Bovenstaande illusie is een klassieker: je ziet de onderste rode lijn kleiner dan op de bovenste rode lijn.
Het gaat hier om de alom bekende Müller-Lyer-illusie: de lengte die we zien hangt blijkbaar af van de wijze waarop het lijnstuk wordt afgesloten.
Nog een paar illustraties: de waargenomen lengte tussen de merktekens is op de onderste rij groter dan op de bovenste:
Maar let op: die illusie werkt niet bij iedereen!
Ze werkt blijkbaar alleen als je een WEIRD bent: een inwoner van de Western Educated, Industrialized, Rich, and Democratic samenleving.
Als je een Congolese Suku bent, een autochtone Zuid-Afrikaanse Zoeloe, of lid van een ander natuurvolk, zie je geen verschil in lengte!
Hoe kan dat?
Tot vóór enkele tijd dacht men dat dit verschil in perceptie een gevolg was van culturele invloeden.
Mensen die in een wereld leven vol geometrische patronen, zoals de rechte lijnen van gebouwen, autowegen, lanen,… hebben die illusie. Wie in de vrije natuur leeft is in zijn “zien” niet beïnvloed door dergelijke lijnenpatronen en heeft die illusie niet.
Maar volgens recent onderzoekswerk van Astrid Zeeman is deze verklaring wellicht te simplistisch.
Want bij een computer geprogrammeerd om percepties van het menselijk oog te simuleren, werkte de Müller-Leyer-illusie ook!
En bij een computer kan men toch niet van culturele invloeden spreken.
Hoe zit het dan? Wordt vervolgd neem ik aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten