voor vloeistoffen ontdekt!
Ik zal die wet hier nog even uit de doeken doen. Dat kan altijd van pas komen als je eens in het water valt bij een cruise of zo…
Als je een voorwerp in een vloeistof dompelt, oefent die vloeistof op het voorwerp een kracht naar boven uit, die gelijk is aan het gewicht van de hoeveelheid vloeistof die door het voorwerp wordt weggeduwd.
Bijgevolg:
Nu het puzzeltje.
Een gekke man vaart (= drijft ) in een bootje op een rimpelloos meertje.
En zoals je kan zien ligt er in zijn bootje een zware kasseisteen.
Plots gooit de gekke man de zware kassei over boord.
Uiteraard zinkt die kassei als een steen naar de bodem van het meertje.
Maar wat gebeurt er met het niveau van het water: stijgt het of daalt het? En waarom?
Laat je helpen door Archimedes en stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. bepalen we hier het niveau.
De goede man had toen… de wet van Archimedes voor vloeistoffen ontdekt!
Ik zal die wet hier nog even uit de doeken doen. Dat kan altijd van pas komen als je eens in het water valt bij een cruise of zo…
Als je een voorwerp in een vloeistof dompelt, oefent die vloeistof op het voorwerp een kracht naar boven uit, die gelijk is aan het gewicht van de hoeveelheid vloeistof die door het voorwerp wordt weggeduwd.
Bijgevolg:
- als een bootje met inhoud op water drijft, is die opwaartse kracht van het water gelijk aan het gewicht van van het bootje met inhoud.
Want als het gewicht van het bootje met inhoud groter zou zijn dan de opwaartse kracht van het water, dan zou het bootje met inhoud zinken.
Het bootje duwt dus evenveel water weg als zijn eigen gewicht + dat van de inhoud van het bootje - als een voorwerp zinkt in water, is zijn gewicht groter dan de opwaartse kracht die het water er op uitoefent.
Het voorwerp duwt dan evenveel water weg als zijn eigen volume.
Nu het puzzeltje.
Een gekke man vaart (= drijft ) in een bootje op een rimpelloos meertje.
En zoals je kan zien ligt er in zijn bootje een zware kasseisteen.
Plots gooit de gekke man de zware kassei over boord.
Uiteraard zinkt die kassei als een steen naar de bodem van het meertje.
Maar wat gebeurt er met het niveau van het water: stijgt het of daalt het? En waarom?
Laat je helpen door Archimedes en stuur me je oplossing tegen zondagavond: herve.tavernier2@pandora.be
Maandag om 21.30u. bepalen we hier het niveau.
Abonneren op:
Posts (Atom)